Nahetgebruik
•
Laat uw gasgrill na het gebruik nog 5 minuten doorbranden, zodat overtollig vet en aankoekingen
verbranden die anders de branderopeningen zouden kunnen verstoppen.
•
Een "uitbranden" is niet noodzakelijk en vormt ook geen voldoende reinigingsproces.
•
Na het gebruik drukt u alle draairegelaars (gasventiel) naar binnen en draait u deze rechtsom naar de
stand «• OFF».
•
Neem de paragraaf "Veiligheidsinstructies voor het opbergen en opslag" in acht
•
Ontdoe met een borstel met lange steel de grillroosters van vet- en etensresten. Onderdelen kunnen
heet zijn. Bescherm uw handen met een grillhandschoen.
•
Na volledige afkoeling van uw gasgrill verwijdert u alle vetophopingen op de uitneembare vetopvang-
schaal en op alle afvoeren die daarheen leiden.
•
Reinig de buitenvlakken en verwijder marinade- en vetophopingen met een mild reinigingsmiddel. Let
hierbij op de instructies van de producent.
•
Berg de grill in de draagtas op nadat deze volledig is afgekoeld en berg hem op een plaats op die
beschermd is tegen weersinvloeden.
Eerstegebruiknaopslag
Wanneer u de gasgrill aan het begin van het barbecueseizoen, na de winter of na langere tijd weer in
gebruik neemt, moet u volgende stappen uitvoeren:
•
Lees de bedieningshandleiding opnieuw zorgvuldig door.
•
Kijk op www.roesle.com naar een update van uw bedieningshandleiding.
•
Voer de stappen in de paragraaf "Vóór de ingebruikname van de gasgrill" zorgvuldig uit.
•
Controleer de vulstand van de gasfles.
•
Controleer en reinig de ventielsproeiers op de ventielbasis.
•
Controleer het ventiel- en ontstekingsgedeelte op spinnen en andere insecten. Deze nestelen zich hier
graag in. Daardoor wordt de gasstroom belemmerd.
Controleer en reinig extra als zich een van de volgende symptomen voordoet:
•
Gasgeur bij zeer gele en zwakke vlamvorming.
•
De grill bereikt niet de temperatuur.
•
De grill verhit ongelijkmatig.
•
Een of meerdere branders ontsteken niet.
131