Het Instellen Van De Vertragingstijd (Frnt D, Cntr D, Surr D); De Instelling Van De Kantelpuntfrequentie (Cross); De Niveau-Instelling Van De Subwoofer (Lfe); De Dynamisch Bereikinstelling (D.comp) - Rotel RSDX-02e Manuel De L'utilisateur

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Het instellen van de
vertragingstijd
(FRNT D, CNTR D, SURR D)
In de volgende drie onderdelen van de procedure
wordt de vertragingstijd van de diverse
luidsprekers ingesteld, zodat het geluid van alle
kanalen op hetzelfde moment bij de luisteraar
arriveert. Dus luidsprekers die dichter bij de
luisteraar staan krijgen een langere vertragingstijd
dan luidsprekers die verder weg staan.
Het eigenlijke berekenen van de vertragingstijd
wordt door de RSDX-02e zelf gedaan. Wat u
heeft te doen is het inbrengen van de afstand
tussen de luisteraar en de betreffende luidspreker.
Er zijn drie verschillende instellingen: voor de
linker en rechter voorluidspreker, de midden-
luidspreker en de achter- of surroundluidsprekers.
• Gebruik voor ieder type luidspreker de
"CONTROL"
toetsen om de afstand
tot de luisteraar in te brengen. De afstanden
worden aangegeven in meters en feet en
zijn instelbaar van 0.3 tot 9 meter instappen
van 0.3 meter.
: Als u eerder de optie "NO"
EXTRA INFORMATIE
heeft ingevuld voor de midden- en surround-
luidsprekers, dan verschijnt er ook geen
mogelijkheid om de vertragingstijd in te stellen.
De instelling van de
kantelpuntfrequentie (CROSS)
De diepe lagetonen die eigenlijk bestemd zijn
voor de luidsprekers die u geconfigureerd heeft
als klein (SML) worden geredigeerd naar de
actieve subwoofer of naar de luidsprekers in
het systeem, die u heeft geconfigureerd als groot
(LRG). Dit onderdeel behelst het instellen vanaf
welke frequentie de kleine (SML) luidsprekers
aan de arbeid gaan. De lagetonen onder deze
ingestelde (kantelpunt)frequentie gaan naar
elders en het spectrum boven die frequentie
blijft aan de originele luidsprekers toegewezen.
Er wordt maar één kantelpuntfrequentie
ingesteld voor het gehele systeem. Gebruik
de "CONTROL"
toetsen om de gewenste
kantelpuntfrequentie in te stellen.
• 80Hz: Maak deze instelling als u de
kantelpuntfrequentie op 80 Hz. wilt instellen.
• 100Hz: Maak deze instelling als u de
kantelpuntfrequentie op 100 Hz. wilt
instellen.
• 120Hz. Maak deze instelling als u de
kantelpuntfrequentie op 120 Hz. wilt
instellen.
65
Het kiezen van een kantelpuntfrequentie wordt
hoofdzakelijk bepaald door kwaliteit van de
luidsprekers. Hoe lager u de kantelpuntfrequentie
kan instellen zonder dat de kleine (SML)
luidspreker de vervorming in gaat, des te beter
zal de subwoofer met het geheel integreren.
Bij een hoger ingestelde frequentie zal de
laagweergave verbeteren en de totale installatie
hoger belastbaar zijn, maar de subwoofer gaat
dan wel een beetje een eigen leven leiden. Een
kwestie van compromissen dus.
We bevelen aan om te beginnen bij een
frequentie van 80 Hz. tenminste als de woofers
van de kleine luidsprekers een conus hebben
met een diameter van minstens 15cm. Is deze
diameter ongeveer 12cm. of hoort u
vervorming in de lagetonen bij deze instelling,
ga dan naar 100 Hz. Boxen met een woofer
met een conus met nog kleinere diameter
mogen echt geen lage tonen krijgen en moet
de kantelpuntfrequentie dus ingesteld worden
op 120 Hz. Goed luisteren zal zeker de
oplossing brengen.
: Als u eerder al, al uw
EXTRA INFORMATIE
luidsprekers heeft geconfigureerd als groot
(LRG), dan heeft u dus geen kantelpunt-
probleem en verschijnt het onderwerp ook
niet in het infoscherm.
De niveau-instelling van de
subwoofer (LFE)
Dolby Digital en DTS opnames hebben een
apart effectkanaal (LFE) dat exclusief gebruikt
wordt voor de extreem lage tonen, die dan
ook weer door een speciale (actieve) subwoofer
moeten worden weergegeven. Wanneer deze
lage tonen op normaal niveau worden
weergegegeven kunnen de eisen aan de
installatie gesteld wel eens heel extreem
worden. Deze instelling geeft u de mogelijkheid
om het subwooferniveau te verlagen indien
u vervorming in het lagetonenspectrum hoort.
Gebruik de "CONTROL"
van de twee instellingen te kiezen.
• 0dB: De normale stand: laat het
effectkanaal in zijn volle(dige) hevigheid
horen.
• –10dB: Verzwakt het niveau van het
effectkanaal met 10 decibels.
: Deze verzwakkings-
EXTRA INFORMATIE
schakeling heeft alleen invloed op de
weergave van Dolby Digital en DTS
gecodeerd programmamateriaal.
Wij adviseren u in eerste instantie de
fabrieksinstelling (0dB) te laten staan. Hoort
u echter vervorming in de lagetonen gedurende
Dolby Digital en/of DTS weergave, probeer
dan de –10dB instelling. De –10dB instelling
hoort eigenlijk meer thuis in een systeem dat
niet zo capabel is of waar geen subwoofer
bij gebruikt wordt.
De dynamisch bereikinstelling
(D.COMP)
De dynamiekomvang (het verschil tussen de
zachste en luidste passages) van Dolby Digital
opnames kan danig de pan uitrijzen. Hij kan
zelfs een aanslag vormen op uw mooie versterker
en nog erger luidsprekers. Andersom kan het
ook zo zijn dat bij zacht afspelen bepaalde
passages helemaal niet meer hoorbaar zijn.
Gebruik de "CONTROL"
van de dynamiekinstellingen te maken.
• MID: Deze stand vermindert de dynamiek
in hele lichte mate. De dynamiekomvang
wordt dan ongeveer vergelijkbaar met die
van een cd-opname.
• MAX: Wat heviger dynamiekreductie,
maar nog altijd vergelijkbaar met die van
een goede VHS Hi-Fi-opname.
• OFF: Deze instelling biedt u de volledige
dynamiek, dus geen compressie.
EXTRA INFORMATIE
hebben ALLEEN invloed op Dolby Digital
registraties.
Richtlijn: Probeer de OFF instelling eerst en
luister of alles goed blijft gaan. Hoort u
vervorming of moet u regelmatig het volume
terugdraaien omdat het toch wel te dol wordt,
probeer dan één van de beide andere
instellingen. Door één van de reductiestanden
te gebruiken kunt u in principe iets harder
afspelen zonder vriend, vijand en
toetsen om één
geluidsinstallatie kwaad te doen en toch de
zachste passages goed blijven volgen.
De toewijzing van de digitale
ingangen (DGT)
De RSDX-02e heeft twee digitale ingangen.
DIGITAL 1 is een coaxiale ingang en DIGITAL
2 is een optische ingang.
Deze digitale ingangen kunnen voor de nodige
flexabiliteit aan drie ingangstoetsen toegewezen
worden: de satellietontvangertoets (STB), de tv-
ingangstoets (TV) en de cd-spelertoets (CDR).
Nederlands
toetsen om één
: Deze dynamiekinstellingen

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières