SSM48, SSM54, SSM60 & SMM54, SRM48, SRM54
GEVAAR: Als de volgende veiligheidsin-
structies niet worden gevolgd, kan dit
leiden tot een ernstig of dodelijk letsel.
Als de eigenaar of bestuurder van de
tractor bent u verantwoordelijk voor het
voorkomen van ongevallen of letsels.
1. EEN VEILIGE BESTUURDER ZIJN
1.1. Volg alle veiligheidsplaatjes op de tractor en alle
instructies van de fabrikant voordat u de tractor
start. Als u dat niet doet,is er kans op lichamelijke
letsels.
1.2. Let op de veiligheidsstickers op de tractor en het
maaidek, en volg de instructies op de stickers om
verwondingen te voorkomen.
1.3. Zorg dat alle bestuurders verantwoordelijke per-
sonen zijn die de instructies hebben gelezen of
volledig zijn opgeleid in het veilig gebruik van de
tractor.
1.4. Alle bestuurders moeten zelf beoordelen of hun
gezondheid en vermogen om een tractor veilig te
bedienen goed genoeg is om zichzelf en anderen
tegen ernstig letsel te beschermen. Bedien de
tractor niet als u onder invloed van alcohol of
drugs bent.
1.5. Zorg dat u begrijpt hoe u de tractor op de juiste,
veilige manier kunt bedienen en onderhouden.
Zorg dat u praktische instructies krijgt over het op
de juiste manier bedienen en onderhouden van
de tractor.
1.6. Gebruik de noodzakelijke veiligheidsmid-
delen zoals hoofdbescherming, veiligheids-
b r i l , v e i l i g h e i d s s c h o e n e n , o o r d o p j e s e n
veiligheidshandschoenen.
1.7. Draag de juiste beschermende kleding en uitrust-
ing als u de tractor bedient, afstelt of onderhoudt,
zoals een veiligheidsbril, een lange broek, goede
schoenen en gehoorbescherming. Lang haar, lo-
szittende kleding en sieraden kunnen vast komen
te zitten in draaiende onderdelen.
1.8. Laat de hieronder genoemde personen nooit met
de tractor werken:
- Personen die niet zijn opgeleid in de bediening
van de tractor
- Personen die de instructies in deze gebruiksaa-
nwijzing en op de waarschuwingsplaatjes niet
begrijpen.
- Zwangere vrouwen
- Kinderen
Ga na of de plaatselijke wetgeving een minimum-
leeftijd vermeldt voor de bestuurder.
VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
4