•
Kant-en-klare broodmengsels met gist
Bij kant-en-klare broodmengsels die gist bevatten, moet u alleen water toevoegen
aan het mengsel, het programma 1 ("wit brood") kiezen en een broodgrootte aan-
duiden die beantwoordt aan de hoeveelheid van het broodbakmengsel. Het aande-
el gist in zulke kant-en-klare broodbakmengsels varieert vaak en daarom kan het
bakresultaat verschillend zijn.
•
Kant-en-klare broodmengsels zonder gist
Strooi eerst de gist in de bakvorm, voeg dan het broodmengsel en tot slot het water
toe. Kies een programma, dat beantwoordt aan het soort meel van uw broodmengsel.
Deeg bereiden
•
Zorg ervoor dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn (uitzondering: Als u het pro-
gramma "Snel bakken" hebt gekozen, mag het toegevoegde water iets warmer zijn).
•
Gebruik droge gist, omdat droge gist eenvoudiger is en "een grotere kans op suc-
ces" biedt.
•
Houd er rekening mee dat roggemeel niet dezelfde bakeigenschappen heeft als tar-
wemeel. Een deeg van roggemeel rijst niet veel zonder genoeg drijfmiddel. Voor het
beste bakresultaat moet u bij de bereiding van roggebrood een mengsel gebruiken
van minstens 30 % tarwemeel en maximaal 70 % roggemeel.
Ingrediënten afwegen
•
Bij het brood bakken is het van belang dat u zich houdt aan de gegevens van
hoeveelheden in de recepten en dat u deze ook correct afweegt. Gebruik voor het
afwegen van de ingrediënten de meegeleverde maatbeker en de meegeleverde
maatlepel. Als u de maatlepel gebruikt voor het afwegen, dan weegt u steeds een
"afgestreken" en niet "opgehoopte" maatlepel af. Gebruik een weegschaal om boter,
meel etc. af te wegen.
•
Vul de bakvorm niet met teveel product. De maximale inhoud bedraagt:
– 500 g droge ingrediënten en 300 ml vloeistof voor lichte, heldere standaardsoorten
brood
– 660 g droge ingrediënten en 440 ml vloeistof voor zware soorten brood
Volgorde van de ingrediënten
De volgorde waarin u de ingrediënten in de bakvorm doet, is belangrijk voor het gis-
tingsproces, zodat het brood kan gisten.
1. Giet eerst water in de bakvorm.
2. Voeg er dan het meel aan toe.
3. Vorm in een hoek een kleine gleuf in het meel, voeg er het zout bij en dek de gleuf
weer toe met meel.
4. Vorm in de tegenoverliggende hoek nog een gleuf, voeg er de gist aan toe en dek de
gleuf opnieuw toe met meel.
Opmerking: Let erop dat zout en gist niet onmiddellijk bij het begin worden gemengd.
Wordt het zout te vroeg met de gist gemengd, dan kan dit een negatieve invloed
hebben op de gistingseigenschappen van het brood.
5. Voeg er dan stukjes boter aan toe.
6. Voeg er tot slot een snuifje suiker aan toe.
75
NL