Elektrische aansluiting 230 V
(alleen BM 10 EL, BM 14 EL)
De elektrische aansluiting 230 V mag alleen door een
vakman (in Duitsland bijv. volgens VDE 0100, deel 721
of IEC 60364-7-721) worden uitgevoerd. De hier gegeven
instructies zijn niet bedoeld om de leek aan te zetten de aan-
sluiting zelf te doen, maar dienen als extra informatie voor de
vakman die de aansluiting moet uitvoeren!
De verbinding naar het net geschiedt door middel van een
kabel 3 x 1,5 mm
2
(bijv slangleiding H05VV-F) aan een ver-
deeldoos (niet tot de levering behorend).
Houd bij het aansluiten rekening met de kleuren!
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet bij de
inbouw een scheidingsvoorziening met een contactafstand
van minstens 3,5 mm voor een totaal polige scheiding ten
opzichte van het net aanwezig zijn.
Kabel van het bedieningselement, aansluitkabel 230 V en ver-
warmstaf volgens aansluitingsplan aansluiten.
1 = Kabel van het
bedieningselement
2 = Aansluitkabel 3 x 1,5 mm
3 = Kabel van het
verwarmingselement
4 = bruin
5 = groen
6 = blauw
7 = geel
8 = wit
9 = geel/groen
Afb. K
Breng de verdeelkast (57) in de buurt van het toestel – op de
bodemplaat of aan de wand – aan (kabellengte 150 cm).
Gasaansluiting
De werkdruk van het toestel van 30 mbar (zie type-
plaat) moet overeenstemmen met de werkdruk van de
gasvoorziening.
De gastoevoerleiding 8 mm wordt aan de aansluiting met snij-
ringverbinding aangesloten. De ingesloten snijringen dienen
overeenkomstig met de toegepaste gasbuis te worden geko-
zen (bij koperbuis steunhuls en messing-snijring). Bij het vast-
schroeven zorgvuldig met een tweede sleutel tegenhouden!
Zorg voor het aansluiten op de boiler dat de gasleidingen vrij
zijn van vuil, houtresten enzovoort!
De buizen moeten zodanig worden geplaatst, dat
het toestel makkelijk kan worden uitgebouwd voor
onderhouds werkzaamheden.
Het aantal koppelingen in gasleidingen die gelegd zijn in door
personen gebruikte ruimtes moet tot het technisch onvermij-
delijke minimum worden beperkt.
De gasinstallatie moet voldoen aan de technische en admini-
stratieve voorschriften van het betreffende land van gebruik
(in Europa b.v. EN 1949 voor voertuigen of EN ISO 10239 voor
boten). Nationale voorschriften en bepalingen (in Duitsland
bijv. het DVGW-werkblad G 607 voor voertuigen, G 608 voor
boten of BGV 146 voor boten van de commerciële binnen-
scheepvaart) moeten in acht genomen worden.
2
Controle van de werking
Na de inbouw moet de dichtheid van de gastoevoerleiding
volgens de drukverminderingsmethode gecontroleerd wor-
den. Een keuringsverklaring (in Duitsland b.v. conform DVGW-
werkblad G 607 voor voertuigen of G 608 voor boten) moet
afgegeven worden.
Gebruik de boiler nooit als er geen water in zit! Het is
toegestaan het elektrisch functioneren kort zonder wa ter te
testen. Voor de ingebruikname van het toestel dient eerst de
ge bruiks aanwijzing te worden doorgenomen!
Waarschuwingen
De gele sticker met de waarschuwingsvoorschriften die bij
het apparaat gevoegd is, moet door de monteur of booteige-
naar / voertuigeigenaar op een voor elke gebruiker duidelijk
zichtbare plaats in het voertuig (bijv. op de kledingkastdeur)
aangebracht worden! Als u deze sticker niet hebt, moet u die
bij Truma aanvragen.
47