De montagelocatie van de ontgassingsuitrusting moet zodanig zijn dat gewaarborgd is dat bediening, service, tests, onderhoud,
montage en demontage permanent kunnen plaatsvinden, zonder hinder en onder veilige omstandigheden. Het oppervlak waarop de
ontgassingsuitrusting wordt geïnstalleerd moet voldoende stabiliteit en steun bieden. Houd rekening met het feit dat de maximum
krachten die kunnen optreden het eigen gewicht en de systeemwatervulling omvatten.
Indien stabiliteit niet kan worden gewaarborgd, bestaat het gevaar dat de eenheid kantelt, of onder belasting beweegt waardoor
defecten en persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt.
De omgevingsatmosfeer dient vrij van elektrisch geleidende gassen, hoge concentraties van stof en agressieve dampen te zijn.
Er bestaat explosierisico indien er brandbare gassen aanwezig zijn.
Afhankelijk van het proces kan de watertemperatuur in de unit toenemen tot 90 °C, bij onjuist gebruik kan de temperatuur zelfs hoger
worden dan 90 °C. Er bestaat dus gevaar van brandwonden.
Onder water staande uitrusting mag niet worden gebruikt. Bij kortsluiting in de elektrische uitrusting worden personen of andere
levende wezens in het water geëlektrocuteerd. Verder bestaat het gevaar van storingen en gedeeltelijke of niet te repareren schade
aan afzonderlijke onderdelen als gevolg van verzadiging met water en corrosie.
4.8
Lawaaireductie
Zorg ervoor dat de installatie zo min mogelijk lawaai maakt door gebruik te maken van de modernste technologie (bijv. door het
gebruik van geluidsabsorberende leidingkoppelingen).
4.9
NOODSTOP / NOOD-UIT
De Noodstopfunctie, zoals vereist in de Europese richtlijn 2006/42/EC bevindt zich bij de betreffende hoofdschakelaar op het
bedieningspaneel. Indien meer veiligheidsvoorzieningen zijn vereist door de configuratie of de werking van het warmtetoestel, worden
deze ter plaatse gemonteerd.
4.10 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
PBM moet worden gebruikt bij het uitvoeren van potentieel gevaarlijke werkzaamheden en andere activiteiten (bijv. lassen) om het
risico van persoonlijk letsel te voorkomen of te minimaliseren indien geen andere maatregelen kunnen worden genomen. Deze dienen
te voldoen aan de eisen gesteld door de hoofdaannemer of gebruiker van de ruimte of de locatie in kwestie.
Indien geen eisen worden gesteld aan de bediening van de automaat zijn geen PBM vereist. Minimum eisen zijn goed passende
kleding en stevige, gesloten schoenen met anti-slipzolen.
Andere diensten vereisen beschermende kleding en uitrusting voor de betreffende handelingen (bijv. transport en montage: stevige
en nauwsluitende werkkleding, voet bescherming [veiligheidsschoenen met stalen neuzen], hoofdbescherming [veiligheidshelm],
handbescherming [veiligheidshandschoenen]; onderhoud, reparatie en revisie: stevige, nauwsluitende werkkleding, voetbescherming,
handbescherming, oogbescherming [veiligheidsbril]).
4.11 Toegestane druk- / temperatuurniveaus overschrijden
Het ontgassingssysteem dient ervoor te zorgen dat de toegestane druk of de toegestane gemiddelde temperatuur in de installatie
(de verwarmingsinstallatie) niet kan worden overschreden. Overmatige druk en temperatuur kunnen leiden tot overbelasting van
componenten, niet te repareren schade aan componenten, functieverlies en, als gevolg daarvan, ernstig persoonlijk letsel en schade
aan eigendommen. Regelmatig dienen controles / inspecties van deze beveiligingen uitgevoerd te worden.
4.12 Systeemwater
Onbrandbare soorten water zonder vaste stoffen of vezelige bestanddelen die geen gevaar vormen voor de samenstelling en die
geen schade toebrengen aan water-geleidende componenten van het ontgassingssysteem (bijv. drukonderdelen, pompen en
motorkleppen) of die invloed hebben op de werking. Componenten die proceswater geleiden zijn leidingen, slangen naar het vat,
systeem en systeemaansluitingen en hun behuizingen, sensors, pompen en vaten. Toepassing van een verkeerd medium kan tot een
verminderde werking en schade aan componenten leiden en - als gevolg daarvan - ernstig persoonlijk letsel en schade.
Het medium moet aan de eisen van VDI 2035 voldoen! Ontzilt water moet een conductie hebben van 10 tot 100 ps/cm met een pH
waarde die niet hoger is dan in VDI 2035 toegestane waarde afhankelijk van het gebruikte materiaal.
4.13 Beveiligingen
De geleverde uitrusting is voorzien van de vereiste veiligheidsvoorzieningen. Om hun effectiviteit te testen of de opbouwcondities
te herstellen, moet de uitrusting eerst uit bedrijf genomen worden. Uit bedrijf nemen van het systeem betekent dat de netspanning
uitgeschakeld en het hydraulisch systeem geblokkeerd moet worden.
4.13.1
Mechanische gevaren
De ventilatorkap op de pomp beschermt gebruikers tegen persoonlijk letsel veroorzaakt door bewegende onderdelen. Controleer
vóór de inbedrijfstelling dat de kap geschikt voor het doel en goed bevestigd is.
4.13.2
Elektrische gevaren
De veiligheidsklasse van de elektrische onderdelen voorkomt persoonlijk letsel als gevolg van mogelijk levensbedreigende
elektrocutie.
De veiligheidsklasse is tenminste IP42 (4: Bescherming tegen toegang met een draad; 2: Bescherming tegen spatwater indien de
behuizing onder een hoek van 15° staat.) Het deksel van de regeleenheid, het deksel van de pomptoevoer, de aansluiting van de
motorkogelkraan, de pakkingbussen van de kabeldoorvoeren en de stekkers van de kleppen moeten voor de inbedrijfstelling op hun
effectiviteit worden gecontroleerd. Controleer of de aarde-aansluitingen stevig vastzitten. De druksensors, de drukschakelaar en de
temperatuursensor worden door gezekerde laagspanning aangestuurd.
Vermijd laswerkzaamheden aan aanvullende uitrusting die elektrisch is verbonden is met de Vacumat Eco. Zwerf-lasstroom of een
ondeugdelijke massa-aansluiting kunnen tot brand en schade aan onderdelen van de unit (bijv. de regelunit) leiden.
56