Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Vlammen van de brander
Zet elke brander aan. De vlammen moeten blauw van kleur zijn,
zonder een spoor van geel. De vlammen van de brander mogen niet
fladderen of van de brander wegwaaien. De binnenste kegel van de
vlam moet tussen 1/2" en 3/4" lang zijn.
Super afgedichte oppervlakte branders
BELANGRIJK
Belemmer de verbrandings- en ventilatieluchtstroom niet.
rond de branderroosterranden
Branderkap en gasverdeler
Houd de branderdop en de gasverdeler altijd op hun plaats als u een
oppervlaktebrander gebruikt. Een schone branderdop en spreider
helpen slechte ontsteking en ongelijkmatige vlammen voorkomen.
Reinig de onderdelen altijd na een lekkage en verwijder en reinig ze
routinematig volgens het hoofdstuk "Algemene reiniging".
Branderbasis en injector
Het gas moet vrij door de injectoropening stromen om goed te kunnen
branden. Houd dit gebied vrij van aarde en laat geen gemorste
vloeistoffen, voedsel, schoonmaakmiddelen of andere materialen in
de opening van de injectoropening terechtkomen.
Bescherm het tijdens het schoonmaken.
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
Wees er zeker van als je de brander aansteekt:
• De gasverdeler zit goed op zijn plaats en de pen is goed uitgelijnd
met de gleuf van de branderbasis.
• De kap zit goed op zijn plaats en de pen is goed uitgelijnd met de
gleuf van de gasspreider.
Branderpoorten
Controleer de vlam van de brander af en toe. Een goede vlam is blauw
van kleur, niet geel.
Houd dit gebied vrij van aarde en laat geen gemorste vloeistoffen,
22 - Werking gasfornuis
voedsel, schoonmaakmiddelen of andere materialen in Branderpoorten
van de branderpoorten terechtkomen.
Gasbrander reinigen:
BELANGRIJK
Voordat u begint met schoonmaken, moet u ervoor zorgen
dat alle bedieningselementen uit zijn en dat de kookplaat
koel is.
1. Verwijder de branderkap van de branderbasis en reinig deze
volgens het hoofdstuk reiniging.
2. Verwijder de branderverdeler.
Reinig de opening van de gasleiding en de branderopening
volgens het hoofdstuk reiniging.
3. Reinig de brandervoet met een vochtige doek (houd het gebied
rond de gasinspuiter vrij van reinigingsmiddelen en zorg dat er
geen ander materiaal in de opening van de inspuiter terechtkomt).
4. Plaats de branderspreider en de kap terug en zorg ervoor dat de
uitlijnpennen goed in de gleuven liggen.
5. Zet de brander aan.
Als de brander niet aangaat, controleer dan de uitlijning van de
kap en de verdeler. Als de brander nog steeds niet aangaat, mag u
de gasbrander niet zelf onderhouden.
Neem contact op met een opgeleide reparatiespecialist.
OPENGEWERKTE TEKENING VAN DE BRANDER
NL
35
Publicité
