Advarsler - Sheath-indføring
1. Ved brug af en Tuohy-Borst-adaptor sammen
med Exacta™ percutan sheath introducersættet skal man
passe på ikke at indføre introducernålene i
haemostasisklappen.
2. Beskyttelsesskjoldet
er
ikke
beregnet
beskyttelse.
3. Introducernåle eller lignende må ikke indføres gennem
beskyttelsesskjoldet.
4. Vær forsigtig ved håndtering af samlingen og
når sideporten afbrydes fra en infusionsslange for at
forhindre luftemboli.
5. Hvis brugen af en Merit percutan sheath introducer
udskydes eller afbrydes, anbefales brug af en Merit
obturator i passende størrelse sammen med sideport og
sheath.
5 Fr obturator for 6 Fr & 7 Fr sheath introducere.
7 Fr obturator for 8 Fr, 8.5 Fr & 9 Fr sheath introducere.
Sørg for at sheath er synlig, og at der er sikret mod lækage
og kontamination.
6. Sørg for at ventilmekanismen og beskyttelsesskjoldet ikke
beskadiges af skarpe genstande.
7. Hospitalsproceduren
skal
følge
instruktioner for brug af stophane. Vær forsigtig når
stophanen tilsluttes, især ved tilstedeværelse af fedtholdige
stoffer, som f.eks. fedtemulsioner for ikke at overbelaste
stophaneportene.
Kontakt
med
opløsningsstoffer og infusionsopløsninger kan også forårsage
intern overbelastning, som kan få materialet til at revne. Følg
disse fire hovedprincipper for at forhindre potentielle revner,
som kan forårsage luftemboli eller anden risiko for patienten:
1. Undgå at stramme connections for meget.
2. Kontroller connections regelmæssigt.
3. Udskift stophanerne efter 72 timer.
4. Udskift stophanerne efter 24 timer, hvis der bruges
fedtholdige stoffer.
Venaguide™
1. Frigør guidewire'eren ved at fjerne hætten.
2. Ret "J" guidewiren ud ved at trække den ind i
introducersystemet med tommelfingeren.
3. Indfør guidewiren i introducernålens åbning og før den ind
i venen. Før den frem til den ønskede dybde.
ADVARSEL
-
stands
fremføringen,
dybdemarkering når injektionsstedet, så guidewiren ikke
kommer for langt ind.
Patientforberedelse
1. Desinficér og anbring sterile stykker på injektionsstedet.
2. Injekter subkutan lokalbedøvelse på injektionsstedet.
3. Indfør spidsen af en Criticath™ eller andet pulmonal
arteriekateter
i
Tuohy-Borst-adaptorenden
beskyttelsesskjoldet. Før kateteret igennem den distale
åbning. Skub beskyttelsesskjoldet forbi kateterets 50 cm.
mærke. Træk sheath ud til fuld længde og ret Tuohy-Borst-
adaptoren ved den proximale ende.
Sheathindføring
4. Brug introducernålen, punktér venen, aspirér og før nålen
(eller kanylen) ind i venen. Hvis der ikke aspireres veneblod
gennem nålen, kan det være tegn på forkert venepunktur.
5. Indfør den ønskede ende af guidewiren gennem
introduceren.
("J"
enden
kan
plastinjektionshylstret føres hen over spidsen, så guidewiren
rettes ud.)
6. Hold guidewiren på plads og fjern introduceren.
7. Injektionsstedet kan evt. forstørres med skalpel.
PAS PÅ IKKE AT SKÆRE GUIDEWIREN OVER.
8. Før dilatatorens spids over guidewiren, indtil guidewiren
stikker ud af sheathenden/dilatatoren. Hold fast i guidewiren
og tag fat i dilatatoren i nærheden af huden og før
sheath/dilatator ind i karret med en let roterende bevægelse.
9. Hold sheath på plads, træk guidewiren og dilatatoren så
meget ud, at veneblod kan aspireres i sideport. Forbind til
passende IV sæt og skyl.
10. Fjern altid dilatatoren over guidewiren efter dilatation af
huden.
