Télécharger Imprimer la page

protech Promax 4WD Instructions De Montage page 3

Publicité

TOOLS REQUIRED - BENODIGDE GEREEDSCHAPPEN
OUTILS RECOMMANDÉS - BENOTIGDE WERKZEUGE
CROSS WRENCH
KRUISSLEUTEL
CLE EN CROIX
KREUZSCHLUSSEL
PHILIPS SCREW DRIVER
PHILIPS SCHROEVENDRAAIER
TOURNEVIS PHILIPS
SCHRAUBENDREHER
INSTANT GLUE
SECONDENLIJM
COLLE CYANO
SEKUNDENKLEBER
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik uw telegeleide auto met een zekere verantwoordelijkheidszin, om eventuele materiele schade en of lichamelijk letsel te voorkomen, en lees de
volgende aanbevelingen. Houd altijd rekening met uw omgeving en de natuur.
Nooit uw auto laten rijden in de buurt van mensen of dieren.
Nooit uw auto gebruiken op de straat of openbare wegen, het model kan ernstige ongevallen veroorzaken in het verkeer. Houd steeds rekening met de
omgeving en de natuur. Vermijd het besturen van uw wagen in omgevingen waar het geluid storend werkt.
Gebruik uw auto nooit in de buurt van warmtebronnen of vlammen om ernstige ongelukken te voorkomen.
Gebruik uw auto steeds in open oppervlaktes of in ruimtes zonder veel obstakels. Hierdoor brengt men geen schade aan andere objecten of aan het
model zelf.
Kijk uit dat er niemand in uw omgeving dezelfde frequentie gebruikt als uzelf. Dit kan tot stor ing of volledige oncontroleerbaarheid van het model leiden.
Ernstige ongevallen kunnen het gevolg zijn. Gebruik enkel speciaal voor de modelbouw samengestelde brandstoffen. Gebruik nooit brandstof van het
pompstation of andere brandstoffen die ontploffi ngs- en of brandgevaarlijk zijn. Lees steeds de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik. Een verkeerdelijk
gebruik van de brandstof kan ernstige materiële en of lichamelijke schade aanbrengen. Enkel de gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik
van deze produkten.
VOOR HET GEBRUIK
Na montage van de auto moet eerst de motor ingelopen worden. Kijk alle elementen van de auto goed na voordat men de auto laat rijden. De eerste ritten
gebeuren steeds traag en met een zekere voorzichtigheid.
1.
Controleer goed of alle schroeven, moeren en andere onderdelen goed vast zitten.
2.
Controleer of de batterijen van de zender en ontvanger nog goed zijn. Slechte of lege batterijen kunnen tot controleverlies van het model leiden.
3.
Regel de stuurservo en de stuurtrim zo af dat de auto mooi recht rijdt als de stuurknuppel in de neutrale positie staat.
4.
Controleer de neutraalstelling van het gasservo. Een verkeerde instelling kan het model op hol doen slaan.
5.
Controleer de instelling van de hoofdregelnaald. De motor mag niet gestart worden als de instelling niet juist gebeurd is.
6.
Controleer of het luchtfi lter en de uitlaat juist zijn gemonteerd. Nooit de auto laten rijden als één van deze beide elementen niet juist gemonteerd zijn.
Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben voor de motor.
7.
Controleer of de brandstofslangen niet gescheurd of beschadigd zijn.
8.
Gebruik een weinig smeermiddel aan alle draaiende delen, scharnierpunten, lagers.
WARMTE, VUUR EN BRANDSTOF
De motor en uitlaat worden heel heet gedurende het gebruik van de auto en kunnen ernstige brandwonden veroorzaken als men deze elementen aan-
raakt.
Raak nooit de draaiende delen aan. Doordat deze elementen zeer snel draaien kunnen ze ernstige letsels veroorzaken.
Gebruik enkel brandstof voor de modelbouw gemaakt. Gebruik de brandstof enkel in goed geventileerde ruimtes. Houd de brandstof buiten het bereik
van kinderen of warmtebronnen. Vul de brandstoftank nooit als de startbatterij op de motor aangesloten is. De brandstof is toxisch, vermijd daarom elk
contact met de huid en ogen.
ONDERHOUD
De motor en uitlaat worden tijdens het rijden zeer warm, en kunnen ernstige letsels veroorzaken als men deze aanraakt. Laat steeds deze elementen
voldoende afkoelen, vooraleer men met het onderhoud van de auto aanvangt. Laat nooit brandstof in de tank staan. Rijd steeds de brandstoftank volledig
leeg. Het is zeer belangrijk de luchtfi lter goed zuiver te houden.
MONTAGE
1.
Schroef alle schroeven goed vast en gebruik borgmiddel op alle schroeven die metaal/metaal contact maken om lostrillen te voorkomen.
2.
Na een tijdje de auto gebruikt te hebben, controleer of alle schroeven nog goed vastzitten en of het differentieel nog voldoende gesmeerd is. Zoniet
alle schroeven aandraaien en het differentieel met vet vullen.
3.
Voor het gebruik, alle glijlagers van de wielen en aandrijving goed van olie voorzien.
4.
Tijdens de montage, niet vergeten de banden op de velgen te lijmen met sekondenlijm.
5.
Controleer regelmatig het niveau van de olie in de schokdempers.
NEEDLE NOSE PLIERS
BEK TANG
PINCE À BEC
BEISZANGE
WIRE CUTTER
DRAAD STRIPPER
PINCE COUPANTE
KNEIFZANGE
SHARP HOBBY KNIFE
SCHERP HOBBYMES
COUTEAU DE MODELISTE
HOBBY MESSER
- 3

Publicité

loading