Bijzonderheden Van Selve Radioaandrijving; Montage En Elektrische Aansluiting; Inbouw Van De Aandrijving In De Aandrijfas - Selve SE Plus-R Notice D'utilisation

NL

Montage en elektrische aansluiting

2.3. Bijzonderheden van SELVE radioaandrijving

Alle SELVE radioaandrijvingen ontvangen radiosignalen op de radiofrequentie
868,3 MHz. In deze aandrijvingen kunnen alle SELVE-intronic zenders worden
ge programmeerd. Er kunnen max. 16 zenders in één motor worden geprogrammeerd.
De gebruiksaanwijzing van de zenders moet in acht worden genomen.
Door de wettelijke bepalingen voor radio-installaties en de aard van de bebouwing is
de reikwijdte van draadloze besturingen beperkt.
Let erop dat er gedurende het projecteren een storingvrije ontvangst is. Vooral wanneer
de zender zich in een andere ruimte bevindt als de SELVE elektronische draadloze
buismotoren. Let er op dat de besturing niet in de directe nabijheid van metalen
oppervlakken wordt geïnstalleerd. Ook sterke, plaatselijke zendinstallaties met een
identieke frequentie kunnen het storingvrij functioneren van de installatie storen.
3. Montage en elektrische aansluiting
Attentie! Risico van verwonding door een elektrische schok!
Aansluiting alleen in spanningsvrije toestand!
Uitsluitend in ingebouwde toestand functioneert de aandrijving goed.
Waar-
schuwing!

3.1. Inbouw van de aandrijving in de aandrijfas

1. Loopring-adapter en koppelingsadapter aanbrengen op de motor en bevestigen
met de koppelingsadapter-beveiliging.
2. Schuif de aandrijving vormgesloten in de aandrijfas. De aandrijving mag hierbij
geen schokken krijgen. Loopring- en koppelingsadapter mogen in de aandrijfas
geen speling hebben.
3. De aandrijving zo nodig axiaal borgen, bijv. door het vastschroeven van de aan-
drijfas op de koppelingsadapter. Niet boren in de buurt van de aandrijving!
4. Bevestig de aandrijfas met aandrijving en aandrijfashuis in de lagers. Knik de
motorkabel en de antenne niet en leg ze zodanig dat er geen beschadigingen
aan leiding of antenne kunnen ontstaan. Leg de antenne niet parallel aan de
motorkabel. De antenne mag niet worden ingekort of verlengd. Leg – om te
voorkomen dat er water in de motor loopt – de motorkabel in een boog naar
beneden zodat stromend water erlangs naar beneden kan lopen.
5. Bevestig het scherm aan de aandrijfas.
66