Aanvullende montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding
1. Algemene aanwijzingen
Let op: Lees de montage-, bedienings- en onderhoudsdocumentatie (BOD), aansluitschema, hul-
paansluitschema en veiligheidsgegevensblad vóór transport, montage, inbedrijfstelling, onderhoud
en reparatie en houd u aan de aanwijzingen.
Deze aanvullende BOD is geldig tezamen met de montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding voor stan-
daardmotoren waarin de basisbepalingen voor aansluiting, montage, bediening en onderhoud en de reserve-
onderdelenlijst zijn opgenomen, en met de al genoemde documenten.
Omdat de bedienings- en onderhoudshandleiding ten behoeve van de overzichtelijkheid geen losse informatie over
alle denkbare speciale inzetgebieden en speciale vereisten kan bevatten, moeten bij de montage door de exploi-
tant toepasselijke beschermingsmaatregelen worden genomen.
Rollenbaanmotoren vormen een speciaal aandrijvingselement voor de walsstoelsector. De elektrische en mechani-
sche vereisten voor rollenbaanmotoren zijn ongebruikelijk hoog vanwege de zeer verschillende toepassingen en
belastingsgevallen met alle verschillende typen duur-, blootstellings- en kortdurend gebruik, naast aanloop-, afrem-
en achterwaarts gebruik. Rollenbaanmotoren zijn bestand tegen bedrijfsmatig optredende overbelastingen, bijv.
tegen blokkeren van de motor door vastklemmen van het walsgoed.
1.1 Lichte rollenbaanmotoren, series A21., A20., A22., A42.
De series A2.R, A42R (IC 411), A21O, A42O (IC410) en A2.F, A42F (IC 416) zijn afgeleid van de VEM-
standaardmotorseries en zijn voor wat betreft de voornaamste constructie-elementen mechanisch identiek.
De wikkelingen van de motoren zijn aangepast aan de specifieke toepassing als rollenbaanaandrijving. Bovendien
zijn alle schroefverbindingen beveiligd en is de corrosiebescherming eveneens aangepast aan het gebruik in
walsstoelen.
1.2 Rollenbaanmotoren voor gebruik op frequentieomvormers, type ARC
De serie ARC (IC 410) is ontwikkeld voor gebruik op frequentieomvormers in de walsstoelsector. Zij vormt een
combinatie van de goede eigenschappen van het via frequentieomvormer gevoede dubbele kooianker met zijn
voor versnellingen ontworpen draaimomentkarakteristiek (M
de zware rollenbaanmotor. De constructieve opbouw is, met uitzondering van de vormgeving van de behuizing
(ringrib) en de lager/afdichting aan de D-kant, identiek aan de VEM-standaardmotor.
1.3 Zware rollenbaanmotoren, serie ARB
De zware rollenbaanmotor ARB (IC 410) is bedoeld voor netbedrijf. De behuizing is, net als bij de serie ARC, voor-
zien van ringribben en bestaat uit grijs gietijzer met dwars op de asrichting lopende ribben.
2. Conformiteit
De motoren komen overeen met de norm IEC/EN 60034-1 en overige van toepassing zijnde Europese normen.
Levering conform bijzondere voorschriften (bijv. classificatievoorschriften) is mogelijk.
3. Beschermingsgraad
De machines hebben minimaal de beschermingsgraad IP 55 volgens EN 60034-5 resp. IEC 34-5. De voor de be-
treffende uitvoering geldende beschermingsgraad vindt U op het typeplaatje
4. Aansluitkasten
De aansluitkasten hebben minimaal de beschermingsgraad IP 55 volgens EN 60034-5 resp. IEC 34-5.
Ze komen overeen met de aansluitkasten uit de standaardseries K.../W... (zie punt 1)
5. Aanvullende aanbouw- en inbouwcomponenten
Afhankelijk van de uitvoering van de machine en de klantwensen kunnen verschillende aanvullende inrichtingen
zijn in- of aangebouwd, zoals stilstandverwarming, temperatuursensoren voor wikkelingbewaking e.d.
6. Montage
Voor het opstellen gelden naast de 'Algemene aanwijzingen' en de diverse aanvullende handleidingen bij de optio-
nele aanbouwcomponenten voor wat betreft de IP-beschermingsgraad de volgende specifieke gegevens:
De machines hebben onder in de lagerschilden aflaatgaten voor condenswater die bij levering niet zijn afgesloten.
Wanneer nominale overeenstemming met de definities van IEC 34-5 voor de beschermingsgraad IP54 van belang
is, kunnen deze openingen voor de montage van de motoren met de apart meegeleverde kunststoffen stoppen
worden afgesloten. Vanwege de beschermde plaatsing van de gaten heeft jarenlange ervaring in het gebruik ech-
ter aangetoond dat bij normale industriële omgevingsomstandigheden en zelfs bij opstelling in de open lucht ook bij
open condenswatergaten bedrijfsstoringen door stof of indringend water niet zijn te verwachten. Montage van de
stoppen is echter noodzakelijk wanneer de machine met ingebouwde stilstandverwarming ter vermijding van con-
/M
ong. 3) en de mechanisch robuuste uitvoering van
K
B
101
Nederlands