8
Onderhoud
Voor de inbedrijfstelling moet EN 12056-4 in acht genomen worden.
8.1
Onderhoudsinterval
Het onderhoud moet conform de normen met de volgende tussenpozen gebeuren:
1x per kwartaal bij installaties met bedrijfsmatige toepassing
1x per half jaar bij installaties in meergezinswoningen
1x per jaar bij installaties met particuliere toepassing
Visuele controle
De installatie moet elke maand door de exploitant worden gecontroleerd op werkbaarheid en dichtheid door twee schakel-
cycli te observeren.
8.2
Onderhoudswerkzaamheden
Voorbereiding
Zorgen dat de toevoer naar de installatie gedurende het onderhoud niet wordt gebruikt.
Zorgen dat de installatie gedurende de onderhoudswerkzaamheden niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. Dit geldt
in het bijzonder wanneer het besturingskast in een andere ruimte dan het reservoir is opgesteld.
Installatie reinigen
Installatie voor onderhoud voorbereiden
Het vuilwaterpeil in het reservoir op het minimale peil
brengen. Daarvoor de afvalwaterpomp net zo lang in de
handmatige modus (zie "Handbediening", pagina 88)
inschakelen, tot de pomp slechts lucht aanzuigt.
Be- en ontluchtingsvoorziening (2) bij de terugslagklep (1)
in horizontale positie (zie afbeelding) brengen.
Het teruggestuwde afvalwater kan via de perspijp in het
reservoir teruglopen.
Reservoir legen.
Het reservoir kan worden geleegd via de aansluiting (6)
van de handmembraanpomp of met een natzuiger.
Het deksel van de onderhoudsopening (5) losschroeven.
Zorgen dat de vlotter van de niveausensor (3) en de vlot-
terstangen vrij van zwevende en vaste stoffen zijn, even-
tueel reinigen. Bij hardnekkig vuil demonteren, reinigen
en weer monteren.
Zorgen dat de aanzuigopening van de afvalwaterpomp
(4) vrij van zwevende en vaste stoffen is, eventueel rei-
nigen. Bij hardnekkig vuil demonteren, reinigen en weer
monteren.
Demontage van de pomp
Schroeven (7) losdraaien.
Eventueel de afvalwaterpomp met een schroevendraaier
bij de uitdrukgroeven (8) uitdrukken.
Zorgen dat het reservoir vrij van zwevende en vaste stof-
fen is, eventueel reinigen.
010-974
All manuals and user guides at all-guides.com
Opvoerinstallatie/ Inbouw- en montagehandleiding
89 / 112