Vooruit rijden
Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.
Achteruit rijden
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Bij het achteruitrijden mag geen gevaar
voor derden bestaan, eventueel laten
inwerken.
Gaspedaal "achteruit" langzaam in-
drukken.
Rijgedrag
Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
Vermijd schokkend bedienen van het
pedaal aangezien de hydraulische in-
stallatie beschadigd kan worden.
Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Remmen
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Instructie: De remwerking kan door in-
drukken van het rempedaal ondersteund
worden.
Over hindernissen heen rijden
Over vaststaande hindernissen tot 70 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 70
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Veegbedrijf
VOORZICHTIG
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet de
stoffilter op gezette tijden gereinigd wor-
den.
Instructie: Bij frequent werken in een om-
geving met veel fijn stof moet de filter vaker
gereinigd worden.
Bedieningshendel
1 Bedieningshefboom veegwals
2 Bedieningshefboom vuilreservoir
3 Bedieningshefboom zijbezem
4 Bedieningshefboom reservoirdeksel
Bedieningshefboom veegwals
Bedieningshefboom veegwals (1) naar
voren: Veegwals gaat omlaag.
Bedieningshefboom veegwals (1) naar
achteren: Veegwals gaat omhoog.
Bedieningshefboom vuilreservoir
Bedieningshefboom vuilreservoir (2)
naar voren: Vuilreservoir gaat omlaag.
Bedieningshefboom vuilreservoir (2)
naar achteren: Vuilreservoir gaat om-
hoog.
Bedieningshefboom zijbezem
Bedieningshefboom zijbezem (3) naar
voren: Zijbezem gaat naar beneden.
Bedieningshefboom zijbezem (3) naar
achteren: Zijbezem gaat omhoog.
Bedieningshefboom reservoirdeksel
Bedieningshefboom reservoirdeksel (4)
naar voren: reservoirdeksel van het
vuilreservoir gaat open.
Bedieningshefboom reservoirdeksel (4)
naar achteren: reservoirdeksel van het
vuilreservoir gaat dicht.
Droge bodem vegen
1 Hefboom
in/uit
Ventilator inschakelen.
Bij oppervlaktereiniging:
Bedieningshefboom veegwals (1) naar
voren: Veegwals gaat omlaag.
Bedieningshefboom reservoirdeksel (4)
naar voren: reservoirdeksel gaat open.
Bij reiniging van zijranden:
Bedieningshefboom zijbezem (3) naar
voren: Zijbezem gaat naar beneden.
Vochtige of natte bodem vegen
Ventilator uitschakelen.
Bij oppervlaktereiniging:
Bedieningshefboom veegwals (1) naar
voren: Veegwals gaat omlaag.
Bedieningshefboom reservoirdeksel (4)
naar voren: reservoirdeksel gaat open.
Bij reiniging van zijranden:
Bedieningshefboom zijbezem (3) naar
voren: Zijbezem gaat naar beneden.
6
-
NL
Veeggoedcontainer leegmaken
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Tijdens het ledigingsproces mogen
geen personen en dieren in het zwenk-
bereik van het vuilreservoir staan.
GEVAAR
Knelgevaar!
Nooit in het hefboomstelsel van het le-
gingsmechanisme grijpen. Ga niet on-
der het opgetilde reservoir staan.
GEVAAR
Kantelgevaar!
Zet het apparaat tijdens het ledigings-
proces op een effen oppervlak neer.
LET OP
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Tijdens het ledigingsproces bestaat ge-
vaar voor wegspattende stenen door
draaiende veegwals.
Til de veegwals en de zijbezem met be-
dieningshefbomen op, breng daartoe
de bedieningshefbomen (1 en 3) naar
achteren.
Sluit het reservoirdeksel, breng daartoe
de bedieningshefboom (4) naar achte-
ren.
Til het vuilreservoir op, breng daartoe
de bedieningshefboom vuilreservoir (2)
naar achteren.
Langzaam naar de verzamelbak rijden.
Parkeerrem vastzetten.
Open het reservoirdeksel, duw daartoe
de bedieningshefboom reservoirdeksel
(4) naar voren en maak het vuilreservoir
leeg.
Sluit het reservoirdeksel, breng daartoe
de bedieningshefboom reservoirdeksel
(4) naar achteren tot het in de eindstand
is gekanteld.
Parkeerrem losmaken.
Langzaam van de verzamelbak wegrij-
den.
Laat het vuilreservoir in de eindstand
zakken, breng daartoe de bedienings-
hefboom vuilreservoir (2) naar voren.
67