Deze functie kan alleen worden geactiveerd door de DIP-schakelaar, niet door een externe regelaar (optioneel
TD283-display of mobiele app).
Verschuif de DIP-schakelaars dienovereenkomstig.
Tabel 105: Configuratie uitgangsstroombegrenzing
Model
MT LB 40
MT LB 80
MT LB 24-40
MT LB 24-60
MT LB 12/24-20
MT LB 12/24-40
MT LB 24/12-40
MT LB 24/12-80
10 Gebruik
Systeemcontrole uitvoeren
De laadtoestand (SoC) van de huishoudaccu moet ten minste 75 % van de capaciteit bedragen.
1.
Schakel de motor uit.
2. Gebruik een voltmeter om de spanning van de huishoudaccu te controleren.
3. Controleer of de DIP-schakelaarinstellingen voor het accutype en voor het type dynamo (traditioneel of slim)
correct zijn.
4. Zet de schakelaar in de stand
5. Schakel de motor in.
De ledlampjes gaan rood of oranje branden om aan te geven dat de accu wordt opgeladen.
6. Controleer de spanning van de huishoudaccu met de voltmeter en vergelijk deze met de vorige meting.
De spanning moet hoger zijn dan voorheen.
7.
Controleer de maximale stroomgegevens na 2 min nog eens met een stroomtang.
Deze fase duurt enkele seconden als de huishoudaccu volledig is opgeladen.
8. Controleer de spanning van de startaccu bij de accupolen met een voltmeter en vergelijk deze met de spanning
tussen de pluspool en de minpool van de oplader.
Het verschil tussen de twee aansluitingen mag max. 0,7 V bedragen. Als het spanningsverschil groter is dan
0,7 V, gebruik dan een voedingskabel met een grotere doorsnede voor de aansluiting op de pluspool van start-
accu (INPUT) of verbeter de massa-aansluiting (GND).
40 A
80 A
40 A
60 A
20 A
40 A
40 A
80 A
ON
.
DIP-schakelaarpositie (grijs)
30 A
60 A
30 A
45 A
15 A
30 A
30 A
60 A
MT LB NL
20 A
40 A
20 A
30 A
10 A
20 A
20 A
40 A
137