Bosch 0601B47000 Notice Originale page 129

Zaag alleen materialen die volgens het beoogd gebruik toe-
gestaan zijn.
Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen
geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Zorg ervoor dat de pendelbeschermkap correct werkt en vrij
kan bewegen. Als de gereedschaparm omlaag wordt bewo-
gen, moet de pendelbeschermkap opengaan. Als de gereed-
schaparm omhoog wordt bewogen, moet de pendelbe-
schermkap boven het zaagblad weer sluiten en in de boven-
ste positie van de gereedschaparm vergrendelen.
Positie van de gebruiker (zie afbeelding O)
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
u
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het
zaagblad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een moge-
lijke terugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Kruis uw handen niet vóór de gereedschaparm.
Zagen met afkortbeweging
– Voor zagen met behulp van de afkortvoorziening (1) (bre-
de werkstukken) draait u de vastzetschroef (36) los, als
deze de afkortvoorziening vastklemt.
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste horizontale en/of verticale verstekhoek
in.
– Trek de gereedschaparm zover van de aanslagrails (16)
en weg tot het zaagblad zich vóór het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de gereedschaparm met de handgreep (9) lang-
zaam omlaag.
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aansla-
grails (16) en en zaag het werkstuk met een gelijkmatige
voorwaartse beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Zagen zonder afkortbeweging (kappen) (zie
afbeelding P)
– Voor zagen zonder afkortbeweging (kleine werkstukken)
draait u de vastzetschroef (36) los, als deze de afkort-
voorziening (1) vastklemt. Schuif de gereedschaparm tot
aan de aanslag in de richting van de aanslagrails (16) en
en draai voor het vergrendelen van de aftrekvoorziening
de vastzetschroef (36) weer vast.
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste horizontale en/of verticale verstekhoek
in.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de gereedschaparm met de handgreep (9) lang-
zaam omlaag.
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
Bosch Power Tools
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Zaaglijn markeren (zie afbeelding Q)
Twee laserstralen geven de zaagbreedte van het zaagblad
aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeu-
rig in de juiste positie plaatsen zonder de pendelbescherm-
kap te openen.
– Schakel de laserstralen met de toets in-/uitschakelen la-
ser/werklicht (54) in.
– Stel uw markering op het werkstuk af langs de beide la-
serstralen.
Aanwijzing: Controleer vóór het zagen of de zaagbreedte
nog correct aangegeven wordt . De laserstralen kunnen wor-
den versteld, bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief ge-
bruik.
Toegestane werkstukafmetingen
Maximale werkstukken:
Horizontale Verticale Hoogte [mm] Breedte
verstekhoek verstekhoek
0° 0°
0° 0°
0° 45° (rechts)
0° 45° (links)
45° (rechts/ 0°
links)
60° (rechts) 0°
60° (rechts) 45° (links)
60° (rechts) 45° (rechts)
52° (links) 0°
45° (links) 45° (links)
45° (links) 45° (rechts)
45° (rechts) 45° (links)
45° (rechts) 45° (rechts)
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de mee-
geleverde lijmklem (30) links of rechts van het zaagblad
vastgezet kunnen worden): 100 x 40 mm (lengte x breedte)
max. zaagdiepte (0°/0°): 70 mm
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding R)
De diepteaanslag moet versteld worden, wanneer u een
groef wilt zagen.
– Draai de diepteaanslag (35) naar buiten.
– Draai de gereedschaparm aan de handgreep (9) in de ge-
wenste positie.
– Verdraai de afstelschroef (4) tot het schroefuiteinde de
diepteaanslag (35) raakt.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding S)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke leng-
te kunt u de lengtegeleider (46) (accessoire) gebruiken.
Nederlands | 129
[mm]
70 300
65 312
20 310
45 306
65 214
70 150
40 150
20 150
70 190
40 214
20 214
40 214
20 214
1 609 92A 8KY | (07.03.2023)