7. Batterijen inleggen / vervangen
1. Open het batterijvak aan de achterkant.
2. Plaats twee AA-batterijen in het vak en let er daarbij op dat u de
batterijen plaatst overeenkomstig de polariteitsaanduidingen in het
batterijvak.
3. Sluit het batterijvak weer.
Vervang de batterijen wanneer op het beeldscherm de
foutcode Err05 verschijnt of zodra alle segmenten van
de batterij-indicator (6) leeg zijn.
8. Het apparaat aan-/uitzetten
1. Druk op toets MEAS (D) of toets I (F) om het apparaat aan te zetten.
Op het beeldscherm verschijnt de standby-melding. De doellaser (B)
is al geactiveerd. Op het beeldscherm knippert de laserindicator (1).
2. Druk indien nodig op toets I om de doellaser te deactiveren.
3. Houd de toets I ongeveer 2 seconden lang ingedrukt om het
apparaat uit te zetten.
De laser wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het
apparaat 30 seconden niet gebruikt wordt.
Het product wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
het 3 minuten niet gebruikt wordt.
115