11. Hold sheath på plads og fjern guidewire og dilatator.
12. Test kateterballonen i henhold til fabrikantens anbefalede
procedure og før kateterets spids ind i Touhy-Borst-adaptoren
på sheath/sideport.
13. Før katetret frem til den ønskede position. Fastgør
katetret ved at stramme Touhy-Borst-adaptoren på sideporten.
Brugen af Touhy-Borst-adaptoren kan være med til at
forhindre kateterforrykkelse. PAS PÅ IKKE AT STRAMME
TOUHY-BORST-ADAPTOREN FOR MEGET for ikke at
tilstoppe kateterlumina.
14. Suturer sheath på plads med suturløkke og ring. Hvis
sheath ikke skal bruges med det samme, kan en obturator
bruges.
Lægen skal være opmærksom på, at central venekatetere er
beregnet på brug i op til 30 dage.
Opbevaringsbetingelser
Opbevares tørt og køligt og beskyttet mod direkte sollys
STERIL og ikke-pyrogenholdig i uåbnet, ubeskadiget
pakning. Kun til engangsbrug. Tilse at hver enkelt pakke er
uskadt før brug. Kasseres efter brug. Kan ikke resteriliseres.
Gentagen brug kan føre til infektion eller anden sygdom
/skade.
Dette produkt indeholder et phthalat, der kan udgøre en risiko
for {børn (drenge), gravide eller ammende kvinder } ved
længere tids brug.
som
steril
For yderligere information kontakt venligst den lokale
forhandler.
Exacta™
Percutaneous Sheath Introducer
Hieronder volgen algemene instructies voor het gebruik van
de Exacta™ Percutane Introducer Kit.
Artsen wordt ten sterkste aangeraden om deze procedure te
volgen of een alternatief waarmee zij vertrouwd zijn en
waarmee
ziekenhuisprotocol.
Beschrijving
Merit
De
semi-rigide
nedenstående
ballonpunt en centrale zenuwkatheter percutaan kunnen
worden ingebracht. De inbrenger wordt geleverd in een
pakket
met
naaldinbrenger,
visse
organiske
besmettingsscherm en Dilator/Obturator.
Beoogd gebruik
Merit Medical
chirurgisch invasieve instrumenten die bedoeld zijn voor
kortstondig gebruik (niet langer dan 30 dagen) voor het
inbrengen van katheters
centrale
vasculaire circulatiesysteem bij mensen.
de
toegang
rechtstreeks gemeten worden in de kamers van het hart,
bloedmonstername, thermodilutie hartmetingen, infusie van
geneesmiddelen & vloeistoffen en transveneuze pacing.
Alle tekst die wordt voorafgegaan door het woord
"VOORZICHTIG"
systeem, goed worden gelezen en begrepen.
VOORZICHTIG Uitsluitend gebruiken indien voorgeschreven
door een arts. Een volledige componentenlijst vindt u op
de bovenkant van de verpakking.
når
den
sidste
Algemene waarschuwingen
1. Het gebruik van de percutane introducer kit kan
complicaties veroorzaken: perforatie van de wand van het
bloedvat, pleuraal en mediastinaal letsel, lucht-embolie,
katheter-embolie, ruptuur van de thoracale bloedvaten,
bacteriemie, septicaemie, trombose en onbedoelde punctuur
van de slagader.
2. De patiënt moet enigszins in Trendelenburgpositie worden
gelegd waarbij de nek gestrekt en van de punctieplaats
weggedraaid moet zijn, teneinde subclaviale introductie of
introductie in de vena jugilaris mogelijk te maken.
3. Luer aansluitingen: als standaard praktijk moet de
bevestiging van luer aansluitingen regelmatig worden
gecontroleerd.
af
4. Wanneer verband op of in de buurt van de katheter wordt
verwijderd, zorg er dan voor dat de katheter niet losgaat.
5. Aceton mag nooit in contact komen met de katheter daar
blootstelling van de katheter aan aceton de samenstelling van
het
kathetermateriaal
resulteren in lekkages of aspiraties.
6. Blootstelling van de katheter aan preparaten die alcohol
bevatten, wordt afgeraden.
