DAB KV 3 Instructions De Mise En Service Et D'entretien page 37

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
Onregelmatige overgangen tussen de diameters van de leidingen en nauwe bochten verhogen het vervalverlies enorm. De eventuele
overgang van een leiding met een kleine diameter naar één met een grotere diameter moet trapsgewijs verlopen. Gewoonlijk moet de lengte
van de overgangskegel 5÷7 van het verschil in diameters bedragen.
Zorgvuldig controleren of de koppelingen van de zuigleiding geen luchtinfiltratie mogelijk maken.
Controleren of de pakkingen tussen de flens en de contraflens goed centraal zitten, zodat deze geen weerstand bieden aan de stroom in de
leiding. Om te vermijden dat zich luchtzakken in de zuigleiding vormen voor een lichte positieve helling van de zuigleiding naar de electropomp
zorgen. Afb. D (bladz 1)
In geval van installatie van meerdere pompen moet iedere pomp een eigen zuigleiding hebben; uitgezonderd alleen de reservepomp (indien
voorzien), die alleen in geval van mankementen aan de hoofdpomp de werking van één enkele pomp per zuigleiding verzekert door in
werking te treden.
Vóór en achter de pomp moeten sluitventielen gemonteerd zijn, zodat vermeden wordt de installatie te moeten legen in geval van
onderhoud op de pomp.
Men moet de pomp niet laten functioneren met dichte sluitventielen, gezien men in deze omstandigheden een verhoging van de
vloeistoftemperatuur en de vorming van stoomdruppels binnen de pomp zou krijgen en daardoor mechanische schade. In geval deze
mogelijkheid zou bestaan voor een by-pass circuit of een ontlastingsmechanisme zorgen, dat naar een opvangstank voor de vloeistof
voert.
Om een goede functionering en het hoogste rendement van de electropomp te garanderen moet men het niveau van de N.P.S.H. (Net
Positive Suction Head, d.w.z. netto zuiglast) van de betreffende pomp kennen om het zuigniveau Z1 te bepalen. De krommes met
betrekking tot de N.P.S.H. van de verschillende pompen zijn weergegeven op bladz. 95-96. Deze berekening is belangrijk, opdat de
pomp op de juiste manier kan werken, zonder dat zich cavitatieverschijnselen voordoen, die zich voordoen, als bij de ingang van het
rad de absolute druk tot dergelijke waarden zakt, dat de vorming van stoomdruppels binnen de vloeistof mogelijk wordt, waardoor de
pomp onregelmatig werkt met een daling van de pershoogte. De pomp mag niet met cavitatie werken, omdat dit onherstelbare schade
aan het rad veroorzaakt en ook een enorm lawaai voortbrengt, dat lijkt op metalen gehamer.
Om het zuigniveau Z1 te bepalen moet men de volgende formule toepassen:
waar:
Z1 = nivo verschil in meters tussen de as van de elektropomp opzuig mond en het vrij oppervlak van de op te pompen vloeistof
Pb = barometrische druk in mca volgens de installatie plaats (Afb. 3, bladz 76)
NPSH = netto gewicht bij opzuiging volgens het werkpunt (Afb. 5-6, bladz 77-78)
Hr = gewicht verlies in meters op de hele opzuig buis (buis – bochten – bodem kleppen)
pV = vloeistof stoomdruk in meters volgens de temperatuur in C° (zie Afb.4, bladz 76).
Voorbeeld 1 :installatie op zeespiegel en vloeistof op t= 20°C
aangevraagde N.P.S.H.:
pb :
Hr:
t:
pV:
Z1:
Voorbeeld 2 : installatie op 1500 m hoogte en vloeistof op t = 50°C
aangevraagde N.P.S.H. :
pb :
Hr:
t:
pV:
Z1:
Beispiel 3: Installation auf dem Meeresspiegel und Flüssigkeit bei t = 90°C
aangevraagde. N.P.S.H.:
pb :
Hr:
t:
pV:
Z1:
Bij dit laatste geval, om goed te functioneren, moet de pomp met een positieve drukkracht van 1,99 – 2 m. werken; met andere woorden het vrije
water oppervlak moet van 2 m.hoger ten opzichte van de pomp opzuigmond zijn.
N.B. Het is altijd goed om een veiligheids marge te voorzien (0,5 bij koud water) om rekening met eventuele fouten of
onvoorziene veranderingen te houden. Deze marge is van bijzonder belang in geval van vloeistoffen met temperaturen naast
Z1 = pb – verlangde N.P.S.H. – Hr – juiste pV
3,25 m
10,33 mca (Afb.3, bladz 76)
2,04 m
20°C
0.22 m (Afb.4, bladz 76)
10,33 – 3,25 – 2,04 – 0,22 = 4,82 circa
3,25 m
8,6 mca (Afb.3, bladz 76)
2,04 m
50°C
1,147 m (Afb. 4, bladz 76)
8,6 – 3,25 – 2,04 – 1,147 = 2,16 circa
3,25 m
10,33 mca (Afb.3, bladz 76)
2,04 m
90°C
7,035 m (Afb. 4, bladz 76)
10,33 – 3,25 – 2,04 – 7,035 = -1,99 circa
NEDERLANDS
34
.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Kv 6Kv 10Kv 32Kv 40Kv 50

Table des Matières