Montage- en Bedieningshandleiding
–
Alle schroefbevestigingen op vastzitten controleren.
–
Laat beschadigde delen vervangen of deskundig repareren.
Reparaties mogen alleen door een vakkundige werkplaats
of door de TRACTEL Greifzug GmbH worden verricht.
Kabel
–
Controleer of de diameter en het type van de kabel bij het
product en het toepassingsgeval passen, zie Tabel 1 op pa-
gina III, Tabel 7 op pagina 23 en 'Typeplaatjes en aanwij-
zingsborden/ Grenzen aan het gebruik' op pagina 7.
–
Het gewicht moet op de fabriek worden begeleid.
Wanneer de last niet via vaste inrichtingen ter plaatse geleid
kan worden, moet een verdraaiingsarme kabel met wartel-
haak of een kabelwartel worden gebruikt. Wartelhaak en
kabelwartel moeten onder belasting vrij kunnen draaien.
–
Controleer of de lengte van de kabel voldoende is.
De last moet veilig tot de begin- en eindpositie verplaats-
baar zijn.
De kabellengte moet zodanig worden gekozen dat de kabe-
leindverbinding of het lastopnamepunt of het kabeleinde niet
tot aan het product of de accessoires bewegen of ingetrok-
ken worden.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren, zie Afb. 11.
–
Kabelpunt volgens Afb. 10 controleren (zie ook
' 15.4 Service en onderhoud, Kabel' op pagina 22).
–
Regelmatig reinigen.
–
Controleer of de kabelkous (1) en de persmanchet (2) on-
beschadigd zijn (zie Afb. 19).
–
Kabels met haak:
Controleer of de haak en de borgklep (3) intact zijn, zie
Afb. 19.
–
Kabels met veiligheidshaak:
Controleer of de veiligheidshaak (4) correct sluit en de arre-
tering functioneert, zie Afb. 19.
Bevestigingsmiddelen
–
Controleer of de bouten/schroeven/aanslagmiddelen aan de
specificaties in ' 4.8 Bevestiging' op pagina 10 voldoen.
–
Controleer bevestigingspunten, lastbouten en schroefbeves-
tigingen op beschadigingen.
Aansluitkabel
–
Controleer of de lengte voldoende is.
–
Controleer of de kabeldoorsnede voor de geplande lengte
(zie Tabel 5 en 6 op pagina 13) toereikend is.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren.
Besturingskabel
–
Controleer of de lengte voldoende is.
–
Kabel over de gehele lengte op herkenbare beschadigingen
controleren.
NL-12
9.3
Montage
Voorwaarden
De montage mag alleen door geschoold personeel plaats-
vinden.
De werkplek moet voldoende verlicht zijn.
Lier bevestigen
GEVAAR!
Onvakkundige bevestiging!
Levensgevaar door een val van hoogte! Risico op letsel door
vallende voorwerpen!
–
De lier alleen in de aangegeven verankeringsboringen
met de aangegeven bevestigingsmiddelen bevestigen.
–
De kabel moet loodrecht de lier binnenlopen (zie Afb. 2).
–
Wanneer een hoger draagvermogen nodig is: Neem de
gegevens in ' 4.9 Belastingslimieten' op pagina 10 in acht.
Risico op ernstig letsel door onvakkundige bevestiging!
Verzinkte hoogvaste bouten en schroeven kunnen broos
worden en breken. Risico op een val en letsel door vallende
voorwerpen!
–
Voor de bevestiging mogen geen hoogvaste verzinkte
bouten/schroeven (10.9 of 12.9) worden gebruikt.
–
Gebruik bouten/schroeven met de aangegeven sterkte.
Verkeerd ingezette borgsplitpennen!
Risico op letsel door vallende voorwerpen.
–
Splitpennen volgens Afb. 21 plaatsen.
OPGELET!
Foute inbouwpositie!
Schade aan het apparaat mogelijk!
Transmissieschade door ontbrekende of ontoereikende sme-
ring!
–
De lier mag niet op de vlakke zijde liggend ingebouwd
worden.
–
Bevestig de lier zodanig dat de vlakke zijde naar boven
ligt, zie Afb. 2.
–
Schroeven met zelfborgende moeren tegen verlies beveili-
gen.
–
Bouten met een borgpen of vergelijkbare beveiliging borgen.
G1035.2 - 11/2014