3.3 Parkeerverwarmingskabelbundel monteren/aansluiten
Vouwbladzijde (3-27) openklappen!
Afbeelding A
Zekeringenhouder naar beneden klappen, afdekking (67) van kl. 30-steunpunt X13020 (90) afnemen en aftakking
A19 (kabelkleur rood) op kl. 30-steunpunt X13020 (90) aansluiten.
De aftakkingen A1 tot A13 door het doorvoerbuisje naar de motorruimte monteren.
Afbeelding B
Zijn alle aansluitingen in de regelapparaathouder achter het dashboardkastje bezet, dan moeten de
aftakkingen A21 en A22 met bundelbanden worden weggebonden.
Aftakking A20 (diagnose) is op de aftakking A21 weggebonden.
Aftakking A15 is op de kabelbundel weggebonden.
Relais (46) op aftakking A21 steken en aftakkingen A21 en A22 in een vrije aansluiting van de regelapparaat-
houder achter het dashboardkastje steken.
De aftakkingen A15 - A18 naar de montageplaats van het verwarmings- resp. airco-bedieningselement monteren.
Aftakking A14 naar de montageplaats van de ontvanger in de voetruimte rechts naast de middenconsole
monteren.
Afbeelding C
De aftakkingen A17 en A18, kabelkleur groen/rood en groen/geel, naar de montageplaats van het verwarmings-
resp. airco-bedieningselement monteren.
Groen/gele leiding van stekker X608 (70), aansluiting 2, doorsnijden.
Groen/geel leidingeinde (69) van de zekeringenhouder A47 , zekering F28, komende van contrastekker en
contrastekkerhuis (64) voorzien en met aftakking A17, kabelkleur groen/rood, verbinden.
Groen/geel leidingeinde (68) van de stekker X608 (70), aansluiting 2 komende van pincontact en pinhuis (66)
voorzien en met aftakking A18, kabelkleur groen/geel, verbinden.
Afbeelding D
Als er geen voorselectieklok wordt ingebouwd, wordt de aftakking A16 op de kabelbundel weggebonden.
Aftakking A16 door de uitsparing (71) naar de montageplaats van de voorselectieklok monteren.
Afbeelding E
De aftakkingen A10 en A11, kabelkleur blauw en bruin, naar de montageplaats van de doseerpomp bij de
brandstoftank rechts monteren en later op de brandstofleiding van de parkeerverwarming met bundelbanden
bevestigen.
De aftakkingen A10 en A11 door de rubber doorvoering (61) leggen en als volgt in het contrastekkerhuis (60)
steken:
Aftakking A10, kabelkleur blauw, in aansluiting 1
Aftakking A11, kabelkleur bruin, in aansluiting 2
De aftakkingen A12 en A13 als volgt in het contrastekkerhuis (62) steken:
Aftakking A12, kabelkleur groen/geel, in aansluiting 1
Aftakking A13, kabelkleur blauw, in aansluiting 2
Aftakkingen A12 en A13 op de kabelbundel wegbinden – worden niet meer benodigd.
Afbeelding F
De aftakkingen A1 tot A9 naar de montageplaats van het parkeerverwarmingsapparaat onder de koplamp rechts
monteren.
Aftakking A1, kabelkleur bruin, op massasteunpunt X166 achter de rechter koplamp aansluiten.
De aftakkingen A2 en A3 als volgt in het contrastekkerhuis (58) steken:
Aftakking A2, kabelkleur rood, in aansluiting 1
Aftakking A3, kabelkleur bruin, in aansluiting 2
De aftakkingen A4 tot A9 als volgt in het contrastekkerhuis (59) steken:
Aftakking A4, kabelkleur zwart, in aansluiting 1
Aftakking A5, kabelkleur geel, in aansluiting 2
Aftakking A6, kabelkleur groen/geel, in aansluiting 3
Aftakking A7, kabelkleur groen/wit, in aansluiting 4
Aftakking A8, kabelkleur violet, in aansluiting 5
Aftakking A9, kabelkleur blauw, in aansluiting 6
Terug naar hoofdstuk 2
3-26/NL