De Sonopuls kan normaal gebruikt worden tijdens
het laden van de accu. Het uitschakelen van de
Sonopuls verkort de laadtijd van de accu. Let er op
dat het lampje voor de lichtnetadapter [7] brandt, dit
geeft aan dat de lader goed functioneert.
Behandelkoppen
De behandelkoppen en hun kabels dienen geregeld
gecontroleerd te worden op beschadigingen, zoals
haarscheurtjes, waardoor vloeistof zou kunnen bin-
nendringen.
Reinig het contactoppervlak na iedere behandeling.
Zorg ervoor dat er geen contactstof op de behandel-
kop achterblijft. Verder raden wij aan de kabel en de
kop dagelijks te reinigen met lauw water.
De behandelkoppen mogen gedesinfecteerd worden
met een met 70% alcoholoplossing bevochtigde
doek.
Elektroden en sponsjes
De rubberelektroden dienen gereinigd te worden met
lauw water. In geval van hardnekkig vuil en voor
desinfecteren van de rubberelektroden mag een
70% alcoholoplossing gebruikt worden. De rubber-
elektroden kunnen hierbij afgeven.
De sponsjes dienen na gebruik gewassen te wor-
den in warmwater met een huishoudelijk schoon-
maakmiddel. Spoel ze daarna met water uit en laat
ze dakpansgewijs drogen.
Beschadigde sponsjes dienen te worden vervangen.
Het is mogelijk dat bij een lage hardheidsgraad van
het water de sponsjes onvoldoende geleiden, waar-
door de gewenste stroomsterkte niet wordt bereikt.
In deze gevallen kunt u een zoutoplossing gebrui-
ken. Dit verhoogt de geleidbaarheid van het water.
Wanneer de elektroden niet gebruikt worden, die-
nen de sponsjes verwijderd te worden. Dit verhoogt
de levensduur van de elektroden en sponsjes.
Wij raden aan sponsjes en een set elektroden in
voorraad te houden.
Patiëntenkabel
Controleer de kabel geregeld op beschadigingen en
slechte contacten. Wij adviseren een patiëntenkabel
in voorraad te houden.
Milieu Informatie
Uw Sonopuls bevat materialen die hergebruikt kun-
nen worden en/of schadelijk zijn voor het milieu. Bij
het afvoeren, aan het einde van de levensduur, kun-
nen gespecialiceerde bedrijven uw Sonopuls demon-
teren om er de schadelijke materialen en de her te
gebruiken materialen uit te halen. Hiermee draagt u
bij tot een beter milieu.
16
Informeer s.v.p. naar de plaatselijke regels voor
het afvoeren van apparatuur en toebehoren.
AANWIJZINGEN BIJ STORINGEN
Lampjes en display lichten niet op
•
Mogelijk is de accu geheel ontladen. Probeer het
apparaat met de lichtnetadapter te gebruiken.
Code op het Ultrageluid vermogen display
Het apparaat heeft tijdens of na de zelftest een fout
gevonden. Verwijder de eventueel aangesloten toe-
behoren en zet het apparaat opnieuw aan. Neem
contact op met uw leverancier als de code opnieuw
verschijnt. Het apparaat is vermoedelijk defect.
De contactcontrole werkt niet
Ga eerst na of een ultrageluidsbehandeling is gese-
lecteerd. Controleer de contactcontrole door de kop
in een bakje met water te houden. Het kan namelijk
zijn dat de contact-controle wel werkt maar dat de
gebruikte contactgel niet voldoet. Als u meerdere
behandelkoppen heeft, kunt u proberen na te gaan
of het probleem in de gel, de behandelkop of in het
apparaat zit.
Geen of onvoldoende uitgangsstroom
•
Controleer de patiëntenkabel op breuk of slecht
contact.
•
Zorg ervoor dat de sponsjes voldoende nat zijn.
•
Gebruik eventueel een zoutoplossing.
•
Reinig de elektroden en controleer op slecht con-
tact.
•
Bij een combinatie-instelling is de maximale
uitgangsstroom voor bipolaire interferentie be-
perkt tot 60 mA.