3. De verstelbare handkruk (afb. 1.3, item 4) is goed
vastgeschroefd.
De volgende tabel geeft de dimensionale kenmerken A
en B van de balk weer in afbeelding 2 in relatie tot alle
valstopapparaatmodellen.
A (mm)
min
rollclamp M
90
rollclamp L
200
rollbeam SB
58
rollbeam LB
220
corso
75
GEVAAR
Als tijdens deze controles een afwijking wordt
geconstateerd, moet het valstopapparaat buiten
gebruik worden gesteld en in beslag worden
genomen om elk gebruik te voorkomen en moet
het worden gerepareerd door een gekwalificeerde
technicus (zie § 11-3).
8.3. Installatie
De valstopapparatuur wordt in 3 stappen geïnstalleerd:
– Opening van het valstopapparaat.
– Installatie van het valstopapparaat op de balk.
– Controleer na installatie.
8.3.1. Opening van het valstopapparaat
rollclamp (afb. 5.1, item 1)
1. Ontgrendel de indexknop (afb. 1.1, item 4) door de
inkeping te plaatsen zoals getoond (afb. 5).
2. Ontgrendel de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) door
aan de indexknop te trekken (afb. 1.1, item 4).
3. Glijd de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) waarbij u de
indexknop vasthoudt (afb. 1.1, item 4).
4. Vergrendel de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) op de
geleidestang (afb. 1.1, item 7) door de indexknop
los te laten (afb. 1.1, item 4).
GEVAAR
Controleer of de pen van de indexknop (afb. 1.1,
item 4) juist is ingevoerd in een indexgat (afb. 1.1,
item 9) van de geleidestang (afb. 1,1, item 7).
rollbeam (afb. 5.2, item 1)
B (mm)
max
min
max
400
8.5
40
615
9.5
95
220
8
20
300
8
20
235
8
20
1. Plaats het midden van de ankerstang (afb. 1.2, item
8) op hetzelfde midden als het draadgat van de
verstelbare flenzen zoals afgebeeld (afb. 5.2).
2. Draai de ankerstang met de klok mee om deze in
de draadgaten van de verstelbare flenzen (afb. 1.2,
item 3) te schroeven.
3. Voer de klemplaatjes aan in (afb. 1.2, item 4) het
draadgat van de verstelbare flenzen aan de zijkant.
4. Schroef de vergrendelingsschroeven met de hand
vast (afb. 1.2, item 5) in het draadgat van de
verstelbare flenzen aan de zijkant.
corso (afb. 5.3, item 1)
Draai de geleidepen (afb. 1.3, item 5) aan door de
verstelbare handkruk (afb. 1.3, item 4) tegen de
richting van de wijzers van de klok te draaien.
8.3.2. Installeren van het valstopapparaat
rollclamp (afb. 6.1)
1. Plaats de mobiele klem (afb. 1.1, item 6) op de
eerste zijde van de balk.
2. Ontgrendel de indexknop (afb. 1.1, item 4) door de
inkeping te plaatsen zoals getoond.
3. Ontgrendel de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) door
aan de indexknop te trekken (afb. 1.1, item 4).
4. Glijd de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) waarbij de
indexknop vasthoudt (afb. 1.1, item 4)
5. Plaats de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) op de
andere zijde van de balk.
6. Vergrendel de mobiele klem (afb. 1.1, item 3) op de
geleidestang (afb. 1.1, item 7) door de indexknop
los te laten (afb. 1.1, item 4).
7. Vergrendel de indexknop (afb. 1.1, item 4) door de
inkeping in de tegenovergestelde richting van de
vergrendelingspen te plaatsen (afb. 1.1, item 5)
zoals getoond.
Controleer of de pen van de indexknop (afb. 1.1,
item 4) juist is ingevoerd in een indexgat (affb. 1.1,
item 9) van de geleidestang (afb. 1,1, item 7).
BELANGRIJK
Controleer of de totale vrije ruimte tussen de
leischoenen (afb. 1, item 2) en de balk minder dan
10 mm is.
GEVAAR
NL
41