11. Toepassing van de hogedrukspuit
11.1 Toepassingsgebieden
Deze hogedrukspuit is geschikt voor het
verstuiven van toegelaten vloeibare
bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten
(pesticiden), ongedierte (insecticiden) en onkruid
(herbiciden) evenals vloeibare meststoffen die in
de erkende vakhandel verkrijgbaar zijn. Wij
adviseren uitsluitend de bestrijdingsmiddelen
tegen plantenziekten te gebruiken die door het
Duitse instituut voor biologische teelt zijn
toegelaten.
De motoraangedreven hogedrukspuit wordt
gebruikt in de boomkwekerijen, het bosbeheer, de
fruitteelt, de wijnbouw, de groenteteelt en de
glasteelt bij voldoende verluchting.
Gebruik de machine niet bij wind of regen om een
verspreiding van het sproeimiddel over een
uitgestrekte oppervlakte te vermijden.
Controleer de windrichting, alvorens met de
werkzaamheden te beginnen.
Sproei niet in de richting van openstaande deuren
en vensters, auto's, dieren, kinderen of alles wat
door chemicaliën kan worden beschadigd.
Ga bijzonder voorzichtig te werk tijdens het
sproeien.
Sproei bij voorkeur 's morgens of 's avonds, omdat
het dan meestal windstil is. Let erop dat u ook
uitsluitend besproeit wat echt moet worden
besproeid.
In elk geval wordt een voorzichtig gebruik
aanbevolen.
11.2 Drukregeling
Naargelang de instelling van de sproeier, het
sproeiertype, het sproeimiddel, het toerental etc.
kan of moet u een bepaalde sproeidruk werken.
Deze druk moet steeds gelijkmatig worden
ingesteld. De manometer (16) op de
bedieningshendel (15) dient ter controle.
Aanwijzing: De manometer geeft de sproeidruk
alleen aan als de bedieningshendel tijdens het
sproeien geopend is.
N.B.
Werk niet in het sleepbereik van de koppeling.
Verhoog na instelling van de sproeidruk op de
drukregelaar eventueel het toerental van de motor
met behulp van de gasregelhendel.
Laat de motor van de hogedrukspuit niet
gedurende langere tijd met een gesloten handklep
lopen. Dit geldt in het bijzonder bij hoog ingestelde
sproeidruk.
Toepassing van de hogedrukspuit
De druk kan worden ingesteld door:
a) het toerental van de motor dat met de
gasregelhendel (8) regelbaar is
lager toerental lagere druk
Bij gebruik van de motoraangedreven spuit met
hoge sproeidruk stelt u in op volgas. Als er geen
hoge sproeidruk vereist is, stelt u de gashendel
in op ¾ volgas. Zo spaart u brandstof.
b) Regeling met de drukregelaar (10)
naar rechts draaien hogere druk,
naar links draaien lagere druk.
Om een onafhankelijke aanpassing van de
drukinstelling voorkomen, volgens de drukinstelling
van de drukregelaar met de borgmoer (x) vast te
stellen.
De waarde van de geselecteerde sproeidruk mag
niet hoger liggen dan 20 bar.
11.3 Sproeier / verstuivingswaardens
Als standaardsproeier is een dubbele
hogedrukstraalpijp (18) voorgemonteerd.
Met deze sproeier gelden de volgende
verstuivingswaarden.
Sproeidruk in bar Verstuivingsvolumes in l/min
5
10
20
1.0
1.4
1.9
NEDERLANDS 13