Sensor voor regionale zuurstofsaturatie voor eenmalig gebruik voor kinderen (Nederlands NL)
UITSLUITEND bestemd voor gebruik met de INVOS
SPFB voor eenmalig gebruik is bestemd voor cerebrale – somatische monitoring van de locatiespecifieke regionale
zuurstofsaturatie (rSO
) bij kinderen met een gewicht van < 40 kilogram. Meer informatie over de instellingen en het
2
gebruik van het INVOS-systeem vindt u in de gebruiksaanwijzing.
CONTRA-INDICATIES: Geen
WAARSCHUWING: De sensor is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik en mag niet hergebruikt worden. Bij
hergebruik kan men onjuiste of onregelmatige meetwaarden of helemaal geen meetwaarden verkrijgen.
Hergebruik houdt ook een verhoogd risico op kruisinfecties tussen patiënten in. De sensoren niet steriliseren met
behulp van autoclaaf of gas.
WAARSCHUWING: De sensor is uitsluitend bestemd voor uitwendig gebruik volgens de instructies. Gebruik de
sensor in geen geval inwendig.
WAARSCHUWING: Dompel het INVOS-systeem of de sensor niet onder in vloeistoffen, om elektrocutie en
beschadiging van het apparaat te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik het INVOS-systeem niet in de buurt van ontvlambare anesthetica of in andere
ontvlambare omgevingen.
VOORZORGSMAATREGEL: De INVOS-metingen geven de toestand van een klein weefselvolume onder de
sensor weer, maar geven soms geen beeld van oxygenatiestoornissen die op andere plaatsen optreden.
VOORZORGSMAATREGEL: Zorg ervoor dat alle stekkers goed zijn aangesloten en vrij zijn van vocht. Door
binnengedrongen vocht kan men onjuiste of onregelmatige meetwaarden of helemaal geen meetwaarden verkrijgen.
VOORZORGSMAATREGEL: Gebruik nooit verschillende INVOS systeemsensoren (volwassene, pediatrische en
neonatale) tegelijk op dezelfde monitor.
VOORZORGSMAATREGEL: Gebruik alleen door Covidien aanbevolen of geleverde accessoires.
Het gebruik van het INVOS-systeem met andere sensoren kan de nauwkeurigheid in het geding brengen.
VOORZORGSMAATREGEL: Bevestig en verwijder de sensor altijd voorzichtig. Bevestig hem niet op
beschadigde of onontwikkelde huid.
VOORZORGSMAATREGEL: De aanwezigheid van één van de volgende substanties of aandoeningen kan tot
onnauwkeurige meetwaarden leiden:
o Indocyaninegroen, indigokarmijn, methyleenblauw of andere intravasculaire kleurstoffen
o Carboxyhemoglobine of andere dyshemoglobines
o Hemoglobinopathieën
o Geconjugeerde hyperbilirubinemie (direct)
o Myoglobine (Mb) in spierweefsel
VOORZORGSMAATREGEL: Breng de sensor niet aan op gebieden met ernstig weefseloedeem, om het risico op
huidletsels te verkleinen.
VOORZORGSMAATREGEL: Het gebruik van een elektrochirurgisch / elektrocauter-instrument in de nabijheid
van het INVOS-systeem kan het signaal storen en tot het uitblijven van metingen leiden.
VOORZORGSMAATREGEL: In ruimten met fel omgevingslicht, bijvoorbeeld direct zonlicht of sterke
operatiezaalverlichting, is het aangewezen de zone rond de sensor met een opake stof te bedekken.
VOORZORGSMAATREGEL: Om drukplekken te voorkomen, mag er geen druk op de sensor worden uitgeoefend
(bijv. hoofdband, verband, tape).
VOORZORGSMAATREGEL: Sensoren hoeven niet te worden verwijderd voor röntgenfoto's of CT-scans. De
sensoren verschijnen echter wel op de afbeelding. Sensoren moeten worden verwijderd voor MRI.
Controle voor gebruik: Neem de sensor uit de verpakking en controleer hem op zichtbare tekenen van beschadiging.
Als u tekenen van beschadiging vaststelt, dient u een andere sensor te gebruiken.
5100/5100B/5100C systemen. De SomaSensor
®
VOORZORGSMAATREGELEN
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Model
®