Installatie Instructies; Inbouwvoorwaarden/Instructies Voor De Planning; Inlaatgedeeltes; Apparaten In Gescheiden Constructie - ABB CoriolisMaster FCB330 Mode D'emploi

Débitmètre massique coriolis
Masquer les pouces Voir aussi pour CoriolisMaster FCB330:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 111
4.5

Installatie Instructies

4.5.1

Inbouwvoorwaarden/instructies voor de planning

De CoriolisMaster FCB330, FCB350, FCH330, FCH350 is
geschikt voor installatie binnen en buiten. Het
standaardapparaat beschikt over de beschermingsklasse IP
67. De meetwaardeopnemer werkt bidirectioneel en kan in een
willekeurige montagepositie worden gemonteerd. Een
volledige vulling van de meetbuizen moet op ieder moment
worden gegarandeerd. De materiaalbestendigheid van alle
onderdelen die in aanraking komen met het medium moet
duidelijk zijn.
De volgende punten moeten bij de inbouw in acht worden
genomen:
— In de gewenste inbouwrichting wordt de
meetwaardeopnemer in de pijlrichting doorstroomd. Het
debiet wordt dan positief aangegeven (optioneel kan een
toevoer-/afvoerkalibratie worden geleverd).
— De aanwezigheid van gasbellen in de meetbuis kan vooral
bij de dichtheidsmeting tot meer meetfouten leiden. Daarom
mag de meetwaardeopnemer niet op het hoogste punt van
de installatie worden gemonteerd. Ideaal is een zo laag
mogelijke montageplaats met een U-vormige buisgeleiding.
— Erop letten dat de in het medium opgeloste gassen niet
uitgassen en de meetbuizen altijd volledig gevuld zijn. Om
dit te garanderen wordt een minimale tegendruk van 0,2
bar (2,9 psi) aanbevolen.
— Bij de meting van gassen erop letten, dat de gassen droog
en vrij van vloeistoffen zijn.
— Erop letten dat de dampdruk van het medium bij onderdruk
in de meetbuis of bij vloeistoffen met een laag kookpunt
niet wordt onderschreden.
— Erop letten dat er tijdens het gebruik geen
faseveranderingen in het medium plaatsvinden. Bij
gasvormige media moet een vloeibare fase worden
vermeden.
— Lange afvoerleidingen achter de meetwaardeopnemer
vermijden, om te voorkomen dat de meetbuizen leeglopen.
— De apparaten kunnen direct voor/na bochtstukken, kleppen
of andere componenten worden ingebouwd, voor zover
hierdoor geen cavitatie wordt veroorzaakt.
— Het apparaat is geschikt voor gebruik in industriële
toepassingen. Zolang de elektromagnetische omgeving van
het toepassingsgebied voldoet aan de "Best Practice"
volgens de in de "EC-conformiteitsverklaring" genoemde
normen, zijn verder geen speciale maatregelen nodig. Bij
elektromagnetische velden die sterker zijn dan de
gebruikelijke waarde moet voldoende afstand worden
aangehouden.
— Erop letten dat de meetwaardeopnemer niet in contact
komt met andere voorwerpen. Meetwaardeopnemer niet
aan de behuizing bevestigen.
— In principe zijn voor het apparaat geen special
ondersteunings- of dempingsmiddelen nodig.
In industriële en maritieme installaties, die volgens de "Best
Practice" zijn aangelegd, worden de krachten die normaal
op het apparaat worden uitgeoefend voldoende
opgevangen. Dit geldt ook voor het in serie of parallel
inbouwen van apparaten. Voorwaarde hiervoor is dat het
apparaat volgens de voorschriften wordt gebruikt en
ingebouwd.
— Om schade aan de procesaansluitingen en leidingen door
dwarskrachten te voorkomen, moeten bij zwaardere
apparaten ter plaatse geschikte ondersteuningsmiddelen
worden aangebracht.
4.5.2

Inlaatgedeeltes

De meetwaardeopnemer heeft geen inlaatgedeeltes nodig.
Erop letten dat ventielen, schuifkleppen, kijkglazen etc. in de
buurt van de meetwaardeopnemer niet caviteren en niet door
de meetwaardeopnemer gaan trillen.
4.5.3

Apparaten in gescheiden constructie

Op een correcte plaatsing van de meetwaardeopnemer en de
meetomvormer letten. De bij elkaar horende apparaten zijn op
het typeplaatje gekenmerkt met dezelfde eindgetallen
bijvoorbeeld X001 en Y001 of X002 en Y002.
4.5.4

Drukverlies

Het drukverlies hang af van de eigenschappen van het
medium en het debiet.
Hulpmiddelen voor het berekenen van de drukverliezen
kunnen worden gedownload op www.abb.com/flow.
4.6

Inbouwposities

De debietmeter werkt in alle inbouwposities. De optimale
inbouwpositie is de verticale inbouw met doorstroom van
onder naar boven.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De bij de EHEDG-conforme montage vereiste zelflediging van
de debietmeter is alleen bij verticale inbouw gegarandeerd.
4.6.1

Verticale inbouw in stijgleiding

Afb. 6:
Verticale inbouw, zelflegend
CoriolisMaster FCB330, FCB350, FCH330, FCH350 | CI/FCB300/FCH300-X1 Rev. F NL - 15
G10302

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières