3. 1 5 Onderhoud van het parkeerverwarmingsapparaat
Het parkeerverwarmingsapparaat moet met regelmatige tussenpozen, uiterlijk aan het begin van het verwarmings-
seizoen door een BMW-servicedienst worden gecontroleerd.
Let op de bedrijfsaanwijzingen in de bedieningshandleiding.
Ter vermijding van startproblemen door het gebruik van de parkeerverwarming wordt aangeraden de parkeer-
verwarming op korte trajecten (< 20 km) niet te gebruiken.
Buiten het verwarmingsseizoen moet het parkeerverwarmingsapparaat bij koude motor ca. om de 4 weken
10 minuten lang in bedrijf worden gesteld om startmoeilijkheden van de parkeerverwarming aan het begin van
het verwarmingsseizoen te vermijden.
Technische wijzigingen voorbehouden.
3-94/NL