QUELQUES CONSEILS DE MISE EN ROUTE
Avant mise en route s'assurer que les principaux boulons sont tous bien bloqués.
Vérifier que les éléments sont tous équipés de leur bon disque, montés dans le bon sens, que
les sélecteurs sont en place conformément aux instructions de la page 20, que les galets et
tendeurs de chaîne ne sont pas freinés par la peinture.
S'assurer aussi de l'aplomb du semoir (attelage vertical, barre porte-outil parallèle au sol), du
débattement de chaque élément, du branchement de tous les tuyaux.
Le cardan ne doit pas atteindre un angle trop important au relevage : si c'est le cas réduire le
régime de la prise de force en bout de champ (à 400 tr/min les graines restent encore "collées").
En dehors des manœuvres indispensables ne jamais conserver inutilement le semoir relevé
turbine embrayée.
Vérifier et surveiller l'alignement des pignons et chaînes de blocs roues et boîte de distances.
Ne pas essayer de semer par temps pluvieux.
VITESSE DE TRAVAIL
Cette vitesse devra être choisie en fonction de la densité de semis et de l'état du terrain.
Une forte densité de semis oblige le disque à une rotation rapide toujours néfaste à la distribution
surtout si les graines sont légères et naturellement difficiles à sélectionner.
Pour une densité désirée, choisir le disque qui comporte le plus de trous.
De même, une avance trop rapide ne peut que nuire à la régularité de terrage et entre graines
surtout si le terrain est motteux et chaotique.
A titre indicatif une bonne vitesse de semis serait de 2-3 km/h pour de fortes densités (50 - 100
gr/m) et pour les densités maximum permises par chaque disque, de 3-4 km/h pour des densités
moyennes, de 4-5 km/h pour de faibles densités avec des graines faciles à sélectionner et en
bonnes préparations de terrain.
ENTRETIEN
Pression de gonflement des pneumatiques 1 bar.
Les paliers et moyeux sans graisseur apparent sont munis de bagues ou roulements graissés à
vie : aucun graissage ne s'impose donc à leur niveau.
Graissage une fois par jour de travail des chaînes de boîte de distances, de blocs roues et
d'éléments (utiliser de préférence du gazole qui ne retient pas la poussière).
Huiler sans excès axes et galets de chaînes.
Vérifier en cours de campagne le blocage des pièces d'attelage car le desserrage des écrous
provoquerait la rupture des brides ou boulons.
Nettoyer l'intérieur des boîtiers (en retirant les couvercles) et vérifier les trous des disques
(bouchages) au moins 1 fois par demi-journée de travail surtout si les graines sont petites et
difficiles à semer.
A l'occasion de chaque nettoyage, vérifier, sur les couvercles, la souplesse des différents pions
bronze, des sélecteurs et éjecteurs).
Ne pas laisser séjourner de graines ou de microgranulés dans les boîtiers surtout par
temps humide.
Campagne terminée, effectuer une vidange et un nettoyage complet avant d'entreposer le
matériel à l'abri de la poussière et de l'humidité.
TIPS BIJ DE INBEDRIJFSTELLING
Voor de inbedrijfstelling controleren of de belangrijkste bouten goed vast zitten.
gemonteerd, dat de selectieschrapers geplaatst zijn volgens de instructie van pagina 20, dat de
rollen en kettingspanners niet door verf geremd worden.
Controleer ook of de zaaimachine goed gesteld is (verticale aankoppeling, werktuigbalk
evenwijdig aan de grond), of de positie van elk element juist is en of alle slangen goed zijn
aangesloten.
De cardanas mag geen te grote hoek maken bij het omhoog zetten: als dit wel zo is verminder
dan de aftaksnelheid aan het einde van het veld (bij 400 rpm blijven de zaden nog "plakken").
Laat, behalve bij noodzakelijke handelingen, de zaaimachine nooit omhoog staan met de
turboventilator aangekoppeld.
Controleer en zie toe op de uitlijning van de vingers en de kettingen van de wielblokken en
afstandsunits.
Probeer niet te zaaien bij regenachtig weer.
WERKSNELHEID
DE snelheid moet gekozen worden op grond van de zaaidichtheid en de staat van het
terrein.
Voor een hoge zaaidichtheid is een hoge rotatiesnelheid van de schijf nodig, wat ten koste gaat
van de verspreiding, vooral bij lichte zaden die moeilijke te selecteren zijn.
Kies voor de gewenste dichtheid de schijf met de meeste gaten. Daarbij, een te hoge snelheid
komt de regelmatigheid van het aandrukken en het aandrukken tussen de zaden niet ten goed,
vooral bij een terrein met kluiten en onregelmatigheden.
Ter indicatie, een goede zaaisnelheid ligt op 2-3 km/h bij hoge dichtheid (50 - 100 z/m) en bij de
maximale dichtheid voor elke schijf, op 3-4 km/h voor gemiddelde dichtheid, op 4-5 km/h voor
lage dichtheid met makkelijk te selecteren zaden en een goed voorbereid terrein.
ONDERHOUD
Bandenspanning 1 bar.
Lagers en naven zonder smeeropening worden zijn voorzien van levenslang smeervrije ringen
of rollers: deze hoeven niet gesmeerd te worden.
De kettingen van de afstandsunits, wielblokken en elementen moeten een keer per werkdag
gesmeerd worden (gebruik bij voorkeur dieselolie wat geen stof vasthoudt).
Olie assen, en kettingrollers met mate.
Controleer bij het vergrendelen van de aankoppeling of de bouten goed zijn aangedraaid, losse
bouten kunnen zorgen dat er bouten of beugels afbreken.
