minimaal één minuut voorzichtig rond. Zorg ervoor dat de
spoeloplossing uit de eerste kom hier niet voor gebruikt wordt.
d) De klep moet in de laatste spoeloplossing blijven tot de klep
nodig is, om te voorkomen dat het weefsel uitdroogt.
LET OP: zorg ervoor dat de klep niet in contact komt met de
onderkant of zijkant van de spoelkom tijdens het bewegen of
ronddraaien in de spoeloplossing. Direct contact tussen het
identificatielabel en de klep dient tijdens de spoelprocedure ook
vermeden te worden. Er mogen geen andere voorwerpen in de
spoelkommen worden geplaatst. De klep moet gehydrateerd
blijven om te voorkomen dat het weefsel uitdroogt.
8.2.2 Het systeem voorbereiden
1.
Inspecteer alle onderdelen op zichtbare schade. Zorg dat het
systeem volledig is gestrekt.
2.
Spoel de introducer en schacht schoon met gehepariniseerde
zoutoplossing. Maak de introducer en schacht vochtig.
3.
Voer de introducer volledig op in de behuizing van de schacht.
4.
Schroef de kap van het inbrenghulpmiddel af en spoel het kapje met
gehepariniseerde zoutoplossing.
5.
Plaats de kap van het inbrenghulpmiddel op het afgiftesysteem met
de binnenkant van het kapje in de richting van de taps toelopende
tip.
6.
Spoel de verlengingsslang schoon en koppel deze aan het
afgiftesysteem.
7.
Vul een spuit van 50 ml of meer met verdund contrastmiddel en
koppel de spuit aan de verlengingsslang.
8.
Vul het vulinstrument met 20 ml verdund contrastmiddel, vergrendel
het instrument en koppel het aan de verlengingsslang. Sluit het 3-
wegkraantje naar het vulinstrument.
9.
Ontlucht het afgiftesysteem met de Luer-Lock-spuit. Laat een
nuldruk in het systeem achter. Sluit het 3-wegkraantje naar de Luer-
Lock-spuit.
10. Onttrek 3 ml vloeistof aan het afgiftesysteem door aan het knopje
van het vergrendelde vulinstrument te draaien. Laat het
vulinstrument vergrendeld tijdens de krimpstappen van de THV.
8.2.3 De THV op het afgiftesysteem plaatsen en krimpen
1.
Dompel het Qualcrimp krimpaccessoire volledig onder in een kom
met 100 ml fysiologische zoutoplossing. Druk er voorzichtig op
totdat het volledig is verzadigd. Draai gedurende minimaal 1 minuut
rond. Herhaal dit proces in een tweede kom.
2.
Draai de krimper totdat de opening volledig is geopend. Bevestig de
tweedelige krimperstop op de krimper.
3.
Haal de THV uit de houder en verwijder het identificatielabel.
4.
Krimp indien nodig de THV gedeeltelijk in de krimper totdat deze
vastzit in het Qualcrimp krimpaccessoire.
Opmerking: Gedeeltelijk krimpen is niet nodig voor de klep van
20 mm.
5.
Plaats het Qualcrimp-krimpaccessoire over de THV heen.
6.
De richting van de THV in het afgiftesysteem staat hieronder
beschreven:
Antegraadbenadering:
Instroom (buitenrand) van de THV in de richting van het proximale
uiteinde van het afgiftesysteem.
Retrograadbenadering:
Instroom (buitenrand) van de THV in de richting van het distale
uiteinde van het afgiftesysteem.
7.
Plaats de THV en het Qualcrimp-krimpaccessoire in de krimper.
Breng het afgiftesysteem coaxiaal in de THV in.
8.
Krimp de THV tussen de twee interne verwijdingen van het
afgiftesysteem totdat deze de Qualcrimp-stop bereikt.
9.
