Publicité
Een laarsoverslag verhindert het binnendringen van materiaal
tussen sokken en veiligheidslaarzen.
Het vizier is aan de buitenzijde van het pak antikrasgecoat.
Het gaspak is voorzien van een zak voor radioapparatuur en
een houder voor de Push-to-Talk-button. Op de zak bevindt
zich de type markering.
De volgende componenten kunnen optioneel op het gaspak
aangebracht zijn:
– Regelventiel PT 120 L of Air-Connect:
ventilatie-eenheid voor het aansluiten van externe
ademluchtbronnen met en zonder koelsysteem voor
binnen in het pak.
– D-Connect:
houder voor extra apparatuur (bijv. warmtebeeldcamera,
meetapparaten, reddingslussen), die aan de linker- of
rechterheup kan worden bevestigd.
– Heupgordel voor lengteaanpassing:
voor het aanpassen van de lengte van het pak
– Anticondensvizier in het pak:
voorkomt beslaan van het vizier.
– Manometerhouder onder het vizier:
voor het bevestigen van de manometer van het
ademluchttoestel in het gezichtsveld van de drager van
het gaspak.
– Gebruiksidentificatienummers:
voor eenvoudiger identificatie van het inzetteam
Markering met een watervaste stift is mogelijk, maar wordt
niet aanbevolen.
3.1
Beoogd gebruik
Het gaspak beschermt tegen gasvormige, vloeibare,
aerosolvormige en vaste gevaarlijke stoffen en tegen
besmettelijke agentia. Het beschermt bovendien tegen de
opname in het lichaam van radioactieve deeltjes.
3.2
Beperking van het beoogde gebruik
Voor bepaalde chemicaliën gelden beperkingen voor wat de
gebruikstijd betreft. Deze is afhankelijk van de concentratie,
de toestand van het toestel en van de
omgevingsvoorwaarden. Hitte en open vuur vermijden. Het
gaspak is niet geschikt voor brandbestrijding. Zie voor
aanvullende informatie: "Technische gegevens", pagina 79.
Het gaspak biedt geen bescherming tegen straling van
radioactieve deeltjes of tegen stralingsschade. Het gaspak
mag niet worden gebruikt als het beschadigd of versleten is.
3.3
Toelatingen
Het gaspak is toegelaten conform:
– EN 943-1:2015+A1:2019 (type 1a)
– EN 14126:2003+AC:2005:1a-B
– EN 1073-1:2016+A1:2018:IL:klasse 4, nominale
beschermfactor 20000
(alleen Dräger CPS 6900 met ventilatie-eenheid)
– EN 1073-2:2002:IL:klasse 3, nominale beschermfactor
500
(alleen Dräger CPS 6900 zonder ventilatie-eenheid)
– EN 14593-1:2018
(alleen Dräger CPS 6900 met ventilatie-eenheid)
– EN 14594:2018
– ISO 16 602:2007+Amd 1:2012
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger CPS 6900
– SOLAS II-2, Reg. 19, consolidated edition 2004
– (EU) 2016/425
– Regulation 2016/425 on personal protective equipment,
as amended to apply in GB
De veiligheidslaarzen van nitril zijn toegelaten volgens:
– EN ISO 20345:2011
– EN 15090:2012
De veiligheidslaarzen van PVC zijn toegelaten volgens:
– EN ISO 20345:2011
Conformiteitsverklaringen:
zie www.draeger.com/product-certificates
3.4
Geteste persoonlijke
veiligheidsuitrusting
VOORZICHTIG
Gevaar van zwaar lichamelijk letsel!
Het gebruik van niet-geteste en niet-toegestane combinaties
van de veiligheidsuitrusting kan tot zwaar lichamelijk letsel
leiden.
► Uitsluitend de volgende combinaties gebruiken.
► Indien andere combinaties moeten worden toegepast,
dient de gebruiker te controleren of deze kunnen worden
gebruikt.
3.4.1 Volgelaatsmaskers
– Dräger FPS 7000
– Panorama Nova Serie
3.4.2 Masker-helmcombinaties
– Dräger S-HPS
3.4.3 Ademluchttoestellen
– PSS 3000, PSS 4000, PSS 5000, PSS 7000, PSS
AirBoss
3.4.4 Veiligheidshelmen
– Dräger HPS 4000
– Dräger HPS 7000
– Dräger HPS SafeGuard
3.4.5 Luchtvoorzieningssystemen
1)
– Dräger Air-Connect
– Regelventiel PT 120 L
3.5
Typemarkering
De typemarkering bevindt zich op de zak in het gaspak.
Let op! Gebruiksaanwijzing in acht
nemen.
Kleding ter bescherming tegen gasvor-
mige, vloeibare, aerosolvormige en
vaste chemicaliën (conform EN 943-
1:2015+A1:2019, type 1a)
1) Niet deel van het EU-typeonderzoek.
|
Beschrijving
71
Publicité