Maak de binnenkant van de units schoon (haal de deksels er af) en controleer de gaten van
de schijven (verstoppingen) minimaal 1 maal per halve werkdag, vooral als de zaden klein en
lastig te zaaien zijn.
Controleer, steeds als u schoonmaakt, de soepelheid van de bronzen vingers, de
selectieschrapers en uitwerpsystemen).
Laat nooit zaad of micro-korrels in de units staan bij vochtig weer.
Maak het materiaal na het zaaien volledig leeg en schoon voordat u het stof- en vochtvrij opslaat.
30
START-UP AND OPERATING INSTRUCTIONS
Before putting the planter into operation, check that all main bolts are properly tightened.
Make sure that all planting units are equipped with the correct seed disc, installed in the proper
way and the seed scrapers are properly set in accordance with the instructions on page 20. The
chain rollers and tighteners may be stiff because of paint. Make sure they are loose.
Also check that the planter is level (hitch vertical and toolbar parallel to the ground), the proper
position of each metering unit and the correct connection of all hoses.
The PTO shaft should not be in too much of an angle during lifting. If the angle is too steep,
reduce the PTO speed at the end of the field (normally the seed will remain "stuck" even at 400
rpm). Except for when necessary, do not leave the turbofan running while the planter is in a
raised position.
Check and control the proper alignment of sprockets, drive wheel chains and seed spacing
gearbox.
Do not try to plant in wet weather.
WORKING SPEED
This speed should be chosen as a function of the seed population and the ground
conditions.
A heavy seed population will cause the seed disc to rotate rapidly hindering the proper
distribution even more so if the seeds are light and thus difficult to meter. For the proper seed
population, choose the disc provided with the largest number of holes.
Excessive speed will hinder the planting accuracy and accurate seed spacing especially if the
ground is cloddy and rough.
For your guidance, a good planting speed would be 2-3 km/h (1 1/2 to 2 mph) for high seed
populations (50 – 100 seeds/mtr) (40") and for the max. seed populations allowed for each disc,
3-4 km/h (2 to 2 1/2 mph) for average seed populations, 4-5 km/h (2 1/2 to 3 1/2 mph) for low
seed populations with seeds easy to meter and in fields that are well prepared.
MAINTENANCE
Tire pressure : 1 bar
Bearings and hubs without a grease zerk are lubrcated for life, therefore no greasing is
necessary.
Lubricate the chains of the seed spacing gearbox, drive wheel blocks and planter units once a
day (preferably with chain oil to prevent the dust from sticking).
Oil the chain rollers and shafts moderately.
Check during the planting season to see if the bolts of the hitch are tight as loose bolts may
cause the brackets bolts to break.
Remove the covers of the metering box to clean the inside of the metering box and check the
holes of the discs (plugging) at least once every half working day especially when planting small
or difficult seeds.
When cleaning check the brass fingers, scrapers and ejectors in the covers.
Do not leave any seeds or microgranulates in the boxes, especially during wet weather.
As soon as the planting season is over, empty the boxes an thoroughly clean the machine
before storing it in a dry and dust-free place.
Некоторые инструкции по эксплуатации
Прежде чем использовать сеялку проверьте надежность затяжки болтов.
Прежде чем использовать сеялку проверьте надежность затяжки болтов.
Проверить правильность установки дисков на сеющих узлах, правильность установки
разделителей в соответствии с инструкциями на стр. 18. Убедиться в том, что ничто не
препятствует работе натяжных цепей.
Проверить положение сеялки (вертикальная сцепка, перекладина – держатель
параллельно почве), убедиться в правильности расположения каждого узла, и
правильности подсоединения всех шлангов.
Карданный вал не должен находится под слишком большим углом при подъеме.
Если это имеет место, сократить количество оборотов при поворотах на краю поля
(при 400 об \ мин семена как бы «приклеиваются» к сеющим дискам). В период между
маневрами центрифуга должна быть выключена, а сеялка поднята.
Следить за выравниванием зубчатых колес и цепей блок-колес в коробке интервала.
Не сеять в дождливое время.
Скорость работы
Скорость выбирается в зависимости от плотности высевания и состояния почвы.
При высокой плотности диск должен вращаться с повышенной скоростью, что пагубно
отражается на рассевании, особенно если семена легкие и их сложно отбирать.
Чтобы получить желаемую плотность, необходимо выбирать диски, имеющие наиболшее
количество отверстий.
Слишком быстрое продвижение плохо влияет на закапывание, особенно если почва имеет
комья.
Предположительно, оптимальная скорость составляет 2 -3 км / час для плотности посева 50 –
100 г \ м (высокая плотность и максимальная плотность, разрешенная для каждого диска); 3.4
км / час при средней плотности; 4 – 5 км /час при низкой плотности, при легко разделяющихся
семенах и на хорошо подготовленной почве.
Обслуживание
Подшипники и втулки не нуждаются в смазке. Они самосмазывающиеся.
Необходимо 1 раз в день смазывать цепи коробки интервала, блочных колес и сеющих
элементов (использовать газойль, не содержащий примесей).
Умеренно смазывать оси и шкивы цепей.
В ходе работы проверять детали крепления, скобы, болты, стержни.
Очищать все отсеки изнутри (сняв крышку), проверять, не забились ли отверстия дисков
как минимум 2 раза в день, особенно, если семена мелкие.
При очистке проверять состояние бронзовых пальцев,разделителей, эжекторов.
Не оставлять в отсеках семена и микрогранулы, особенно при влажной погоде.
Закончив работу, продуть и очистить отсеки, затем поставить технику в место, защищенное
от пыли и влаги.