deze niet gebruikt worden.
28) Geef gas terug vooraleer de motor stil te zet-
ten. Sluit de toevoer van de brandstof af aan het
einde van het werk, volgens de aanwijzingen in
het handboekje.
29) Let goed op de snijgroep met meerdere
snij-inrichtingen, aangezien een draaiende
snij-inrichting ook de andere zou kunnen doen
draaien.
30) LET OP: – In geval van breuken of ongeval-
len tijdens het werk, dient men de motor onmid-
dellijk stil te zetten en de machine te verwijderen
om geen verdere schade te berokkenen; in
geval van ongevallen met persoonlijke letsels
of letsels aan derden, dient men onmiddellijk
de meest geschikte eerste-hulp-procedures te
volgen voor de situatie en zich tot een gezond-
heidsstructuur te richten voor de nodige zor-
gen. Verwijder zorgvuldig eventuele resten die
schade of letsels aan personen of dieren kun-
nen veroorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
31) LET OP – Het niveau van het geluid en van
de trillingen dat aangegeven is in deze hand-
leiding, zijn de maximale waarden voor het
gebruik van de machine. Het gebruik van een
niet gebalanceerde snij-inrichting, een over-
dreven snelheid van de beweging en gebrekig
onderhoud hebben een negatieve invloed op
het geluidsniveau en op de trillingen. Bijgevolg
is het noodzakelijk preventieve maatregelen te
treffen om mogelijke schade ten gevolge van
een hoog geluidsniveau en stress van trillingen
te vermijden; zorg voor het onderhoud van de
machine, draag gehoorbescherming, maak pau-
zes tijdens het werk.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) LET OP! – Haal de sleutel uit het contact en
lees de bijgeleverde instructies alvorens enige
reinigings-, of onderhoudswerkzaamheden te
verrichten. Draag geschikte kleding en werk-
handschoenen voor alle handelingen die ge-
vaarlijk kunnen zijn voor de handen.
2) LET OP! – Gebruik de machine nooit als er
onderdelen versleten of beschadigd zijn. De
defecte of beschadigde onderdelen moeten
vervangen en niet gerepareerd worden. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen: het
gebruik van niet originele en/of niet goed ge-
monteerde onderdelen beïnvloedt de veiligheid
van de machine, kan ongelukken of persoonlijk
letsel aanrichten en de fabrikant kan hiervoor
niet aansprakelijk gesteld worden.
3) Alle onderhoudshandelingen en afstellingen
die niet beschreven zijn in deze handleiding
moeten uitgevoerd worden door uw Verkoper
of in een gespecialiseerd Centrum dat beschikt
over de nodige kennis en uitrustingen om de
werken correct uit te voeren, met respect voor
het oorspronkelijk niveau van veiligheid van de
machine. Handelingen die uitgevoerd werden
in niet geschikte structuren of door onbekwame
personen doen elke vorm van garantie en alle
verplichtingen of aansprakelijkheid van de Fa-
brikant vervallen.
4) Verwijder na ieder gebruik de sleutel en con-
troleer of er geen beschadigingen zijn.
5) Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten
om er zeker van te zijn dat de machine altijd op
een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regel-
matig onderhoud pleegt, zal de werking ervan
veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard
blijven.
6) Controleer regelmatig of de schroeven van de
snij-inrichting correct vastgedraaid zijn.
7) Draag werkhandschoenen om de snij-inrich-
tingen te hanteren, te demonteren of opnieuw te
monteren.
8) Let op de balans van de snij-inrichtingen,
wanneer deze geslepen worden. Alle hande-
lingen die betrekking hebben op de snij-inrich-
tingen (demontage, slijpen, in balans brengen,
hermontage en/of vervanging) vergen een spe-
cifieke vaardigheid en het gebruik van geschikt
gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen moe-
ten deze handelingen daarom steeds uitgevoerd
worden in een gespecialiseerd centrum.
9) Controleer regelmatig de werkzaamheid van
de remmen. Het is zeer belangrijk het onder-
houd van de remmen goed uit te voeren en,
indien nodig, ze te herstellen.
10) Controleer regelmatig de zijdelingse aflaat-
beveiliging, of de achterste aflaatbeveiliging,
de opvangzak en het zuigrooster. Vervang ze
indien ze beschadigd zijn.
11) Vervang de labels met instructies en waar-
schuwingen, indien deze beschadigd zijn.
12) Als de machine opgeborgen of onbeheerd
achtergelaten moet worden, dient de snijgroep
omlaag gezet te worden
13) Berg de machine op in een plaats die niet
toegankelijk is voor kinderen.
14) Zet de machine niet met benzine in de tank
in een ruimte waar de benzinedampen met
vlammen, vonken of een warmtebron in aanra-
king zouden kunnen komen.
15) Laat de motor eerst afkoelen alvorens de
machine de machine in eender welke ruimte op
te bergen.
16) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beper-
ken dienen de motor, de geluiddemper van de
uitlaat, de accubak en de benzinetank vrij ge-
houden te worden van gras, bladeren of teveel
vet. Leeg de opvangzak en laat geen containers
met gemaaid gras in gesloten ruimtes achter.
17) Om het risico op brand te verminderen, dient
men regelmatig na te gaan of er geen olie- en/of
brandstoflekken zijn.
18) Als u de tank moet ledigen, dient u dit in de
4