7. Nooit een geheel of gedeeltelijk verwijderde introducer-
canule opnieuw inbrengen.
rettes
ved
at
8. Pulmonaire hypertensie kan een contra-indicatie zijn voor
een percutane centraalveneuze punctie.
9. Gebruik van een spuit kleiner dan 5 mL voor spoelen of
verwijderen van stolsel uit een verstopte katheter. Kan
ruptuur van de katheter tot gevolg hebben.
10. Injectiespuiten worden uitsluitend geleverd voor bloed-
aspiratie.
Waarschuwingen - Seldinger Techniek
1. Steek de naald nooit opnieuw in de katheter.
2. Houd de voerdraad altijd goed vast. De voerdraad nooit
forceren. Als weerstand wordt gevoeld, de voerdraad
voorzichtig terugtrekken en opnieuw inbrengen.
3. Als een naald met dunne wand en doorsnede 18 wordt
gebruikt, moet de voerdraad voorzichtig worden verwijderd
teneinde beschadiging of eventueel breken van de draad op
het afgeschuinde gedeelte van de naald, te voorkomen.
4. Mogelijke breuk van de voerdraad. Hoewel een voerdraad
zeer zelden breekt, dient men zich bewust te zijn van deze
mogelijkheid als te veel kracht op de draad wordt uitgeoefend.
Wanneer tijdens pogingen om de voerdraad te verwijderen en
nadat de introducer is geplaatst, weerstand wordt gevoeld,
dan is het mogelijk dat de voerdraad in het bloedvat is geknikt.
Als teveel kracht wordt uitgeoefend kan de draad breken. Als
weerstand wordt gevoeld, dan moet de introducer 2-3 cm ten
opzichte van de voerdraad worden teruggetrokken. Probeer
de draad te verwijderen. Als nog steeds weerstand wordt
gevoeld dan moeten de draad en de introducer tegelijkertijd
worden verwijderd.
5. Artsen dienen zich bewust te zijn van het feit dat door de
voerdraad materiaal van de ader kan worden meegenomen.
Dit kan tot gevolg hebben dat de voerdraad niet door de
naald kan worden teruggetrokken.
Waarschuwing - Plaatsen van de Introducer
1. Tuohy Borst verloopstuk: wanneer het Tuohy Borst
verloopstuk wordt gebruikt in combinatie met het Exacta™
Percutaneuse mantel-introductiepakket, dan dient ervoor te
2/20
wordt
gewerkt
overeenkomstig
Exacta
Percutane
kokerinbrenger
inbrenger
waardoor
een
katheter
een
scalpel,
geleidedraad,
en
naaldinbrenger,
injectiespuit,
Exacta
Percutane
kokerinbrengers
met
ballonpunt
van
dit veneuze systeem kan de druk
moet
voor
gebruik
van
kan
beïnvloeden
hetgeen
worden gezorgd dat geen insertie plaatsvindt van de naalden
van het introductiesysteem in de haemostatische klep.
2. Het infectieschild (Contamination Shield) mag
nooit worden gebruikt als een steriele barriPre.
3. Insertie van de naalden van het introductiesysteem of
onderhuidse naalden mag nooit plaatsvinden door het
infectieschild (Contamination Shield).
4. Ga zorgvuldig met het systeem te werk, ook bij het
ontkoppelen van infuusslang en zijpoort, om een luchtembolie
te voorkomen.
5. Als het gebruik van een Merit percutane introducer
wordt uitgesteld of onderbroken, wordt aanbevolen om een
Merit obturator van de juiste maat te gebruiken.
5-Fr Obturator voor 6-Fr & 7-Fr Introducers.
7-Fr Obturator voor 8-Fr, 8,5-Fr & 9-Fr Introducers.
Hierdoor zal de introducer open worden gehouden. Tevens is
het een preventie voor lekkage en besmetting.
het
6. Let op dat het klepmechanisme en de beschermhoes niet
door scherpe voorwerpen worden beschadigd.
