Hulp bij storingen
GEVAAR
Gevaar door onbedoeld starten van het apparaat
Gevaar voor letsel
Onderbreek voor alle werkzaamheden aan het appa-
raat de brandstoftoevoer.
VOORZICHTIG
Hete oppervlakken
Gevaar voor letsel
Laat voor alle werkzaamheden het apparaat afkoelen.
Motor loopt niet
1. Zie originele gebruiksaanwijzing van de motor.
De brandstoftank is leeg
1. Vul de brandstoftank.
Het oliepeil in de motor is te laag
1. Het oliepeil van de motor controleren.
2. Olie bijvullen.
Apparaat bouwt geen druk op
Op de straalbuis is een verkeerde hogedruksproeier ge-
monteerd.
1. De standaardsproeier (zie hoofdstuk Technische
gegevens) monteren.
De hogedruksproeier is verstopt / uitgewassen
1. De hogedruksproeier reinigen / vervangen.
In het systeem bevindt zich lucht
1. Het apparaat ontluchten (zie hoofdstuk Apparaat
ontluchten).
Het waterfilter is vuil
1. Het waterfilter reinigen (zie hoofdstuk Waterfilter
reinigen).
De zeef in het veiligheidsblok is verontreinigd
1. De zeef in het veiligheidsblok reinigen (zie hoofd-
stuk Zeef in het veiligheidsblok reinigen).
De watertoevoerhoeveelheid is te gering
1. De watertoevoerhoeveelheid controleren (zie
hoofdstuk Technische gegevens).
De veiligheidsklep is afgesteld
1. Laat de veiligheidsklep instellen door een geautori-
seerde klantenservice.
De veiligheidsklep lekt
1. Laat de veiligheidsklep of afdichting vervangen door
een erkend servicecentrum.
De overstroomklep is defect
1. Laat de overstroomklep vervangen door een erkend
servicecentrum.
Ongelijke waterstraal
De hogedruksproeier is verstopt
1. De hogedruksproeier reinigen.
De veiligheidsklep is afgesteld
1. Laat de veiligheidsklep instellen door een geautori-
seerde klantenservice.
Olie in de hogedrukpomp melkachtig
De afdichting is defect
1. Contact opnemen met de geautoriseerde klanten-
service.
Brander geen ontsteking
De temperatuurbegrenzer is herhaaldelijk geactiveerd
1. Laat het apparaat controleren door de geautoriseer-
de klantenservice.
De brandstoftank is leeg
1. Vul de brandstoftank.
De waterhoeveelheid is te gering
1. Controleer de wateraansluiting.
2. Controleer de toevoerlijnen.
3. De zeef in het veiligheidsblok reinigen (zie hoofd-
stuk Zeef in het veiligheidsblok reinigen).
De brandstofpomp is defect
1. Laat de brandstofpomp vervangen door een erkend
servicecentrum.
Het brandstoffilter is vuil
1. Vervang het brandstoffilter.
Er is geen ontstekingsvonk
1. Als tijdens bedrijf geen ontstekingsvonk zichtbaar is
door het kijkglas van de brander, laat het apparaat dan
nakijken door de geautoriseerde klantenservice.
De brandstofverstuiving bij het brandermondstuk is on-
gelijkmatig
1. Vervang het brandstoffilter.
De niveauschakelaar in de brandstoftank heeft het ap-
paraat uitgeschakeld
1. Vul de brandstoftank.
Watertekortbeveiliging gaat niet aan - geen vlam
De waterinlaat is gesloten
1. De watertoevoer openen.
De watertoevoerhoeveelheid is te gering
1. Verhoog de waterstroom.
De zeef in het veiligheidsblok is geblokkeerd
1. De zeef in het veiligheidsblok reinigen (zie hoofd-
stuk Zeef in het veiligheidsblok reinigen).
De ventielen in de hogedrukpomp zijn ondicht of veront-
reinigd
1. Contact opnemen met de geautoriseerde klanten-
service.
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door on-
ze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgege-
ven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we
binnen de garantieperiode gratis, voor zover een mate-
riaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt
maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon
contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde ge-
autoriseerde klantenservice.
(adres zie achterzijde)
Nederlands
Garantie
53