Contra-indicaties
•
De sensor en Smart-zender zijn niet compatibel met MRI-procedures (magnetic resonance imaging). Patiënten dienen geen MRI-procedure te ondergaan wanneer de sensor is ingebracht of wanneer
ze de Smart-zender dragen. Als een MRI-scan toch nodig is, moet de sensor voorafgaand aan de procedure worden verwijderd.
•
Het systeem is gecontra-indiceerd voor mensen voor wie dexamethason of dexamethasonacetaat mogelijk gecontra-indiceerd is.
•
Therapeutische producten, zoals mannitoloplossingen die intraveneus of via irrigatie worden toegediend, kunnen leiden tot hogere mannitolconcentraties in het bloed, wat te hoge metingen van de
glucosespiegel door de sensor tot gevolg kan hebben.
Risico's en bijwerkingen
De glucosewaarschuwingen en -meldingen zijn niet hoorbaar voor de gebruiker wanneer het geluid van het mobiele apparaat van de gebruiker is uitgeschakeld. Als het systeem geen glucosewaarde
kan weergeven, kunnen ook geen glucosewaarschuwingen worden gegeven. Als de patiënt de Smart-zender niet voelt trillen, merkt hij/zij mogelijk de waarschuwingen niet op. De door het systeem
berekende glucose kan iets afwijken van een bloedglucosemeter. Dit kan veroorzaken dat een waarschuwing op een ander moment wordt afgegeven dan het geval zou zijn als de waarden van het
systeem altijd overeenkwamen met de waarden van de bloedglucosemeter. Als de patiënt niet regelmatig bloedglucosemetingen doet en een waarschuwing mist, is hij/zij mogelijk niet op de hoogte
van lage of hoge bloedglucoseniveaus. De patiënt kan zonder het door te hebben medische hulp nodig hebben wanneer hij/zij een hoge of lage glucosewaarde heeft. Als de patiënt zijn/haar glucose niet met
een bloedglucosemeter meet wanneer hij/zij symptomen van een laag of hoog bloedglucoseniveau heeft OF als hij/zij symptomen heeft die niet overeenkomen met de sensorglucosemetingen, mist
hij/zij mogelijk een incident van hoge of lage glucose. Als de patiënt niet altijd zijn/haar glucose test met een bloedglucosemeter voordat hij/zij een behandelingsbeslissing neemt, kan de patiënt per
ongeluk een hoog of laag bloedglucoseniveau veroorzaken omdat de werkelijke glucosewaarden iets kunnen afwijken van de waarden die het systeem weergeeft.
De sensor wordt ingebracht door een kleine incisie te maken en de sensor onder de huid te plaatsen. Deze procedure kan infectie, pijn of huidirritatie veroorzaken. Daarnaast kan het kleefmiddel een reactie
of huidirritatie veroorzaken.
94
Instructies voor het inbrengen en verwijderen van de Eversense XL CGM-sensor