Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
obstructies en/of omstanders achter u bevinden. NOOIT
passagiers meenemen.
Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongelukken of gevaarlijke
situaties die ontstaan voor andere mensen of hun
bezittingen. Tijdens maaiwerkzaamheden altijd stevig
schoeisel dragen en een lange broek. De machine niet
bedienen op blote voeten of als u open sandalen draagt.
Controleer regelmatig de grasbak op slijtage of
slechtere werking. Als u een vreemd voorwerp hebt
geraakt de grasmaaier controleren op schade en
repareren voor u de machines weer start en in werking
zet.
Als de machine abnormaal sterk begint te trillen
onmiddellijk controleren.
TRANSPORT
Zorg dat de maai-eenheden stevig vast zitten in de
transportstand. Niet transporteren met draaiend
maaimechanisme.
Tijdens het rijden rekening houden met de gesteldheid
van het wegdek en het te maaien terrein, hellingen en
plaatselijke bulten.
Door onverwacht snelheid te minderen of te remmen
kunnen de achterwielen van de grond komen.
Denk eraan dat de stabiliteit van de achterkant van de
machine vermindert naarmate brandstof wordt verbruikt.
ACHTER HET STUUR VANDAAN KOMEN
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond. Voor u
uit de bestuurdersstoel stapt de motor afzetten en
controleren of alle bewegende delen stil staan. Trek de
rem aan en ontkoppel alle aandrijvingen. Haal de sleutel
uit het contact.
HELLINGEN
WEES EXTRA VOORZICHTIG BIJ HET WERKEN OP
HELLINGEN
Plaatselijk golvend terrein en verzakkingen veranderen
de algemene helling. Vermijd ondergrond waarop de
machine weg kan glijden. Op hellingen en bij scherpe
bochten het toerental van de machine laag houden.
Door plotselinge vermindering van snelheid of remmen
kunnen de achterwielen van de grond komen. Denk
eraan dat een "veilige" helling niet bestaat. Wees
bijzonder voorzichtig als u over met gras begroeide
hellingen rijdt.
NL
JAMAIS de passagers.
N'oubliez jamais que l'opérateur ou l'utilisateur est
responsable des accidents dont peuvent être victimes
d'autres personnes ou leurs biens, ainsi que des
risques auxquels ces personnes ou leurs biens peuvent
être exposés.
Lorsque la machine doit être mise en stationnement,
remisée ou laissée sans surveillance, abaissez les
dispositifs de coupe, à moins que les dispositifs de
blocage soit utilisés.
Pendant la tonte, portez toujours des chaussures
solides et des pantalons longs. N'utilisez pas le
matériel nu-pieds ou en sandales ouvertes.
Vérifiez souvent le dispositif de collecte des déchets
d'herbe pour vous assurez qu'il n'est ni usé ni
endommagé. Si vous heurtez un corps étranger,
examinez la tondeuse pour vous assurez qu'elle n'est
pas endommagée et réparez tous dégâts éventuels
avant de redémarrer et d'utiliser le matériel.
Si la machine se met à vibrer excessivement, vérifiez-la
immédiatement.
TRANSPORT
Vérifiez que les unités de coupe sont bien verrouillées.
La machine ne doit jamais être déplacée alors que le
mécanisme de coupe tourne.
Conduisez en tenant toujours compte des conditions
de surface et de déclivité locales.
Une décélération ou freinage brusques peuvent faire
cabrer les roues arrière.
N'oubliez pas que la stabilité de l'arrière de la machine
diminue au fur et à mesure que le réservoir de carburant
se vide.
AVANT DE QUITTER LA CABINE DU TRACTEUR
Garez la machine sur un sol plat. Avant de quitter la
cabine du tracteur, arrêtez le moteur et vérifiez que
tous les organes mobiles sont bien arrêtés. Serrez le
frein et désengagez tous les entraînements. Retirez la
clé de contact.
PENTES
SOYEZ PARTICULIEREMENT VIGILANT LORSQUE
VOUS TRAVAILLEZ SUR DES PENTES
Les déclivités locales et les ornières changent la
physionomie générale de la pente. Evitez les conditions
qui peuvent amener la machine à glisser. Maintenez
une vitesse faible sur les pentes et lors de virages
serrés.
Une décélération ou freinage brusques peuvent faire
cabrer les roues arrière. Souvenez-vous qu'une pente
F
GB-F-NL-7
Publicité
