Luchtfilter wisselen.
Remmen controleren op functionaliteit en instelling. *
Motortoerental en instelling controleren. *
Slang van de luchtfilter naar de motor controleren.
Slangen en klembeugels controleren.
Koelerlamellen van waterkoeler, oliekoeler en aircondi-
tioning met perslucht reinigen.
Functie van verwarming en verwarmingsventilator con-
troleren. *
Luchtfilter van de verwarmingsventilator controleren,
indien nodig vervangen.
V-riem op slijtage controleren.
Waterafscheider controleren.
Brandstofslang en klembeugels controleren (bij veeg-
machine).
Dichtingen aan het veeggoedreservoir en zuigkanaal
controleren op slijtage (bij veegmachine).
Zuigmond controleren op instelling en slijtage (bij veeg-
machine). *
Grofvuilklep controleren op functionaliteit en soepel-
heid (bij veegmachine).
Waterpomp en sproeiers op functionaliteit controleren,
indien nodig reinigen (bij veegmachine).
Zuigslang op slijtage controleren (bij veegmachine).
Veegspiegel van de zijbezems controleren (bij veeg-
machine). *
Bezemsysteem op lichtlopendheid controleren - zwen-
ken dwars op de rijrichting (bij veegmachine).
Batterij controleren, indien nodig gedestilleerd water
navullen.
Bowdenkabels en bewegende delen op gangbaarheid
controleren
Functie van de luchtbehandelingsinstallatie controleren
Ventilatiespleten van de verlichting reinigen.
* Uitvoering door klantendienst.
10.4.7 Alle 500 uren of halfjaarlijks
Uitvoering van alle werkzaamheden door de klanten-
service.
Brandstoffilter vervangen.
Hydraulische olie vervangen.
Hydraulische oliefilter vervangen.
Olie in de wielmotoren vervangen.
Rookgassysteem op ondichtheden controleren.
Stroomvoerende leidingen en contacten op beschadi-
ging en oxidatie controleren
V-riem van de hydraulische pomp vervangen en span-
rol smeren.
10.4.8 Alle 1000 bedrijfsuren of jaarlijks
Uitvoering van alle werkzaamheden door de klanten-
service.
Koelwater vervangen.
V-riem van de hydraulische pomp en spanrol vervan-
gen, spanrol smeren.
Ventielen instellen.
Visuele controle brandstof- en koelwaterslangen, in-
dien nodig vervangen.
10.4.9 Alle 1500 bedrijfsuren
Uitvoering van alle werkzaamheden door de klanten-
service.
V-riem vervangen.
Verstuivers controleren en reinigen.
170
10.4.10 Alle 2000 bedrijfsuren
Zittingen van in- en uitlaatventielen leppen (door klan-
tendienst).
10.4.11 Jaarlijks
Veiligheidscontrole volgens de lokale voorschriften
door de klantenservice.
10.5 Onderhoudswerkzaamheden
10.5.1 Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR
Levensgevaar!
Voor reparatiewerkzaamheden het voertuig uit de geva-
renzone van het verkeer duwen, waarschuwingskleding
dragen.
GEVAAR
Gevaar voor verwonding door nadieselen van motor! Na
het afzetten van de motor 5 seconden wachten. In deze tijd
absoluut wegblijven van het werkgebied.
Verwondingsgevaar door onverwacht startend voertuig!
Verwijder voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
aan het voertuig de contactsleutel en klem de batterij af.
Opgelet bij de reiniging met hogedrukreiniger! Richt de ho-
gedrukstraal niet direct op elektrische componenten, ban-
den, koellamellen en hydraulische slangen.
Bij het reinigen van het apparaat met een hogedrukreiniger
moeten de overeenkomstige veiligheidsvoorschriften na-
geleefd worden.
Instandhoudingswerkzaamheden aan het hydraulisch sy-
steem mogen enkel uitgevoerd worden door speciaal ge-
schoold personeel.
Gevaar
Verwondingsgevaar! Bij alle onderhoudswerken veeg-
goedreservoir helemaal omhoog kantelen en bezemsy-
steem/aanbouwapparatuur laten zakken, om het
hydraulisch systeem drukloos te maken.
Verwondingsgevaar door naar beneden zwenkend veeg-
goedreservoir. Voor werkzaamheden onder het veeg-
goedreservoir moet het veeggoedreservoir volledig in de
stand Ledigen gedraaid worden (bij veegmachine).
Verwondingsgevaar door ongepland zakkend veeggoed-
reservoir. Werkzaamheden aan de turbine enkel uitvoeren
bij een volledig opgetild veeggoedreservoir (bij veegma-
chine).
WAARSCHUWING
Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden appa-
raat voldoende laten afkoelen.
Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor en uitlaat niet aan-
raken.
Koelvloeistof is heet.
VOORZICHTIG
Motorolie, stookolie, diesel en benzine niet in het milieu te-
recht laten komen. Gelieve bodem te beschermen en oude
olie op een milieuvriendelijke manier tot afval verwerken.
10.5.2 Voorbereiding
Apparaat op een egaal oppervlak neerzetten.
Werkapparaat of zijbezems laten zakken.
Motortoerental op stand MIN zetten.
Contactsleutel in de stand „STOP" draaien en contact-
sleutel verwijderen.
Parkeerrem vastzetten.
23
-
NL