Télécharger Imprimer la page

Kärcher KM 120/250 R D Mode D'emploi page 64

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 33
Reglementair gebruik
De veegmachine is voorzien voor de reini-
ging van vloeroppervlakken voor industri-
eel gebruik en onder andere voor de vol-
gende toepassingsgebieden:
 parkings;
 productie-installaties;
 logistieke bereiken;
 hotels;
 kleinhandel;
 magazijnen;
 voetpaden.
 Gebruik deze veegmachine uitsluitend
volgens de gegevens in deze gebruiks-
aanwijzing.
Ieder daarboven uitgaand gebruik geldt
als niet volgens de voorschriften. Voor
hieruit resulterende schades is de fabri-
kant niet aansprakelijk, het risico hier-
voor draagt alleen de gebruiker.
 Er mogen aan het apparaat geen wijzi-
gingen worden aangebracht.
 De veegmachine is enkel geschikt voor
de in de gebruiksaanwijzing aangege-
ven vloeroppervlakken.
 Er mag alleen gereden worden op de
door de ondernemer of diens gemach-
tigde voor het machinegebruik vrijgege-
ven oppervlakken.
 Over het algemeen geldt: Licht ont-
vlambare stoffen uit de buurt van het
apparaat houden (explosie-/brandge-
vaar).
Voorzienbaar verkeerd gebruik
 Nooit explosieve vloeistoffen, brandba-
re gassen of onverdunde zuren en op-
losmiddelen opvegen/opzuigen! Daar-
toe behoren benzine, verfverdunner of
stookolie die door verwerveling met de
zuiglucht explosieve dampen of meng-
sels kunnen vormen, verder aceton, on-
verdunde zuren en oplosmiddelen om-
dat zij op het apparaat gebruikte mate-
rialen aantasten.
 Nooit reactieve metaalstoffen (bijv. alu-
minium, magnesium, zink) opvegen/op-
zuigen, ze vormen in verbinding met
sterk alkalische of zure reinigingsmid-
delen explosieve gassen.
 Geen brandbare of glimmende voor-
werpen opvegen/opzuigen.
 Het apparaat is niet geschikt voor het
opvegen van stoffen die schadelijk zijn
voor de gezondheid.
 Het apparaat mag niet in gesloten ruim-
tes gebruikt worden.
 Het verblijf in de gevarenzone is verbo-
den. Niet gebruiken in ruimtes met ont-
ploffingsgevaar.
 Het meenemen van begeleidende per-
sonen is niet toegestaan.
 Het is niet toegestaan om met dit appa-
raat voorwerpen te verschuiven of te
transporteren.
Geschikte ondergronden
 Asfalt
 Industrievloer
 Estrik
 Beton
64
 Klinkers
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies voor de
bediening
 (Alleen geldig voor Finland) Als het ap-
paraat een pvc-slangleiding heeft, mag
het apparaat niet bij lage omgevings-
temperaturen (onder 0 °C) worden ge-
bruikt. Neem bij vragen over uw appa-
raat contact op met Kärcher.
 Het apparaat met de werkinstallaties
moet voor gebruik gecontroleerd wor-
den op deugdelijkheid en bedrijfsveilig-
heid. Indien zij niet in goede staat ver-
keren, mag u de apparatuur niet gebrui-
ken.
 Bij gebruik van het apparaat in gevaar-
lijke omgevingen (bijvoorbeeld tanksta-
tions) moeten de overeenkomstige vei-
ligheidsvoorschriften in acht genomen
worden. Niet gebruiken in ruimtes met
ontploffingsgevaar.
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
 Gebruik het apparaat niet zonder be-
scherming tegen vallende voorwerpen
in bereiken waar de mogelijkheid be-
staat dat de bediener wordt geraakt
door vallende voorwerpen.
 Degene die het apparaat bedient dient
het te gebruiken volgens de voorschrif-
ten. Deze dient rekening te houden met
de plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met het apparaat te letten
op derden, speciaal op kinderen.
 De voor motorrijtuigen voorgeschreven
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
 Voor de aanvang van de werkzaamhe-
den moet de bediener zich ervan verge-
wissen dat alle veiligheidsinrichtingen
volgens de voorschriften zijn aange-
bracht en functioneren.
 De bediener van het apparaat is verant-
woordelijk voor ongevallen met andere
personen of hun eigendom.
 Erop letten dat de bediener nauw aan-
sluitende kledij draagt. Stevig schoeisel
dragen en losse kledij vermijden.
 Voor het starten de onmiddellijke om-
geving van het apparaat controleren
(bv. kinderen). Letten op voldoende
zichtbaarheid!
 Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait. De bediener mag het appa-
raat pas verlaten, als de motor is uitge-
zet, het apparaat tegen onbedoelde be-
wegingen is beveiligd en de contact-
sleutel uit het contact is gehaald.
 Om onbevoegd gebruik van het appa-
raat te voorkomen, dient men de con-
tactsleutel te verwijderen.
 Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun vaar-
digheden in het bedienen hebben aan-
getoond en uitdrukkelijk de opdracht
hebben gekregen voor het gebruik.
2
-
NL
 Dit apparaat is niet ervoor gedacht,
door personen (inclusieve kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of door ge-
brek aan ervaring en/of door gebrek
aan kennis te worden benut, tenzij deze
personen door personen worden geob-
serveerd die voor hun veiligheid verant-
woordelijk zijn of door deze hun instruc-
ties hebben verkregen, hoe het appa-
raat dient te worden gebruikt.
 Over kinderen dient toezicht te worden
gehouden, om te waarborgen dat ze
niet met het apparaat spelen.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar! Geen banden,
snoeren of draden opvegen aangezien die
zich rond de keerrol kunnen wikkelen.
Veiligheidsinstructies voor de
rijmodus
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Draagkracht van de
ondergrond vóór het rijden controleren.
GEVAAR
Ongevalgevaar, verwondingsgevaar!
 De rijsnelheid moet aan de omstandig-
heden van dat moment aangepast wor-
den.
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
 In de rijrichting mag u slechts stijgingen
tot 18% nemen.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
 Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
 Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 10 % berijden.
Apparaten met verbrandingsmotor
 Het apparaat niet boven 1200 m hoogte
gebruiken.
Gevaar
Verwondingsgevaar!
 De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
den.
 Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
raken (verbrandingsgevaar).
 Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
ken (verbrandingsgevaar).
 Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
 De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Apparaten met hoge afvoer
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
 Til het vuilreservoir bij werkzaamheden
aan de hoge afvoer volledig op en be-
veilig het.
 Voer de beveiliging enkel uit buiten de
gevarenzone.
Apparaten met
bestuurdersbeschermingsdak
OPMERKING
Het bestuurdersbeschermingsdak (optio-
neel) biedt bescherming tegen grote, val-

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Km 120/250 r d classic