Publicité
logbestand aangemaakt.
10.1. SOORTEN LOGGEN
Handmatig loggen op verzoek
- Metingen worden gelogd telkens als op LOG/CLEAR wordt gedrukt.
- Alle handmatige metingen worden opgeslagen in een enkele partij (d.w.z.
registraties die op verschillende dagen zijn gemaakt, delen dezelfde partij)
Logboek bij stabiliteit
- Metingen worden elke keer vastgelegd als LOG/CLEAR wordt ingedrukt en het
stabiliteitscriterium is bereikt.
- Stabiliteitscriteria kunnen worden ingesteld op snel, gemiddeld of nauwkeurig
- Alle stabiliteitsmetingen worden in een enkele partij opgeslagen (d.w.z.
registraties die op verschillende dagen zijn gemaakt, worden in dezelfde partij
geregistreerd).
Intervalregistratie
- Metingen worden continu gelogd met een ingesteld tijdsinterval (bijv. elke 5 of
10 minuten).
- Records worden toegevoegd tot de sessie stopt.
- Voor elke interval logsessie wordt een nieuw lot aangemaakt.
Bij elk logboek wordt een volledige set GLP-informatie opgeslagen, inclusief
datum, tijd, bereikkeuze, temperatuurmeting en kalibratie-informatie.
Handmatig loggen op verzoek
1. Stel in de Setupmodus Log Type in op MANUAL.
2. Druk in het meetscherm op LOG/CLEAR. LCD geeft "PLEASE WAIT" (even
wachten a.u.b.) weer. Het scherm LOG ### "SAVED" (opgeslagen) geeft het
opgeslagen lognummer weer. Het scherm "FREE" ### geeft het aantal
beschikbare records weer. De meter keert vervolgens terug naar het
meetscherm.
Logboek op stabiliteit
1. 1. Stel in de instelmodus Log Type in op STABILITY en de gewenste
stabiliteitscriteria.
2. 2. Druk vanuit het meetscherm op LOG/CLEAR. LCD geeft "PLEASE WAIT"
(even wachten a.u.b.) en vervolgens "WAITING" (wachten) weer, totdat de
stabiliteitscriteria zijn bereikt. Het scherm LOG ### "SAVED" (opgeslagen) geeft
het opgeslagen logboeknummer weer. Het scherm "FREE" ### geeft het totale
aantal beschikbare records weer. De meter keert vervolgens terug naar het
meetscherm.
Opmerking: Als u op ESC of LOG/CLEAR drukt terwijl "WAITING" wordt
weergegeven, wordt het logboek niet opgeslagen.
Intervalloggen
1. 1. Stel in de Setupmodus het Log Type in op INTERVAL (standaard) en het
gewenste tijdsinterval.
2. Druk in het meetscherm op LOG/CLEAR. LCD geeft "PLEASE WAIT" (even
wachten a.u.b.) weer. Het scherm LOG ### LOT ### geeft op de derde LCD-regel
het logboeknummer van de meting (linksonder) en het lotnummer van de
intervallogsessie (rechtsonder) weer.
3. Druk tijdens het loggen op BEREIK/rechts om het aantal beschikbare records
("VRIJ" ###) weer te geven. Druk nogmaals op BEREIK/. om terug te keren naar
het actieve logboekscherm.
4. Druk nogmaals op LOG/CLEAR (of ESC) om de huidige interval logsessie te
beëindigen. LCD geeft "LOG STOPPED" weer. De meter keert terug naar het
meetscherm.
Waarschuwingen voor intervalloggen
"OUT OF SPEC" Er is een sensorstoring gedetecteerd. Het loggen stopt.
"MAX LOTS" Maximum aantal lots bereikt (100). Kan geen nieuwe lots
aanmaken.
"LOG FULL" Logruimte is vol (1000 logs limiet is bereikt). Loggen stopt.
10.2. GEGEVENSBEHEER
- Een lot bevat 1 tot 600 logrecords (opgeslagen meetgegevens)
Publicité
