1
Algemeen
1.1
Kenmerking
1.1.1
Kenmerking van het model
Model:
Automatische signeer-spuitpistolen
Type:
GA 9010 Marking
GA 9010 Marking Membrane (MB)
Fabrikant:
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30
D-42327 Wuppertal
Tel.:
+202 / 787-0
Fax:
+202 / 787-2217
www.walther-pilot.de • Email: info@walther-pilot.de
1.1.2
Kenmerking Explosiebeveiliging
1.1.2.1 Pistolen zonder adapterplaat
II 2G Ex h IIC T5 GB
1.1.2.2 Pistolen op adapterplaat met elektrisch bediende klep
De klep moet zich in een niet-explosiegevaarlijke zone bevinden.
niet Ex-gebied
Ex-gebied
1.2
Doelmatig gebruik
De automatische spuitpistolen GA 9010 Marking en GA 9010 Marking-MB dienen
uitsluitend voor de verwerking van spuitbare mediums, met name:
•
lakken en verf
•
vetten, olie en tegen corrosie beschermende middelen
•
lijm
•
keramische glazuren
•
beitsen
V 21 300 XX XXX
V 21 321 XX XXX
II 2G Ex h IIC T5 GB
114
Agressieve materialen mogen in principe niet worden gespoten. Als de materialen die
u wilt spuiten hier niet zijn opgesomd, gelieve u dan te wenden tot WALTHER Spritz-
und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal.
De spuitbare materialen mogen alleen op werkstukken resp. voorwerpen worden
aangebracht. De modellen GA 9010 Marking en GA 9010 Marking-MB zijn geen
handgeleide spuitpistolen en moeten daarom aan een geschikte houder worden
bevestigd.
De temperatuur van het spuitmateriaal mag 80° C principieel niet overschrijden.
Tot het doelmatig gebruik behoort ook dat alle instructies en opgaven van deze
gebruiksaanwijzing gelezen, begrepen en in acht genomen worden.
Het apparaat vervult de explosiebeveiligingseisen van de richtlijn 2014/34/EU ATEX)
voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, apparatuurcategorie en tem-
peratuurklasse.
Bij de inzet van het apparaat moeten de voorschriften uit deze gebruiksaanwijzing
absoluut worden nageleefd. De voorgeschreven inspectie- en onderhoudsintervallen
moeten worden aangehouden.
De opgaven op de borden van het apparaat resp. de opgaven in het hoofdstuk
Technische gegevens moeten absoluut nageleefd en mogen niet overschreden wor-
den. Een overbelasting van het apparaat moet zijn uitgesloten.
Het apparaat mag in explosieve omgevingen alleen worden ingezet volgens de richt-
lijnen van de verantwoordelijke inspectiedienst.
De verantwoordelijke inspectiedienst resp. de exploitant is verantwoordelijk
voor het vastleggen van het explosiegevaar (zone-indeling).
De exploitant moet controleren en garanderen dat alle technische gegevens en de
kenmerking conform ATEX overeenstemt met de noodzakelijke voorschriften. Bij
toepassingen waarbij de uitval van het apparaat personen in gevaar zou kunnen bren-
gen, moeten door de exploitant adequate veiligheidsmaatregelen worden getroffen.
Indien in het bedrijf opvallend gedrag wordt herkend, dan moet het apparaat onmiddel-
lijk stilgelegd en met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme overleg gepleegd worden.
Aarding / equipotentiaalverbinding
Het moet worden gegarandeerd dat het spuitpistool apart of in combinatie met het
apparaat waarop het is opgebouwd, voldoende geaard is (maximale weerstand 10
115
Ω).
6