Télécharger Imprimer la page

Ondoelmatig Gebruik; Veiligheidsinstructies; Kenmerking Van De Veiligheidsinstructies; Algemene Veiligheidsinstructies - WALTHER PILOT Pilot Trend Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour Pilot Trend:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische
gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voor-
schriften overeenstemmen.
In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar
voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheids-
maatregelen te nemen.
Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de
exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden
stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und
Lackiersysteme.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
1.3

Ondoelmatig gebruik

Het spuitpistool mag niet anders worden gebruikt dan omschreven staat in de para-
graaf Doelmatig gebruik. Iedere andere toepassing is ondoelmatig. Tot ondoelmatig
gebruik horen b.v.:
het verspuiten van materialen op personen en dieren.
het verspuiten van vloeibare stikstof.
2

Veiligheidsinstructies

2.1

Kenmerking van de veiligheidsinstructies

Waarschuwing
Het pictogram en de urgentiegraad "Waarschuwing" kenmerken een mogelijk
gevaar voor personen.
Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Opgelet
Het pictogram en de urgentiegraad "Opgelet" kenmerken een mogelijk gevaar voor
materiële waarden.
Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken.
Aanwijzing
Het pictogram en de urgentiegraad "Aanwijzing" kenmerken aanvullende informa-
tie voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool.
2.2

Algemene veiligheidsinstructies

De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheids-
technische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te
worden genomen.
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk
is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ont-
vlambare materialen (b.v. lakken, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd
4

Toevoerleidingen aansluiten

Waarschuwing
Luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle, moeten extra met
een slangklem geborgd zijn.
Uitvoering: Beker met druppelaar
1.
Bevestig de persluchtslang op de luchtleiding
(gereinigde perslucht) en op de luchtaansluiting
van het spuitpistool.
2.
Vul de beker met druppelaar met gezeefd materi-
aal. Sluit de beker met druppelaar.
3.
Schakel de perasluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsgereed.
Uitvoering: Materiaalaansluiting
1.
Bevestig de drukslang aan de luchtleiding (gezui-
verde perslucht) resp. een luchtreiniger en aan de
luchtaansluiting (pos. 24) van het spuitpistool.
2.
Bevestig de materiaaltoevoerslang aan het materi-
aaldrukvat resp. de materiaaldrukregelaar van een
pompinstallatie en aan de materiaalaansluiting
(pos. 27) van het spuitpistool.
3.
Doe materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het
deksel af.
4.
Stel aan de persluchtreduceerklep de gewenste
materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via pomp-
systemen wordt de materiaaldruk ingesteld met
een instelsleutel aan de materiaaldrukregelaar.
5.
Open de materiaalkraan aan het drukvat.
6.
Om de lucht in de materiaalslang te laten ont-
snappen haalt u de trekker zo lang over, tot er
een gelijkmatige materiaalstraal uit de sproeier
komt; nu kan het pistool weer gesloten worden.
Het pistool is nu operationeel.
5

In bedrijf stellen en bediening

Voordat u het spuitpistool in bedrijf stelt, moet aan de volgende voorwaard zijn vol-
daan:
De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 8 bar. De luchtdruk mag niet
hoger zijn dan 8 bar.
1.
Stel het spuitpistool in bedrijf om een spuitbeeldtest te maken. Het spuitbeeld
kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier.
2.
Wijzig zo nodig de instellingen op het spuitpistool.
6
Ω).
68
Luchtaansluiting
Materiaal-
aansluiting
Luchtaansluiting
70
gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt
geaard. (Maximale weerstand: 10
Ω).
6
Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuit-
pistool vrij van druk – letselrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor de
onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal
en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen schade
aan de gezondheid veroorzaken.
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en
het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven
ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het spuitpi-
stool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw
gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpi-
stool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A).
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerk-
zaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor
deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.
3

Technische omschrijving

PILOT Trend:
Spuitpistool voor conventionele verneveling.
Uitvoering:
• met beker met druppelaar
• met Materiaalaansluiting
PILOT Trend-MP: Spuitpistool voor middeldruk uitvoeringen
Uitvoering:
• met beker met druppelaar
• met Materiaalaansluiting
Bij een toevoerdruk van 3,0 tot 3,3 bar bedraagt de spuitdruk 1,2 tot 1,4 bar.
Het doorstroomvolume van het materiaal is afhankelijk van de diameter van de spuit-
kop en de instelling van de materiaaldruk op het drukvat of de drukregelaar van het
materiaal. Bovendien kan het materiaalvolume worden geregeld door de stelschroef
(pos. 18) naar binnen of naar buiten te draaien.
Voor andere instelmogelijkheden zie 6. "Spuitbeeld wijzigen."
69
Let bij de bediening van het spuitpistool vooral op de onderstaandfe veilig-
heidsinstructies!
Draag de voorgeschreven ademhalingsbescherming en werkkleding, als u met
het spuitpistool materialen verspuit. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar
voor uw gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A).
Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het ver-
spuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken) bestaat een verhoogd
gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen
voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De
onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende materi-
aal in de buurt staande personen verwonden.
6

Spuitbeeld wijzigen

U kunt bij de PILOT Trend het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen.
Brede resp ronde straal instellen
De regelschroef dient voor de regeling van de breed-
te van de spuitstraal. De spuitstraal wordt een brede
straal door te draaien naar links (naar buiten schroe-
ven), en een ronde straal door te draaien naar rechts
(naar binnen schroeven).
Materiaaldoorstroomvolume instellen
Het materiaalvolume kan worden geregeld door de
stelschroef naar binnen of naar buiten te draaien.
Door draaien naar links (naar buiten schroeven)
wordt het materiaalvolume vergroot, door draaien
naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind.
Luchtvolume van de veratuiver istellen
Het luchtvolume van de verstuiver kan worden gere-
geld door de stelknop naar binnen of naar buiten te
draaien. De luchtdruk van de versuiver wordt inge-
steld op de persluchtreduceerklep van de compres-
sorinstallatie. Let op de aanwijzingen en veiligheids-
instructies van de fabrikant.
Materiaaldruk regelen:
Materiaalaansluiting:
De materiaaldruk kunt u alleen regelen aan de pomp of aan het drukvat. Neem daar-
bij de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht.
71

Publicité

loading