10.4 Snoeien
• Pas er altijd voor op dat takken kunnen terugspringen.
• Sta niet op de stam bij het verwijderen van takken.
• Zaag niet met het uiteinde van het zaagblad.
• Zaag nooit meerdere takken tegelijk.
• Ondersteun de kettingzaag bij het verwijderen van takken
zoveel mogelijk met de klauwaanslag (15).
• Denk eraan dat de kettingzaag aan het einde van de zaag-
snede onder zijn eigen gewicht kan doorzwaaien. De zaag
ondervindt geen steun meer in de snede. Houd de zaag
goed vast en zorg voor tegendruk.
• Zorg ervoor dat u zelf stevig, stabiel en veilig staat bij het
snoeien en verwijderen van takken.
10.4.1 Snoeien in deelstukken
Maak lange of dikke takken korter voordat u ze volledig van
de boom scheidt met een eindsnede (zie afb. N). De zaagket-
ting (17) kan anders gemakkelijk vastgeklemd raken.
11. Onder spanning staand hout
bewerken
Het is zeer belangrijk dat de juiste volgorde wordt aange-
houden bij het bewerken van hout dat onder spanning staat.
Anders kan de zaagketting (17) vastklemmen of kan er een
terugslag optreden.
Hout waar spanning op staat moet altijd eerst worden inge-
zaagd aan de zijde waar drukkrachten op staan. Daarna kan
pas de eindsnede worden gemaakt aan de zijde waar trek-
krachten op staan.
Zo wordt voorkomen dat de zaagketting (17) vastklemt.
m LET OP
Materiële schade!
Liggend hout mag de grond aan de onderkant van de zaag-
snede niet raken, anders kan de zaagketting (17) beschadigd
raken.
Terugstoot (afb. J)
• Als de zaagketting (17) aan de bovenrand van het geleide-
blad (16) is vastgeklemd, kan de kettingzaag al snel onver-
wacht terugslaan in de richting van de gebruiker.
Naar binnen trekken (afb. K)
• Als de zaagketting (17) aan de onderkant van het gelei-
deblad (16) vastgeklemd, kan de kettingzaag al snel on-
gecontroleerd uit de werkrichting en het hout in worden
getrokken.
Veilig werken
• Houd het apparaat in goede staat om verwondingen te
voorkomen.
• Controleer het apparaat als het is gevallen op significante
schade of defecten.
• Gebruik het apparaat niet als u op een ladder staat of op
een bewegende ondergrond.
• Laat u niet tot een spontane, ondoordachte snede verleiden.
Daarmee kunt u zichzelf en anderen in gevaar brengen.
70
NL/BE
• Wissel regelmatig van werkpositie. Door de trillingen kan
langdurig gebruik van het apparaat leiden tot problemen
met de bloedsomloop in de handen. U kunt de gebruiks-
duur echter door geschikte handschoenen of regelmatige
pauzes verlengen. Denk er ook aan dat een persoonlijke
aanleg tot slechte doorbloeding; lage buitentemperaturen
of grote grijpkrachten bij het werken de gebruiksduur ver-
korten.
11.1 Houten stam is naar onderen gebogen
• Zaag eerst ontlastingssnede 1 (ca. 1/3 van de stamdiame-
ter) aan de zijde waar drukkrachten op staan (zie afb. L).
• Voer vervolgens eindsnede 2 uit (ca. 2/3 van de stamdia-
meter) aan de trekzijde (zie afb. L).
11.2 Houten stam is naar boven gebogen
• Zaag eerst ontlastingssnede 1 (ca. 1/3 van de stamdiame-
ter) aan de zijde waar drukkrachten op staan (zie afb. L).
• Voer vervolgens eindsnede 2 uit (ca. 2/3 van de stamdia-
meter) aan de trekzijde (zie afb. L).
12. Transport
• Gebruik steeds de beschermkap van het geleideblad (27)
voor transport.
• Schakel de kettingzaag vóór elk transport uit, ook bij korte
afstanden. Beveilig de machine tegen omvallen tijdens
transport (ook in voertuigen) om brandstofverlies, schade
of letsel te voorkomen.
• Draag het apparaat alleen aan de voorste handgreep (2).
Het geleideblad wijst daarbij naar achteren, weg van uw
lichaam (zie afb. M).
• Houd de hete geluiddemper uit de buurt van uw lichaam. Er
bestaat gevaar voor brandwonden!
13. Reiniging en onderhoud
Alle instructies betreffende onderhoud en reiniging moeten
regelmatig of dagelijks en voor elke inbedrijfstelling worden
uitgevoerd. Onjuist onderhoud kan ernstige schade aan ei-
gendommen of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. Indien de
gebruiker deze werkzaamheden niet zelf kan uitvoeren, moet
een vakhandelaar worden geraadpleegd.
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Schakel het apparaat voor reinigingswerkzaamheden altijd
uit en trek de bougiestekker (34) eruit.
(zie hoofdstuk 13.4 Onderhoud van de bougie).
Aanwijzing
Na elk gebruik moet het apparaat grondig worden gereinigd.
Voer de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden alleen uit,
zoals in deze gebruikshandleiding is aangegeven. Overige
werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
deskundig vakpersoneel.
Onderhoudswerkzaamheden moeten regelmatig worden uit-
gevoerd (zie het hoofdstuk "Onderhoudsintervallen").