7. Ziekenhuisprotocollen
is een
driewegkranen dienen volledig overeen te komen met
met
onderstaande instructies: Te stevig aandraaien van de
verbindingen (vooral bij gebruik van lipiden-oplossingen,
zoals b.v. vet-emulsies) kan te sterke spanning op de
over-
aansluitingen van de driewegkraan geven. Contact met
sommige organische oplosmiddelen en infusie-oplossingen
kan ook tot gevolg hebben dat interne spanningen vrijkomen
waardoor het materiaal gaat scheuren. Teneinde mogelijke
zijn
scheuren, waardoor een luchtembolie kan ontstaan, of die
kunnen leiden tot andere risico's, te vermijden, mag nooit van
de vier onderstaande hoofdprincipes worden afgeweken:
in
het
1. De aansluitingen mogen nooit te strak worden vastgezet.
Door
2. De
aansluitingen
gecontroleerd.
3. De 3-wegkranen moeten om de 72 uur worden vervangen.
4. Bij gebruik van lipiden-oplossingen moeten de kranen
iedere 24 uur worden vervangen.
het
Venaguide™
1. Verwijder de beschermdop om de voerdraad op te kunnen
voeren.
2. Strek de voerdraad "J" door hem met de duim in de
introducer terug te trekken.
3. Plastic buisje en de voerdraad tot de vereiste diepte, in
het bloedvat opvoeren.
WAARSCHUWING - Voerdraad nooit verder opvoeren dan
het laatste dieptemerkteken!
Voorbereiding van de patiënt
1. Desinfecteer de punctieplaats en dek omgeving van de
punctieplaats af met een steriel veld.
2. Verdoof de insteekplaats met een locaal anestheticum.
3. Steek de tip van de Criticath™ of een andere pulmonale
katheter via de Tuohy-Borst adapter in de beschermhoes.
kan
Voer de katheter op door het plastic buisje en de aansluiting
aan het distale uiteinde. Schuif de hoes tot voorbij het 50 cm-
merkteken op de katheter. Trek de hoes over de volledige
lengte uit en draai de Tuohy-Borst adapter aan het proximale
eind van de introducer vast.
Plaatsen van de Introducer
4. Prik met een introducer-naald of een over-de-naald canule
de vene aan. Terwijl de vene wordt aangeprikt, de naald (of
de canule) aspireren. Wanneer geen veneus bloed wordt
geaspireerd, kan dit wijzen op een incorrecte venapunctie.
5. Steek het gewenste uiteinde van de voerdraad door de
naald of canule (het gebogen uiteinde kan worden gestrekt
door het plastic buisje over het distale uiteinde heen te
schuiven zodat het wordt rechtgebogen).
6. Verwijder de introducer, terwijl de voerdraad in positie
wordt gehouden.
7. Indien nodig, de insteek-opening met een insnede
vergroten.
ZORG ERVOOR DAT DE VOERDRAAD NOOIT WORDT
DOORGESNEDEN.
8. Voer de dilatator voorzichtig zover op dat het proximale
einde van de voerdraad uit de introducer te voorschijn komt.
Houd de voerdraad stevig in positie; pak de dilatator vlakbij
de huid vast en voer de combinatie introducer/dilatator met
een iets draaiende beweging op.
9. Trek de voerdraad en dilatator zover terug dat veneus
bloed langs de zijpoort, kan worden geaspireerd. Houd hierbij
de introducer goed in positie. Sluit zijpoort aan op het infuus
en spoel door.
10. De dilatator, na dilatatie van de huid, altijd over de
voerdraad heen, verwijderen.
11. Houd de introducer in positie. Verwijder de voerdraad en
de dilatator.
12. Test de ballon van de katheter volgens de procedure die
door de fabrikant wordt aanbevolen. Steek de tip van de
katheter in de Tuohy-Borst adapter van de introducer.
13. Breng de katheter in de gewenste positie. Zet de katheter
vast in positie door de Tuohy-Borst adapter op de introducer
vast te draaien. Gebruik van de Tuohy-Borst adapter kan
katheter-migratie helpen voorkomen. ZORG ERVOOR DAT
DE TUOHY-BORST ADAPTER NIET TE STRAK WORDT
VASTGEDRAAID daar dan occlusie van de katheterlumens
kan optreden.
voor
het
gebruik
van
moeten
regelmatig
worden