Gebruik
Vrijwillige verticale
evacuatie
Vrijwillige evacuatie op
hellend vlak
Reddingsoperaties
* : gebruik van een ladder alleen
** : gebruik op tracpode-drievoet van Tractel
*** : Nee, indien het gebruik een derope™-toestel alleen, of als het gebruik van een derope™-toestel met een hijstoestel
NL
voor personen het toelaat de te evacueren persoon naar boven te brengen om het valbeveiligingssysteem te
ontspannen.
GEVAAR: Bij daalbewegingen, is het gebruik
van het derope™-toestel beperkt in de last, in de
daalhoogte en in het aantal herhaalde dalingen.
In het geval van een unieke daling:
– de maximale last bedraagt 225 kg voor een maximale
daalhoogte van 200 m.
Daalhoogte
Gebruikslast
GEVAAR: Na elk gebruik, hetzij een unieke
daling of hetzij herhaalde daalbewegingen, moet
het derope™-toestel gecontroleerd worden door
een hiervoor opgeleide en bevoegde persoon.
GEVAAR:
daalhoogte onder toezicht te houden. Als de
gecumuleerde daalhoogte de beperkingen van
tabel van § 10-1 overschrijdt, ongeacht de tijd die
nodig was om deze cumul te bereiken, moet het
toestel gereviseerd worden volgens de § 10-1, uit te
voeren door een hiervoor opgeleide en bevoegde
persoon.
Het toestel kan gebruikt worden tussen -35°C en
+50°C.
GEVAAR: Het toestel moet droog zijn, streng
inbegrepen om bij negatieve temperaturen gebruikt
te worden (tussen -35°C en 0°C).
GEVAAR: De persoon die het derope™-toestel
gebruikt moet meer dan 30 kg wegen.
GEVAAR: Het is verboden het derope™-
toestel tijdens de werking en voordat het afgekoeld
is aan te raken om elk risico op brandwonden te
vermijden.
58
derope™ STD
derope™ UP A
Ja
Ja
(***)
®
Maximaal aantal herhaalde daalbewegingen
Minder dan 100 kg
Meer dan 100 kg en
minder dan 150 kg
Meer dan 150 kg en
minder dan 225 kg
Men
dient
de
gecumuleerde
derope™ UP B
Ja
Ja (*)
Ja
Nee
Ja
Ja (*)
boven een opening zoals bijvoorbeeld een put, een silo, enz.
– de maximale daalhoogte bedraagt 400 km voor een
maximale last van 150 kg.
Bij herhaalde daalbewegingen is het gebruik van het
derope™-toestel beperkt in de last, in de daalhoogte
en in het aantal herhaalde dalingen volgens de
beperkingen aangegeven in de onderstaande tabel.
< 50 m
< 125 m
60
24
20
8
6
2
7.2. Vrijwillige verticale evacuatie:
Dit soort evacuaties moet uitgevoerd worden met het
derope™-toestel STD, het derope™-toestel UP A, het
derope™-toestel UP B of het derope™-toestel UP K,
de twee laatste modellen zijn bestemd om gebruikt te
worden vanaf een ladder.
De te evacueren persoon moet uitgerust zijn met een
valbeveiliging (EN 361), een reddingsharnas (EN 1497)
of een reddingsriem (EN 1498 klasse A of B).
Bij een vrijwillige verticale evacuatie mag de persoon
zich niet meer dan 20° verwijderen in verhouding tot de
verticale lijn om het schommeleffect te vermijden.
1. Ga als volgt te werk na de installatie van het
derope™-toestel conform de instructies van § 6.
2. Koppel de te evacueren persoon of uzelf via de
connector op het uiteinde van de evacuatiestreng
van het derope™-toestel op:
– een verankerpunt van de valbeveiliging EN 361:
deze punten zijn gemarkeerd met een A als ze
alleen gebruikt kunnen worden of met A/2 als ze
gebruikt moeten worden in combinatie met een ander
verankerpunt, gemarkeerd A/2.
– een verankerpunt van het reddingsharnas EN 1497 of
de reddingsriem EN 1498 klasse A of B zijn door een
etiket dichtbij dit verankerpunt geïdentificeerd.
3. Trek aan de vrije draad van de streng om de
evacuatiekoord op te spannen.
derope™ UP K
derope™ UP R
Ja (*)
Nee
Nee
Nee
Ja (*)
Ja (**)
< 200 m
< 400 m
15
7
5
2
1
Verboden