Dit symbool wijst op een desgevallend gevaarlijke situatie.
De risico's bij niet-naleving van de overeenkomstige instructie kunnen bestaan uit lichte letsels voor de
blootgestelde personen of beschadiging van andere zaken.
Opgelet
1.3.2 Algemene tips
Een van de essentiële veiligheidsaspecten bestaat in het uitvoeren van periodieke onderhoudsbeurten (zie onderhoudstabel). Probeer
nooit reparaties of onderhoudswerkzaamheden zelf uit te voeren indien u niet over de nodige ervaring en/of gereedschap beschikt.
Controleer bij ontvangst van uw aggregaat of het materiaal zich in goede staat bevindt en of alle elementen van uw bestelling
aanwezig zijn. Behandel het aggregaat voorzichtig en zonder schokken en zorg ervoor dat de plaats waar het aggregaat zal worden
opgeslagen of gebruikt op voorhand is klaargemaakt.
Alvorens het apparaat te gebruiken moet men weten hoe het onmiddellijk kan worden stopgezet en moet men alle
bedieningen en handelingen onder de knie hebben.
Waarschuwing
Laat nooit anderen het aggregaat gebruiken zonder dat zij vooraf de nodige instructies hebben gekregen.
Laat nooit een kind het aggregaat aanraken, zelfs niet in stilstand. Vermijd het gebruik van het stroomaggregaat in aanwezigheid van
dieren (zenuwachtigheid, schrik etc.).
Start de motor nooit zonder luchtfilter of zonder uitlaat.
Wissel de positieve en negatieve klemmen van de accu's (indien aanwezig) nooit om bij het aansluiten. Een omwisseling kan ernstige
schade aan de elektrische uitrusting teweegbrengen.
Dek een stroomaggregaat nooit af met welk materiaal dan ook terwijl het in werking is of onmiddellijk nadat het is uitgeschakeld
(wacht totdat de motor is afgekoeld).
Bedek het stroomaggregaat nooit met een dunne laag olie als bescherming tegen roest. Sommige conserveringsoliën zijn ontvlambaar.
Bovendien is het inademen van sommige oliën gevaarlijk.
Neem in ieder geval de plaatselijke geldende reglementen op het gebruik van stroomaggregaten in acht.
1.3.3 Voorzorgsmaatregelen tegen elektrocutie
Stroomaggregaten worden gebruikt voor het produceren van elektrische stroom.
Het aggregaat moet tijdens het gebruik altijd geaard zijn om u te beschermen tegen elektrocutie.
Gevaar
Raak geen losgekoppelde aansluitingen aan of kabels waarvan de isolatie is verwijderd. Neem nooit een stroomaggregaat vast met
vochtige handen of voeten. Stel het materieel nooit bloot aan vloeistofspatten of aan weer en wind, of plaats het niet op een natte
vloer. Houd de elektrische kabels en aansluitingen altijd in goede staat.
Gebruik geen materieel in slechte staat dat tot elektrocutie of beschadiging van de uitrusting kan leiden.
Zorg voor een differentiaalbeveiliging tussen het aggregaat en de apparatuur indien de gebruikte kabel/kabels langer is/zijn dan 1
meter. Deze voorziening moet op maximaal 1 meter van de stopcontacten van het stroomaggregaat zijn geplaatst. Gebruik soepele en
stevige kabels, met een rubber mantel, conform IEC 60245-4 of gelijkwaardige kabels. Sluit het stroomaggregaat niet aan op andere
spanningsbronnen, zoals het openbare stroomverdeelnet. In de bijzondere gevallen waar een reserveaansluiting op bestaande
elektrische netwerken is voorzien, mag deze uitsluitend door een bekwaam elektricien worden uitgevoerd, rekening houdend met de
verschillende werking van de uitrusting naargelang gebruik wordt gemaakt van het openbare stroomverdeelnet of het
stroomaggregaat.
De beveiliging tegen elektrische schokken wordt verzorgd door speciaal voor het aggregaat voorziene vermogensschakelaars. Indien
deze moeten worden vervangen, moeten elementen met identieke nominale waarden en karakteristieken worden gebruikt.
1.3.4 Voorzorgsmaatregelen tegen brand
Verwijder alle ontvlambare of explosieve producten (benzine, olie, doeken etc.) terwijl het aggregaat in werking is.
De motor mag niet draaien in omgevingen die explosieve stoffen bevatten, want aangezien niet alle elektrische en
mechanische onderdelen afgeschermd zijn, kunnen vonken ontstaan. Dek het aggregaat tijdens de werking of direct
Gevaar
daarna nooit af (wacht tot de motor is afgekoeld).
1.3.5 Voorzorgsmaatregelen tegen uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten een zeer toxische stof: koolmonoxide. Deze stof kan dodelijk zijn wanneer ze in hoge
concentraties wordt ingeademd.
Gebruik daarom uw aggregaat altijd in een goed verluchte ruimte waar de gassen niet kunnen blijven hangen.
Gevaar
Een goede ventilatie is noodzakelijk voor de goede werking van uw stroomaggregaat. Zonder ventilatie zou de motor snel
oververhitten met ongevallen of beschadiging van het materieel en goederen in de omgeving tot gevolg. Indien echter het aggregaat
binnenin een gebouw moet worden gebruikt, is een aangepaste verluchting noodzakelijk om koolmonoxidevergiftiging van mens of
dier te voorkomen. De uitlaatgassen moeten naar buiten worden afgevoerd.