Afbeelding 16
Bevestigen van het apparaat
De twee montagestrips (aangegeven met een pijl in rijrichting)
met de 4 bijgeleverde schroeven M6 x 70 (met schroefbor-
ging) aan het apparaat schroeven.
Aanhaalmoment 1,8 Nm
Bij dakdikten van meer dan 50 mm moeten schroeven M6
(lengte = dakdikte + 30 mm) met een treksterkte van 8.8 wor-
den gebruikt. De schroeven moeten met een schroefborging
met een lage treksterkte (bijv. Loctite) worden geborgd.
Afbeelding 17
Bij herhaaldelijk gebruik van de schroeven (bijv. na de-
montage) de schroeven opnieuw voorzien van schroef-
borging met een lage treksterkte (bijv. Loctite) of als reserve-
onderdeel verkrijgbare nieuwe schroeven gebruiken.
NL
30
1,8 Nm
Gebruik van de dakdikte-adapters
Basisring (1) en afhankelijk van de dakdikte de dakdikteadap-
ters (2 of 2+3, bij de levering inbegrepen) voor dakdikten van
25 tot 50 mm tot de aanslag in de luchtverdeler schuiven. Bij
grotere dakdikten extra dakdikte-adapters 10 mm (zie acces-
soires) gebruiken. Maximale dakdikte 110 mm.
3
2
1
Afbeelding 18
Bevestigen van de luchtverdeler
De kabel van de luchtverdeler en de bedieningspaneelkabel
op de besturing aansluiten.
Afbeelding 19
Schroef de luchtverdeler (pijl in rijrichting) met 6 boutjes
M6 x 12 mm vast aan de montagestrips.
Aanhaalmoment 1,8 Nm. Bij een te groot aanhaalmoment
kan de luchtverdeler worden beschadigd of de werking nega-
tief worden beïnvloed.
Voor het opvullen van een spleet tussen de luchtverdeler
en het dak kan het als accessoire verkrijgbare opvulband
worden gebruikt.
25 – 30 mm = 1
31 – 40 mm = 1+2
41 – 50 mm = 1+2+3