7 - Gasbehoefte
NL
GEKWALIFICEERDE SERVICEMONTEUR OF INSTALLATEUR VAN
GASTOESTELLEN MOET DE GASTOEVOERAANSLUITING MAKEN.
De dichtheidscontrole van het toestel moet worden uitgevoerd door de
installateur volgens de gegeven instructies.
Instructies voor de installatie van het toestel
(Plaatsing en ventilatievereisten)
De voorschriften voor de installatie, het onderhoud en de werking van
gastoestellen voor huishoudelijk gebruik zijn van toepassing.
Een uittreksel van dit reglement staat hieronder. Voor alle indicaties die
niet gedekt zijn, wordt verwezen naar de bovenvermelde verordeningen.
Positionering
De verbrandingsproducten van kooktoestellen moeten altijd worden
afgevoerd naar geschikte afzuigkappen, die moeten worden
aangesloten op een schoorsteen of rookkanaal of rechtstreeks naar
buiten het gebouw moeten worden afgevoerd. In situaties waarin het
niet mogelijk is om een afzuigkap te installeren, kan een elektrische
afzuigventilator, geïnstalleerd in een raam of een buitenmuur kan
worden gebruikt, mits aan alle eisen van de ventilatievoorschriften
wordt voldaan; de ventilator moet worden ingeschakeld wanneer het
toestel in werking is.
Ventilatie
Het is van essentieel belang dat de ruimte waarin de gastoestellen zijn
geïnstalleerd, voldoende wordt geventileerd, zodat alle toestellen de voor
de verbranding benodigde hoeveelheid verse lucht krijgen.
Om een adequate luchtstroom te verzekeren, kan het nodig zijn openingen
te maken overeenkomstig de volgende voorschriften:
a) met een dwarsdoorsnede van 6 cm2 per kW met een minimumdoorsnede
van 100 cm2 (deze openingen mogen ook worden gecreëerd door de
opening tussen de onderkant van de deuren en de vloer te vergroten);
b) onderaan een buitenmuur, bij voorkeur tegenover de muur waar de
verbrandingsproducten worden afgezogen ;
c) de plaatsen van de openingen moeten zo worden gekozen dat zij
niet kunnen worden geblokkeerd en indien zij in buitenmuren zijn
aangebracht, moeten zij worden beschermd met roosters, metalen
roosters, enz. die aan de buitenzijde van de muur worden aangebracht.
14
VENTILATIE
Indien in de ruimte een elektrische afzuigventilator voor de afvoer van
vervuilde lucht is geïnstalleerd, moeten de voor de luchtverversing
aangebrachte openingen een ventilatiedebiet van ten minste 35 m3/u
per kW geïnstalleerd vermogen mogelijk maken.
Gasaansluiting
De oven is ontworpen om zowel op aardgas (methaan) als op
vloeibaar gas (LPG) te werken, en kan gemakkelijk van het ene op
het andere type worden omgeschakeld volgens de instructies in het
desbetreffende gedeelte van dit boekje.
De aansluiting op de gastoevoer moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerde technici en in overeenstemming met de voorschriften.
Als het toestel op gasflessen (LPG) moet werken, een drukregelaar die
aan de eisen voldoet.
Stijve pijpaansluiting
De aansluiting op het gasnet kan geschieden via een starre buis die
stevig aan fitting "G" is bevestigd, of via een flexibele slang van roestvrij
staal met doorlopende wand, met een maximumlengte van 2 meter.
De fitting "G" en de afdichting "C" worden met het toestel meegeleverd
en voldoen aan de normen.
BELANGRIJK
Gebruik twee moersleutels om de fitting "G" in de gewenste stand
te draaien. Wanneer de fitting in de gewenste stand staat, moer "A"
stevig aandraaien.
AANSLUITING STIJVE PIJP
G
A
B
BELANGRIJK
Na het aansluiten van het toestel op de gastoevoer (of op de flessen
vloeibaar gas) CONTROLEERT u de aansluitingen op lekken met
een oplossing van zeepwater (gebruik nooit een open vlam).
C