EFFICIËNT MAAIEN
- Zorg ervoor dat de gashendel tijdens het maaien in
de stand voor de maximumsnelheid staat.
- Pas uw rijsnelheid aan de hoogte van het te maaien
gras aan.
- Een lage maaihoogte betekent een lage maaief-
ficiëntie en snelle slijtage van de messen.
- Als de afschermingen voor de luchtinlaatopeningen
verstopt zijn door stof, reinig ze dan meteen. Maai
nooit als deze afschermingen verstopt zijn.
1) Maaiplan en -methode
Als u een groot gebied maait, raden wij u aan de vol-
gende methode te gebruiken.
a. Rijd twee tot drie keer rechtsom in een spiraal naar
binnen toe.
b. Ga vervolgens linksom door tot het einde.
Op deze manier voorkomt u dat gras over aangren-
zende stukken wordt verspreid en dat de maaier
verstopt raakt en maait u gelijkmatig.
Bij het maaien van onregelmatig gevormd terrein,
verdeelt dit ruwweg in vierkante gebieden en past u
de bovenstaande methode toe.
STARTEN MET MAAIEN
- Maai alleen bij daglicht.
- Let op de veiligheidsomstandigheden rond de ma-
chine zodat u geen omstanders verwondt of eigen-
dommen beschadigt.
- Laat tijdens het gebruik niemand, vooral geen kin-
deren en dieren, toe in de buurt van de machine.
- Probeer nooit te maaien zonder de uitworpafdekking
op zijn plaats.
- Probeer de machine nooit te bedienen zonder de
afdekking van de aandrijfas op zijn plek.
- Steek uw handen of voeten nooit nabij of onder
draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de
uitworpopening.
a. Start de motor.
BELANGRIJK: • Druk het rempedaal stevig in.
• Zet de versnellingsgroep in de neu-
trale stand. (Hydrostatische transmis-
sie)
• Zet de versnellingshendel in de neu-
trale stand. (Mechanische transmis-
sie)
• Zet de aftakasschakelaar in de stand
OFF.
• Druk het hoofdkoppelingspedaal
volledig in om te ontkoppelen. (Mech-
anische transmissie)
INSPECTIE EN SERVICE VAN ELK ONDERDEEL
49
AFB. 7-3