Plast Coat 15
EDICIÓN 09 /2004
4.1
BESTURINGSEENHEID
1
Hoofdschakelaar 0–1
2
Controlelampje
3
Transporthoeveelheidsregelaar 0–10
4
Draairichtingsschakelaar
5
Contactdoos voor menger, enz.
6
Voedingskabel
7
Aansluiting voor afstandbediening
7
2
6
Met de hoofdschakelaar (1, afb. 3) kan de mortelspuitmachine
worden ingeschakeld.
Het controlelampje (2) duidt aan, dat de machine klaar is voor
gebruik.
Met de transporthoeveelheidsregelaar (3) kan de transpor-
thoeveelheid traploos van 0 –10 worden ingesteld.
4.1.1
1
Drukontlasting of pompmantel optrekken, pomp loopt
achteruit.
2
„0" Aandrijving uitgeschakeld.
3
„AUTO" Afstandsbediening via de spuitlans.
4
Spuiten of pompmantel aftrekken. Pomp loopt vooruit.
3
1
3
4
1
5
4.2
AANDRIJVING
EBij overbelasting schakelt de mortelspuitmachine zich uit.
Hoofdschakelaar (1, afb. 3) en draairichtingsschakelaar (4, afb.
3) op„0" zetten. Ten minste 20 seconden wachten, vervolgens
mortelspuitmachine weer inschakelen.
4.3
RESERVOIR (AFB. 5)
1 reservoir van roestvrij staal met rooster.
Inhoud: 60 liter
SYMBOLEN OP DE DRAAIRICHTINGS-
SCHAKELAAR (AFB. 4)
2
O
AUTO.
NL
VERKLARINGSSCHEMA
3
4
4
5
1
99