10.5 De temperatuur controleren
De barbecue is uitgerust met krachtige branders, wat betekent
dat u deze snel kunt opwarmen en u de temperatuur constant
kunt houden. Als u echter grilt met een gesloten deksel, moet u
ervoor zorgen dat de barbecue niet te heet wordt. Controleer dus
regelmatig de dekselthermometer en neem de volgende
richtlijnen in acht:
•
Een normale gaartemperatuur bedraagt ongeveer 210 °C. Bij
een hogere temperatuur kunnen druipend en aangekoekt vet
echter ontbranden.
•
De temperatuur mag nooit langer dan vijf minuten hoger zijn
dan 300 °C. Is dit wel het geval, dan kan de barbecue
beschadigd en vervormd raken.
Als de barbecue te heet wordt, laat u deze afkoelen door
1
het deksel te openen en een lagere stand te kiezen voor
de branders.
10.6 De warmte optimaal gebruiken
Het middelste deel van de kuip is warmer dan de randen. Om het
warmste deel zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken, is de
barbecue uitgerust met roosters van verschillende formaten. De
volgende roosters zijn inbegrepen:
•
Eén groot rooster om in het midden van de kuip te plaatsen.
•
Twee kleinere roosters om aan de zijkanten van de kuip te
plaatsen.
Als u de roosters correct in de kuip plaatst en alle branders
ontsteekt, zal het volledige middenrooster maximaal verwarmd
worden. Op die manier breidt u het warmste deel van de kuip uit
en kunt u het roosteroppervlak van de barbecue optimaal
benutten.
10.7 De warmtezones benutten
Wanneer alle branders ontstoken zijn, verspreiden de
branderkappen de warmte zo gelijkmatig mogelijk over het
rooster. Niettegenstaande deze gelijkmatige verwarming, zijn
sommige zones toch warmer dan andere. U kunt deze
warmtezones benutten om uw voedsel perfect te gaan grillen:
Zone
Warm?
Voor
Warm
Midden
Warmer
Achter
Warmst
U kunt ook warmtezones creëren door te spelen met de
2
kracht van de branders. U kunt bijvoorbeeld een brander
op een lagere stand zetten en de zone boven die brander
gebruiken voor delicaat voedsel of voedsel dat een tijdje
moet garen.
30
All manuals and user guides at all-guides.com
Gebruiken voor...
Grillen van delicaat voedsel (garnalen,
vis enz.)
Bereiden van voedsel dat een tijdje
moet garen (bv. worst, kippenbillen
enz.)
Vlees en groenten dichtschroeien
10.8 Opflakkeringen vermijden
Tijdens het grillen kunnen er opflakkeringen voorkomen. Dit is
normaal. Te veel opflakkeringen verhogen echter de temperatuur
in de barbecue en kunnen opgehoopt vet doen ontbranden.
Opflakkeringen vermijden:
•
Zorg ervoor dat de kuip schoon is wanneer u begint te
grillen. Wij raden u aan voor elk gebruik een nieuwe Leaf
de kuip te plaatsen. Zie "11.2 De kuip reinigen".
•
Controleer regelmatig of de vetafvoeropening vrij is en of de
vetdruipschaal of -kop nog niet vol is.
•
Snijd bij het grillen van vet vlees overtollig vet weg, sluit het
deksel en zet de branders op een gemiddelde of lage stand.
11
DE BARBECUE ONDERHOUDEN
11.1 Het rooster reinigen
Het is aan te bevelen het rooster na elk gebruik te reinigen met
de Barbecook cleaner. Ga als volgt te werk:
1
Spuit het schuim op het rooster en laat het even inwerken.
Het schuim verandert van kleur terwijl vuil en vet worden
losgeweekt.
2
Verwijder het schuim met een zachte spons en water en
spoel het rooster grondig.
3
Droog het rooster goed en bewaar het op een droge plaats.
Dit voorkomt roestvorming.
U kunt het rooster ook reinigen met een zacht
2
reinigingsmiddel of met natriumbicarbonaat. Gebruik
nooit ovenreinigers om het rooster te reinigen.
www.barbecook.com
®
in