1 Houder veiligheidsstang
2 Remvloeistofreservoir
3 Afsluitdeksel
Breng het vuilreservoir naar boven en
borg het met de veiligheidsstang, zie
daartoe in hoofdstuk „Vuilreservoir
leegmaken".
Controleer of in het remvloeistofreser-
voir voldoende remvloeistof voorhan-
den is.
Tip
Het vulpeil moet tussen Min. en Max.
liggen.
Vul indien nodig in de handel verkrijg-
bare DOT-remvloeistof na.
Motoroliepeil controleren en olie
bijvullen
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Motor laten afkoelen.
Controle van het motoroliepeil op zijn
vroegst 5 minuten na het uitzetten van
de motor uitvoeren.
1 Olievuldeksel (motor)
2 Oliepeilstok
Oliepeilstok uittrekken.
Oliepeilstok afvegen en inschuiven.
Oliepeilstok uittrekken.
Oliepeil controleren.
Oliepeilstok weer erin doen.
– Het oliepeil moet zich tussen de "MIN"-
en „MAX"-markering bevinden.
– Bevindt zich het oliepeil onder de
„MIN"-markering, motorolie bijvullen.
– Motor niet boven „MAX"-markering bij-
vullen.
Olievuldeksel afschroeven.
Motorolie erin doen.
Oliesoort zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
Olievuldeksel afsluiten.
Minstens 5 minuten wachten.
Motoroliepeil controleren.
Motorolie en motoroliefilter wisselen
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete motorolie!
Motor laten afkoelen.
Zet een opvangbak voor minstens 6 li-
ter motorolie klaar.
Motor laten afkoelen.
Olieaftapschroef uitschroeven.
Olievuldeksel afschroeven.
Olie aftappen.
1 Motoroliefilter
2 Brandstoffilter
Oliefilter afschroeven.
Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-
nigen.
Afdichting van het nieuwe oliefilter voor
het inbouwen met olie insmeren.
Nieuw oliefilter inbouwen en handvast
aanhalen.
Olieaftapplug inclusief nieuwe afdich-
ting erinschroeven.
Aanhaalmoment: 25 Nm
Motorolie erin doen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Olievuldeksel afsluiten.
Motor ca. 10 seconden laten lopen.
Motoroliepeil controleren.
Brandstoffilter controleren
Controleer de brandstoffilter op veront-
reiniging.
Reinig indien nodig de brandstoffilter en
de filterbehuizing, vervang indien nodig
de brandstoffilter.
9
-
NL
Brandstoffilter vervangen
1 Brandstofkraan
2 Brandstoffilter
Brandstofkraan sluiten.
Brandstoffilter losschroeven en vervan-
gen.
1 Brandstofkraan
2 Brandstoffilter
OPMERKING
Brandstoffilter voor de inbouw met diesel
vullen.
Nieuwe brandstoffilter eropschroeven.
Brandstoffilter met een koppel van
20Nm aanspannen.
Brandstofkraan openen.
Condensatiewater aan de
waterafscheider dieselbrandstof aflaten
1 Brandstofkraan
2 Afscheiderbak
3 Waterafscheider
Brandstofkraan sluiten.
Schroef de afscheiderbak los en maak
hem leeg.
Schroef de afscheiderbak vast.
Brandstofkraan openen.
71