Verwijder het Qualcrimp-krimpaccessoire uit de THV/
ballonassemblage en verwijder de Qualcrimp-stop van de
krimperstop, waarbij de eindstop op zijn plek moet blijven.
Opmerking: Zorg dat de THV gecentreerd en coaxiaal blijft
tussen de twee interne verwijdingen.
10. Plaats de THV/ballonassemblage terug in de krimper, krimp de THV
totdat deze de eindstop bereikt en houd dit 5 seconden aan.
11. Herhaal het volledige krimpproces van de THV twee keer voor in
totaal drie krimpsessies.
12. Spoel het inbrenghulpmiddel met gehepariniseerde zoutoplossing.
Voer het inbrenghulpmiddel onmiddellijk verder op over de THV
totdat de taps toelopende tip van het afgiftesysteem zichtbaar is en
de THV zich in het distale uiteinde van de buis van het
inbrenghulpmiddel bevindt.
LET OP: De THV mag niet langer dan 15 minuten volledig
gekrompen en/of in het inbrenghulpmiddel blijven, aangezien
beschadiging van het klepblad de functionaliteit van de klep
kan beïnvloeden.
13. Plaats de kap van het inbrenghulpmiddel op het
inbrenghulpmiddel en spoel de spoelpoort op het
inbrenghulpmiddel door. Verwijder het stilet en spoel het
voerdraadlumen van het afgiftesysteem door.
LET OP: Houd de THV nat totdat u klaar bent voor de
implantatie om schade aan de klepbladen te voorkomen die de
functionaliteit van de klep beïnvloedt.
WAARSCHUWING: De arts moet de juiste richting van de THV
controleren voordat deze wordt geïmplanteerd om het risico
op ernstig letsel bij de patiënt te voorkomen.
14. Ontgrendel het vulinstrument, terwijl het 3-wegkraantje naar de
Luer-Lock-spuit nog gesloten is. Zorg dat het afgiftesysteem een
nuldruk bereikt.
15. Sluit het 3-wegkraantje naar het afgiftesysteem. Gebruik de Luer-
Lock-spuit om lucht uit het vulinstrument te laten ontsnappen,
indien nodig.
16. Pas het vulinstrument aan het vulvolume aan dat is benodigd om
de THV te plaatsen. Zie tabel 4.
Vergrendel het vulinstrument opnieuw. Sluit het 3-wegkraantje
naar de Luer-Lock-spuit en verwijder deze.
LET OP: Houd het vulinstrument in vergrendelde positie totdat
de THV is geplaatst om vroegtijdig opblazen van de ballon en
een resulterende foutieve plaatsing van de THV te voorkomen.
8.3 Voorbereidende dilatatie van de natieve klep en THV-plaatsing
Voorbereidende dilatatie van de natieve klep en het plaatsen van de THV
moeten worden uitgevoerd onder algehele anesthesie met
hemodynamische bewaking in een katheterisatielaboratorium/hybride
operatiekamer met de mogelijkheid tot het maken van fluoroscopische
en echocardiografische beelden.
In de volgende tabel staan de minimale afstanden van het valvulaire vlak
tot het distale einde van de schacht, zodat de ballon van het Edwards
Certitude afgiftesysteem zich goed kan vullen tijdens de plaatsing van de
THV. Deze afstanden omvatten overigens niet de inbrengdiepte van
de schacht. Hier moet wel rekening mee worden gehouden tijdens de
transaortische benadering als een keuze wordt gemaakt voor de
toegangslocatie op de aorta ascendens.
Afgiftesysteem
Model 9620TA20
Model 9630TA23
Model 9630TA26
Dien heparine toe om de ACT op ≥ 250 sec. te houden.
LET OP: Het gebruik van contrastmiddel moet worden gecontroleerd
om het risico op nierletsel te beperken.
12
Tabel 7
Minimale afstand van de
THV
schachtpunt tot het klepvlak
20 mm
3,5 cm
23 mm
3,5 cm
26 mm
3,5 cm