Montage- en Bedieningshandleiding
neel' op pagina 21) controleren en eventueel repareren la-
ten.
10.3 Maatregelen na een noodstop
–
Controleer vervolgens of de stroomvoorziening niet is on-
derbroken.
a) Het fasevolgorderelais is geactiveerd.
–
Faseomkering in de CEE-stekker 180° draaien (zie afb. 13).
b) Bij lieren met handkruk: De handkruk staat in de werkstand.
Indien de handkruk niet in de werkstand staat:
–
De lier door een elektromonteur of geautoriseerd onder-
houdspersoneel, zie ' 15.1 Geautoriseerd onderhoudsperso-
neel' op pagina 21) controleren en eventueel repareren la-
ten.
c) NOODSTOP-toets op het bedieningspunt is ingedrukt.
–
NOODSTOP-knop ontgrendelen.
d) NOOD-eindschakelaar is geactiveerd.
Wanneer er geen bedrijfseindschakelaar OMHOOG aanwezig is:
–
De PAM handmatig vanuit de NOOD-eindschakelaar neerla-
ten (zie ' 10.4 Noodafdaling'), tot de lier weer ingeschakeld
kan worden.
Wanneer er een bedrijfseindschakelaar OMHOOG aanwezig is:
–
Vaststellen waarom de bedrijfseindschakelaar gepasseerd
is.
Indien nodig:
–
De lier door een elektromonteur of geautoriseerd onder-
houdspersoneel, zie ' 15.1 Geautoriseerd onderhoudsperso-
neel' op pagina 21) controleren en eventueel repareren la-
ten.
10.4 Noodafdaling
In de handbediening kan het lastopnamemiddel bij stroomuitval
worden neergelaten.
GEVAAR!
Risico op een val! Risico op letsel door vallende voor-
werpen!
De lier mag alleen in noodgevallen in handbediening voor een
afdaling worden gebruikt.
–
Na elke noodafdaling moet de lier door de TRACTEL
Greifzug GmbH of door een werkplaats van hijswerktui-
gen die door de TRACTEL Greifzug GmbH is bevoegd,
worden gecontroleerd.
Uitzonderingen:
Noodafdaling door de noodeindschakelaar;
Noodafdaling over een afstand die korter is dan 20 m.
–
Vervang beschadigde of versleten onderdelen.
NL-18
GEVAAR!
Risico op een val! Risico op letsel door vallende voor-
werpen!
De centrifugaalrem kan bij overbelasting het gewicht niet
remmen!
–
Bij overbelasting de bedrijfsrem (veerrem) nooit handma-
tig openen.
De centrifugaalrem voorkomt bij handmatig neerlaten een te
hoge afdalingssnelheid.
Zie Afb. 14.
–
Hendel (1) uit de bevestiging nemen.
–
Hendel (1) door de sleuf in de motorkap (2) in de rembeugel
steken.
–
Hendel omhoog trekken en vasthouden.
De last zakt omlaag.
–
Voor het remmen de hendel loslaten.
–
Na gebruik de hendel weer bevestigen.
–
Stuur de lier ter reparatie naar de fabrikant of een hijswerk-
tuigenwerkplaats.
10.5 Handmatig omhoog bewegen
GEVAAR!
Risico op een val! Risico op letsel door vallende voor-
werpen!
De centrifugaalrem kan bij overbelasting het gewicht niet
remmen!
–
Bij overbelasting de bedrijfsrem (veerrem) nooit handma-
tig openen.
Verbrandingsgevaar!
Motoren kunnen heet worden tijdens het bedrijf!
–
Raak de motoren niet aan.
Aanwijzing:
De aanbrengplaats van de houder (5) voor het handwiel en de
uitvoering van de houder kunnen overeenkomstig de bestelspeci-
ficatie variëren.
Zie Afb. 14.
Handwiel monteren:
–
Stop (3) verwijderen.
–
Handwiel (4) uit de houder (5) nemen.
–
Handwiel (4) in de motoras steken en draaien tot de stift in
de sleuf van de motoras vastklikt.
G1035.2 - 11/2014