BMW Inline Instructions De Montage page 35

Afbeelding F
Voor de doorvoering naar de motorruimte moet een rubber doorvoerbuisje worden aangebracht. Bij auto's
met DSC wordt het boorgat voor het rubber doorvoerbuisje door de houder van de DSC afgedekt, hier moet
het boorgat ernaast worden opengeboord.
In de buurt van de wielkast moet als bescherming tegen schuren over de brandstofleiding een brandstofslang
worden geschoven.
Doseerpomp (7) ....................................................
7
Zeskantschroef M6x18 (8)
8
Brandstofleiding (9)
9
10 Slangklem (10)
Houder voor brandstofleiding (11)
11
Afbeelding G
De temperatuursensor voor de verwarmbare wassproeiers moet worden verplaatst, zie hoofdstuk 3.7 .
Het fabrieksplaatje-duplicaat en het zelfklevend etiket met de aanwijzing voor het inbouwen van de zekeringen,
het relais en de diagnoseaansluiting moeten op de linker veerbeendoorn worden geplakt.
12 Voorgemonteerd
parkeerverwarmingsapparaat (12)..........................
13 Houder (13)
14 Houder (14)
15 Doorvoerbuisje (15)
16 Geluiddemper (16)
17 Houder (17)
18 Uitlaatgasslang (18)
met zeskantschroef M6x18 (8) bevestigen. Brandsto-
faftap (5) en brandstofleiding (9) met de slangklemmen
(10) aansluiten, met de houders (11) bevestigen en
naar de montageplaats van het parkeerverwarmings-
apparaat monteren, zie hoofdstuk 3.6.
met de houders (13 en 14) bevestigen. Brandstoflei-
ding (9) op parkeerverwarmingsapparaat (12) aan-
sluiten. Doorvoerbuisje (15) inbouwen en voorste
wielkastbescherming inbouwen.
Geluiddemper (16) met houder (17) op parkeerverwar-
mingsapparaat (12) bevestigen. Uitlaatgasslang (18) op
parkeerverwarmingsapparaat (12) en geluiddemper
(16) aansluiten en door het doorvoerbuisje (15) heen
naar buiten monteren, zie hoofdstuk 3.7 .
NL/2-11