Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker
Gebruikersprogramma oproepen:
3. Selecteer met de draaiknop 1 het symbool „Gebruikersprogramma".
Druk de knop dan kort in om het submenu te openen.
► Het submenu „Gebruikersprogramma's" verschijnt en op het
display verschijnt onderstreept het laatst gebruikte gebruikers-
programma.
4. Druk de draaiknop opnieuw in voor een ander gebruikersprogramma.
► De waarde verschijnt nu tegen een groene achtergrond en kan
worden gewijzigd.
► Er zijn 5 gebruikersprogramma's beschikbaar [1-5].
► Voor het bevestigen van de instelling de draaiknop opnieuw
indrukken.
5. De cursor (onderstreept) rechtsom op „Start" zetten en de draaiknop
kort indrukken.
► Het gebruikersprogramma wordt gestart.
Eigen gebruikersprogramma's maken:
U kunt eigen gebruikersprogramma's maken. Hierbij wordt een voorin-
gesteld gebruikersprogramma overschreven. Voer hiervoor volgende
stappen uit:
1. Start alle functies die met het gebruikersprogramma moeten worden
ingeschakeld.
2. Selecteer met de draaiknop 1 het symbool „Gebruikersprogramma".
Druk de knop dan kort in om het submenu te openen.
3. De cursor (onderstreept) linksom op „Opslaan" zetten en de draai-
knop kort indrukken.
► De instellingen worden in het geselecteerde gebruikersprogram-
ma opgeslagen.
► Voor het uitschakelen van gebruikersprogramma's gebruikt u de
functie „Alles uit".
Pag. 46/62