Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
OPMERKING: De zij eenheden zijn uitgerust met
automatische afslagkleppen, waardoor de cilinders
stoppen met draaien, en die in werking treden als de
hefarm van de eenheid meer dan 20° boven de grond
wordt getild. De aandrijving wordt automatisch weer
ingeschakeld als de eenheid weer omlaag wordt
gebracht.
TRANSPORT
Veiligheidspallen (afb. 56) moeten altijd worden
aangebracht als de maaier wordt
getransporteerd.
Als de machine over grotere afstanden moet
worden getransporteerd moet de aandrijving
van de krachtafnemer worden losgekoppeld om
circulatie van olie in het hydraulisch systeem te
stoppen.
OPMERKING: Het kan nodig zijn, bij een hoge
maaihoogte instelling, om de maaihoogte van
eenheid 6 en 7 te verminderen om te zorgen dat de
totale transportbreedte van de machine binnen de
wettelijke maximum grens van 2,5m blijft.
ACHTERUITRIJDEN
De maaier achteruit rijden met de eenheden
omlaag moet alleen worden gedaan als de
machine op een terrein wordt gebruikt met veel
gras en er geen hindernissen zijn.
KORTE HELLINGEN OF OEVERS
Deze kunnen gemaaid worden terwijl de tractor
op een vlakke ondergrond rijdt met eenheid 4
en 6 (rechter kant) of eenheid 5 en 7
(linkerkant) op de helling. De maximum helling
die met deze methode gemaaid kan worden
bedraagt 30° omhoog en 20° omlaag.
BELANGRIJK: Als afzonderlijke eenheden voor het
maaien niet nodig zijn moeten ze met hun
veiligheidspallen worden vergrendeld in de
opgeklapte transportstand.
NL
mouvement.
REMARQUE: Les unités latérales sont équipées de
valves de suppression automatiques, chargées
d'interrompre la rotation des cylindres. Elles
fonctionnent lorsque le bras de levée de l'unité est
levé à plus de 20° du sol. Les cylindres se remettent
automatiquement en marche lorsque l'unité recouvre
une position inférieure.
TRANSPORT
Les attaches de sécurité (fig. 56) doivent
toujours être en place lors du transport de la
tondeuse.
Pendant les longs trajets de la machine la prise
de force doit être débrayée pour interrompre la
circulation de l'huile à l'intérieur du circuit
hydraulique.
REMARQUE: Il peut s'avérer nécessaire, dans les
cas où la hauteur de coupe nécessite un réglage haut,
de réduire la hauteur de coupe des unités 6 et 7 pour
faire en sorte que la largeur totale pendant le
transport de la machine reste conforme à la limite
maximum réglementaire (2.5m).
MARCHE ARRIERE
La tondeuse ne doit être déplacée en marche
arrière avec les unités en position basse que
lorsque la machine se trouve sur une surface
recouverte d'un bon tapis d'herbe et qu'aucun
obstacle ne risque d'en empêcher le
déplacement.
PENTES DOUCES OU PLANS INCLINES
Ces surfaces peuvent être tondues à condition
que le tracteur se trouve sur une surface
horizontale et que soit utilisées les unités 4 et 6
(côté-droit) ou les unités 5 et 7 (côté-gauche)
sur la pente. L'inclinaison maximum autorisée
par cette méthode est de 30° vers le haut et
20° vers le bas.
IMPORTANT: Lorsqu'une unité n'est pas utilisée pour
la tonte, elle doit être verrouillée à l'aide des attaches
de sécurité, et mise en position haute de transport.
F
GB-F-NL-51
Publicité
